Tjalie verdraait de feiten 15 ELKE VERDRAAIING FOUT? De uitbarsting van twisten met Tjalie over zijn kijk op Indonesië is na enkele maanden wat gekalmeerd. We kijken elkaar over en weer wat kalmer aan en vragen ons af: "Wat nu? Zullen we Tjalie in hemelsnaam maar verdragen of zullen we ons scherp blijven verzetten? En waartoe leidt dat? Zijn we in ons wederzijdse begrip in een impasse ge komen of zijn we toch wel iets opgeschoten? Twee nieuwe stadia zijn nu bereikt: A. Men zegt nu niet meer in een eerste op welling van drift: "Tjalie liegt!" omdat de feiten die ik genoemd heb ontegenzeggelijk waar zijn, maar: "Tjalie verdraait de feiten en roept daardoor een kijk op die onjuist is". B. Men bekijkt vele aspecten van het "gewetensconflict" tussen de Indischman en Indonesië nu ruimer, dus niet alleen binnen het beperkte kader van "Soekarno is corrupt en het Indonesische volk is ach terlijk", maar we zien nu ook Indonesië in zijn Aziatische positie, in zijn identieke po sitie met andere vrijgeworden volken, in de economische en idealistische omwenteling in de hele wereld na de abolitie van het imperialisme. Wie ruimer ziet, kan ruimer denken. Het gaat nu minder om het "persé gelijk hebben", maar om "meer inzicht krij gen". Laat ons proberen ons eigen inzicht te verbeteren langs de volgende punten, die Tjalie graag open stelt voor bestrijding en waarbij hij zich direct bereid verklaart zijn inzichten prijs te geven voor betere. Want het gaat altijd om de betere inzichten, niet om de persoon of 'het gelijk". Als men zegt dat "Tjalie de feiten ver draait", dan geef ik dat volmondig toe. Maar stel meteen, dat een verdraaiing van feiten niet automatisch fout hoeft te zijn. Als U een ingewikkelde tekening van één kant bekijkt en met bepaalde figuren geen raad weet, meen ik U te moeten helpen door de tekening een slag om te draaien en dan te vragen: "Ziet U het nu beter?" Sommige mensen geven me prompt een oorvijg, anderen draaien het blad om en willen liever helemaal niets meer zien, en ik vraag me alleen af: welk percentage wil "het wel eens van een andere kant probe ren", ook zonder het aanvankelijke stand punt los te laten? Het is als bij het toeschouwer zijn van een schaakspel. Alleen de man met begrip van schaken en met een beradende, even wichtige natuur blijft niet koppig achter wit staan, maar wandelt om de tafel en kijkt "hoe zwart ervoor staat". Niet alleen wordt het schaakspel daardoor dubbel boeiend, maar men ontwikkelt zich er beter door en men kan foutieve verwachtingen corrigeren. Alleen zij die dit gedaan hebben, weten dat ik gelijk heb. Maar veel mensen schuiven een stoel achter wit en "willen met hem mee win nen". Dat is "loyaal" (de man die om de tafel heen loopt en bij zwart gaat kijken is "niet loyaal"). Hij applaudiseert bij elke "goeie zet" van wit, en als wit plotseling desastreus verliest, slaat hij "zijn" schaak speler om de oren... Denk nu niet weer te gauw verkeerd: ik zeg niet en nergens dat wit verliest; ik wil alleen weten hoe sterk wit staat en daarom loop ik een half rondje. Zijn daar overwe gende bezwaren tegen? Zo ja, waarom? 2. Nochtans is Tjalie met zijn "positie verandering" voor de zoveelste maal het Barbertje geworden dat hangen moet. An dere conflicten uit ons korte verleden: a. Tjalie verdedigt de Indo, zijn goed recht om als zodanig te bestaan en met rust ge laten te worden, als het zijn vreugde en zijn trots is. Maar ik sta nog steeds bekend als de man die alle bruine mensen Indo noemen wil en het conflict Indo-Totok heb verscherpt. En dit is niet waar. Integendeel. b. Ik verdedig het "petjo" op zuiver etymo logische en semantieke stellingen. En met een beroep op broederlijkheid en menselijk heid om de enkelingen die in "petjo" beha gen stellen evenmin lastig te vallen of te ver oordelen als mensen die graag Mokums of Grunnings praten. Hoevelen denken nog steeds dat ik hiermee "de Indo omlaag ge haald heb"? c. Verzet tegen assimilatie op zuiver ethno- grafische wetten en rechten, net zoals bij andere soortgelijke minoriteitsgroepen in de historie der mensheid. Tjalie is nog steeds: "anti-Nederlands". d. De verdediging van Indische mensen, die prefereerden te emigreren naar Ameri ka. Dat waren allemaal onvaderlandslieven de schobbers, vereerders van de harde dollar, "het is niet het beste deel des volks