sc&nisj cASt.cWie-f LAURENS REAEL (1616-1619) Vervolg van pag. 6 natuurlijk een standbeeld van Victoria en je hebt het beeld van het "rijk waar de zon nooit ondergaat" of je nu in Jamaica bent of in Dehra Dun, in Hong Kong, in Singa pore of natuurlijk Bombay. Dit beeld geeft het zonderlinge gevoel, dat men op reis is en niet, dat men er woont. Het heeft iets onwerkelijks. Dit heeft waarschijnlijk te ma ken met de tijd dat we deze soort van ar chitectuur alleen maar zagen op doorreis. Het heeft iets onwezenlijks, omdat ik nu meer dan ooit tot de overtuiging ben geko men dat de Engelsen er eigenlijk ook nooit aan geloofd hebben. Het is monumentaal, het heeft zelfs iets aantrekkelijks, maar het is uitsluitend gebouwd om EMPIRE te ver heerlijken. Het is niet gebouwd VOOR India, maar veeleer OVER India, als je voelt wat ik bedoel. De superioriteit moest worden uitgedrukt niet maar zo'n klein beetje, maar zo overweldigend dat ze onoverbrugbaar schijnt. Dit heeft zonder twijfel gewerkt, want vandaag nog is de Indiër ervan overtuigd, dat het toppunt van prestatie eruit bestaat te lijken op een Engelsman. Gelispelde op merkingen zoals: "He is quite a chap..., CAMBRIDGE you know" zijn niet van de lucht. Tegenwoordig is er ook een nieuwe categorie, die zijn opleiding in Amerika ge noten heeft. Dit zijn meestal de ingenieurs en physici, die hun mannetje professioneel staan, maar die het moeilijk hebben om aan de top te komen, tenzij zij voor een Ameri kaanse maatschappij werken. Dit komt om dat: "Those American chaps have only been TRAINED and not EDUCATED. They only went to day-school never to public school, they never learned to relax, never played games; caaant expect THEM to be leaders". Het mag vreemd klinken Tjalie, maar ik ben het met deze accessie van de feiten niet oneens. Maar zo vraag ik me af als dit India is, waar is Azië dan? Als ik aan jouw stelling denk, dat Azië zoekt naar Aziati sche oplossingen voor Aziatische proble men, wat is er dan te verwachten van een land, dat van alle problemen eenvoudig Britse problemen maakt en niet erkent, dat hun problemen mogelijk Aziatisch zouden kunnen zijn? Wat is nu de betekenis van deze Westers georienteerde Indiërs? Is hun aantal groot genoeg om het Oosters aspect dat India moet hebben afdoende te elimineren? Ik weet het niet, daarvoor ben ik tekort in dit land om zo maar met een stoere uitspraak aan te komen. Bovendien is het mij niet recht duidelijk, welke vorm dit Aziatische aspect wel moet hebben. Tenslotte wonen wij hier in Bombay - de meest Westerse stad in India - waar dit mysterieuse Oos terse aspect nu niet direct in het oog valt. Natuurlijk zijn er delen in de stad waar de Westerse invloed minder opvalt en zelfs oppervlakkig bezien geheel verdwenen is. Maar zelfs hier valt het me op dat het weinig overeenkomst vertoont met wat ik me van ONZE Oost herinner. Het lijkt meer op een kampong tjina of een kampong arab. Neen wij hebben niet de fout gemaakt ons uitsluitend te bewegen in het Westers bas tion van Bombay. Wij maken "sweeps" door gedeelten van Bombay, waar een welden kend Amerikaan zich niet ophoudt. (Want het is er zo vies) en verdorie, het IS er vies. Maar het is erg leerzaam en amusant. Men vindt bijvoorbeeld een dievenmarkt - Chore Bazar - waar je je nog pas gisteren gestolen artikelen maar voor weinig geld kunt terugkopen. Er zijn natuurlijk pasars - hier altijd "bazars" geheten - die algemeen zijn en welke wel overeenkomsten vertoont met die, welke wij uit Indonesië kennen. Er zijn hier ook bazars, welke specialiteiten verkopen zoals bijvoorbeeld uitsluitend e- lectrische artikelen of alleen maar bloemen, of ijzerwaren. Hele straten zijn gevuld met dit soort van pasars wat voor mij nieuw is. In tegenstelling met onze pasars is het niet altijd mogelijk te tawarren. Men heeft hier een instelling "fixed price" genoemd, welke het tawarren soms onmogelijk maakt, wat wel jammer is. Voor zover ik me onze In dische pasars kan herinneren is het er hier niet schoner, integendeel. Wij moeten echter wel oppassen dat we het oude Indië niet te veel idealiseren. Direkt opvallend is het aantal mensen, dat Engels spreekt zelfs in