dat gemeenlijk emigreert" (Prof. Geil), maar na een bezoek aan Amerika wist ik dat de "stijl" van leven daar veel Indische mensen (Totoks en Indo's) beter lag dan Holland. Oordeel: ga in vrede. De anti-legende: Tja lie vindt alle thuisblijvers dommer dan emi granten. e. Verdediging van spijtoptanten. In mijn opinie (en aangetoond met feiten): dit wa ren merendeels misleide mensen, die bo vendien technisch "vast" zaten (geen geld en geen papieren om weg te komen). Help ze. Wat daér al niet een verdachtmakingen en scheeftrekkingen aan gekoppeld zijn! f. Mijn gebrek aan "openlijke solidariteit" met de beweging "Ambon moet vrij". Mijn persoonlijke kennis van sympathieke en hoogstaande Ambonnezen en zelfs broeders aan beide kanten weerhield me van een positiebepaling naar welke kant ook, maar ik was dus "automatisch" dubbele verrader. g. Mijn overtuiging dat Nw. Guinea "on houdbaar" was en dus "aan Indonesië ver loren" zou worden. Hoe is dit inzicht niet moedwillig en kwaadwillig scheefgetrokken en beklad. Nog steeds. Er zijn er veel meer. U weet het. Zelfs het "achteraf gelijk hebben" heeft me niet behoed voor permanente veroordeling. Waarom denkt men dat het redigeren van Tong Tong een leven is van eer en geluk en rijkdom? Het is één continu roedelopen. En dat weet iedereen die het op één of meer punten (bovengenoemd) met mij eens geweest is. En altijd treedt één verbijsteren de, ja beangstigende omstandigheid scherp aan het licht: men wil niet onderzoeken (of is niet pienter genoeg om het te doen), maar wil alleen a tort et a travers gelijk hebben, eventueel "tot de dood erop volgt" (schrijf mij maar af als abonnee...). 3. Ik heb in de laatste jaren twee grote "fouten" gemaakt: 1. ik ben een tijd buiten Holland gaan zitten om buiten de "eeuwige ruzies" te blijven en heb tijd gehad een groot aantal studiewerken en essays te le zen over Indonesië en Azië (dus niet de vluchtige, schommelende en immer onbe trouwbare dagbladberichten alleen), 2. ik heb een reis gemaakt door Azië die op een werkelijk schokkende wijze mijn inzicht ver diept heeft. Van Soekarno heb ik enorm veel gelezen, van zijn pleidooi in 1929 af tot zijn verzamelde ideeën in "Manusia dan Masjarakat" (Mens en Maatschappij) toe (dat het "civics"-leerboek is voor het voort gezet onderwijs in Indonesië). Ik stel hier bij kalm vast, dat ik a. het met vele ideeën en uitspraken niet eens ben, b. in elk geval een inzicht heb in de motiveringen die ginds het leven leiden. En zelfs dit: t.a.v. Indone sië meen ik in menige zaak een beter in zicht te hebben dan vele Indonesiërs. Dit is geen arrogantie of superioriteitsgevoel, maar doodgewoon het voordeel van het zien op een afstand: dus het bos zien en niet de bomen zelf. En natuurlijk kan ik fout zijn. Mijn grootste bezorgdheid is voor me zelf. Een juist eindoordeel kan ik alleen met U opbrengen; nooit tegen U. In zekere zin voel ik mij als een rechter of onderwijzer, die niet elk vergrijp tech nisch en kort en goed straft (Hatta: Hol land denkt té juridisch), maar die na een bezoek aan het gezin en het milieu van de "veroordeelde" een andere kijk heeft op de waarde en strafbaarheid van een daad. Hieraan ontkom ik niet. Een voorstel dus om "maar liever niets meer te zeggen van Indonesië" ontneemt mij mijn kijk op Indo nesië niet. Ik blijf dus volgens Uw maat staven "verdraaid zien" en ben in zekere zin niet meer aanvaardbaar als redacteur van Tong Tong. Zeg het. Wij zoeken een andere redacteur. Want dit blad moet blij ven bestaan. 4. Hoewel men graag heeft dat in Tong Tong zaken worden besproken op een bre der^ niveau, blijft de beoordeling voor elke uitspraak binnen het patroon van de per soonlijke naijver. Dat is absurd. Men wil Tjalie slaan zelfs als hij de woorden van een ander aanhaalt, na hem uitgelokt te hebben het te doen "voor een breder kijk". Wat wil men eigenlijk? Op de vraag van mij in Tong Tong: "Zou Indonesië werkelijk zo corrupt, onbetrouw baar, economisch ontredderd zijn als Neder- land's grootste financiers en ondernemers er millioenen in durven te steken?", geeft maar geen kik. Geen kik. Maar Tjalie kan men "raken" door dreiging met opzegging van het abonnement, waardoor men niet mij, maar zijn eigen blad de nek omdraait...! Lees verder pag. 20 5

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1965 | | pagina 5