deze buurten. Vanzelfsprekend is het aantal dat Hindi spreekt groter al is het zeker dat een nog veel groter aantal alleen maar Gujerati spreekt of Mahrati. Maar waar het nodig blijkt te zijn duiken er altijd wel een of meer wijsneuzen op die het Engels min of meer machtig zijn. In deze buurten dan heb ben we te doen met "het" volk, stadsvolk weliswaar maar niettemin toch het volk. In geen van hen ontdekken we direkt een trots van een "Aziatisch" bewustzijn. Er is wel een trots dat ze vrije Indiër zijn, maar ze verkeren kennelijk niet in de mening dat een Indiër per se een Indiër moet zijn, als je voelt wat ik bedoel. Zij schijnen dus niet te denken dat zij als Indiër eigenschappen kunnen hebben die hun op dit terrein mis schien beter zouden kunnen doen zijn dan bijvoorbeeld de zo in hun hart bewonderde Engelsman. Het streven is erop gericht om "gelijk" te zijn in de zin van "precies" gelijk en vooral niet beter want dat is onmogelijkl Gelijk dus in de zin van hetzelfde in bij voorbeeld spraak, kleding, sport, militaire uitingen enz. Van daar dan ook de kramp achtige poging niet zozeer Engels te spre ken maar "ENGELS" Engels te spreken, wat hun gewoonlijk niet lukt. Zijn het maar "een handjevol mensen die Engels spre ken"? Pas op! Als je praat over 1 spreek je al over 4,5 millioen mensen! Je zal overi gens ook een toer hebben om 4,5 millioen intellectuelen bij elkaar te vinden in Enge land, Holland en Amerika bij elkaar. Je kunt wel van me aannemen, dat wat hier in het buitenland gestudeerd heeft een geweldige intellectuele diepgang heeft. En reken er maar op dat deze nieuwe "kaste" het heft stevig in handen heeft. Het volk ziet deze nieuwe groep in posities van invloed en in een welvarende situatie en het weet dus dat dit de methode is om vooruit te komen. De offers, welke dan ook worden opge bracht om hun kinderen een opleiding te geven grenst dan ook aan het ongelooflijke. De kinderen zelf hebben het door; men behoeft maar op elke willekeurige avond langs de straat te lopen en men vindt klei ne jongetjes in lompen onder een straatlan taarn op het trottoir hun huiswerk maken. Het is mogelijk, dat het thuis te warm of te vol is, maar evengoed is het mogelijk dat ze helemaal geen huis hebben. Natuurlijk gaat het grootste deel van deze ijverigen Lees verder pag. 20 Amsterdammer van geboorte, promo veerde Reael in 1608 in Leiden tot doctor in de Rech ten. Hij was toen 24 jaar. Drie jaar later werd hij door de Com pagnie als commandeur van een vloot van vier schepen naar Indië gezonden. Via Ban tam, arriveerde hij mei 1612 in de Molukken, waar Both hem al gauw opnam in de Raad van Indië en benoemde tot vice-gouverneur van Ternate, Ambon en Banda. Na de dood van Reynst werd Reael met een parige stemmen tot provisioneel opvolger van Reynst benoemd. Reael schreef de be windhebbers dat hij alleen definitief G.G. wilde worden als het salaris werd verhoogd. De Heeren XVII namen deze gelegenheid te baat om hem ontslag te verlenen, nadat zij Coen tot opvolger hadden benoemd. Zij ge lastten Coen "dat ghy den voorschr. Reael met d'eerste schepen suit overseynden son- der eenichsins te gedoogen dat hij aldaer langer soude blijven". Een weinig waarde rend schrijven, gevolg van het verschil in politiek inzicht tussen de Heeren XVII en Reael. Reael was nl. alleen geneigd tegen de Engelsen op te treden als het Internatio naal Recht dat toestond, terwijl de Heeren XVII zich nooit om enige rechtsvraag be kommerden. Vooral echter keurde Reael de meedogenloze wijze af, waarop de Zeven tien omsprongen met belangen en recht van de inheemse bevolking der Molukken. Toch duurde het nog tot maart 1619 voor dat Coen het opperbewind van Reael kon overnemen, zodat de laatste nog drie jaren gouverneur is geweest, jaren van strijd te gen de Spanjaarden (1617), tegen de En gelsen in Bantam en in de Molukken, en tegen Mataram (1618 verwoesting van Ja para). Pas nè de stichting van Batavia - 6 augus tus 1619 - keerde Reael als admiraal der retourvloot naar Nederland terug. Hij was toen 36 jaar. In Nederland heeft hij nog vele functies bekleed. 7

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1965 | | pagina 7