Bi/rit BibitBüni Bibtt Bibct BxM BünX föibit
J\6c£
LIEVE BIBITS GROOT EN KLEIN
F
Heft aan, heft aan de luide zang,
dat al wat leeft het hor el
Laat blij het lied door groot en klein
op deze dag gezongen zijn,
dat Jezus is geboren.
Hij zetelt in geen trots paleis,
vol weidse praalvertoning.
Hem wacht geen purper en geen kroon,
een houten krib, ziedaar zijn troon,
een stal, ziedaar zijn woning.
Heft aan, het hart vol dank en lof,
laat aard' en hemel 't horen!
Heft aan, roept uit tot God die leeft,
die aard' en hemel blijdschap geeft,
Want Jezus is geboren!
Van harte hoop ik, dat jullie allen ook deze
vreugde mogen kennen, want dan alleen
zal Kerstfeest betekenis vöor je krijgen.
Dat elk van jullie op Kerstmis het gevoel
mag kennen, dat je gezegend bent. Dat is
het, wat ik bedoel, als ik zeg: Allemaal een
gelukkig Kerstfeest.
En dan wil ik er meteen mijn Nieuwjaars
wensen aan toevoegen. Allen een goed
1966 gewenst, veel gezondheid en werklust,
veel lichaams- en geestkracht om dit nieuwe
jaar aan te kunnen, want zo'n jaar is vol
met nu nog ongeweten dingen, die blijd
schap brengen en vreugde, maar zeker toch
ook zorg en wel eens verdriet en pijn, ver
warring of misschien ook wel momenten van
wanhoop. Dan is het déze gedachte, die ik
jullie aan het begin van dit ongerepte, prille
jonge jaar wilde meegeven
Zeg het alles aan Jezus,
Hij kent uwe nood,
Zeg alles aan Jezus,
Zijn deernis is groot.
Verder hoop ik oprecht, dat wij in '66 weer
een plezierig contact met elkaar zullen heb
ben. Wie doet er weer mee in ons Bibit-
hoekje? Wie spant zich weer in om onze
raadselbus of moppentrommel en verhaal
tjesmap te helpen vullen? Alle hulp is wel
kom, jongens en meisjes.
Rest me nog te zeggen: pas op je maag
met Oudejaarsavond! Steken jullie ook nog
vuurwerk af? Vraag dan aan je ouders hoe
dat vroeger in Indië ging! Werkelijk dènde-
rend en knal. Luitjes, ieder een stevige
hand en een heleboel groetjes voor thuis
van jullie TANTE MIEKE
DE GAZELLE, DE SCHILDPAD, DE RAAF EN DE MUIS
Drte oude vrienden - een schildpad, een
raaf en een muis - waren in een gesprek
gewikkeld bij een vijver in het woud. Plot
seling hoorden ze het geluid van krakende
takken. Een gazelle, trillend en buiten adem,
rende uit het struikgewas en riep hen hij
gend toe: "Broeders, help! Ik word door
jagers achtervolgd!"
De schildpad raadde haar aan:
"Spring in de vijver en verberg je hoofd in
het riet".
De gazelle deed wat haar was gezegd, de
schildpad kroop onder een struik, de muis
verborg zich in een gat in de aarde, en de
raaf vloog in de kruin van de dichtstbijzijn
de boom. Het woud was stil.
Toen de jagers onverrichterzake vertrok
ken waren, riep de kraai:
"Je kunt er nu uit komen, gazelle. De jagers
zijn weg".
De schildpad kroop onder de struik uit,
de muis kwam te voorschijn, en de kraai
Vervolg van pag. 20
bleef liggen. Waarna de mens, zichzelf be
klagend, tastend in het duister zijn weg
moest gaan. Maar elk jaar hebben we, door
eeuwen heen die kleine, flakkerende licht
jes ontvangen.
Een klein straaltje warm, levend licht, om
ons de weg te wijzen naar, misschien, toch
nog ergens de vrede. Een kleine straal, om
je elk jaar aan te warmen. Een korte rust
pauze in de mallemolen, voor we straks met
hoop en vreze de grenslijn van het oude
naar het nieuwe jaar weer overgaan.
Daarom staan in mijn kerstboom nog altijd
die brandende kaarsjes. Als kleine, leven
de beloften. Ik wens U allemaal, van onder
mijn kaarsjes, een warm, gelukkig en vro
lijk kerstfeest. INE WIERDA
vloog weer op de begane grond. De gazelle
stapte uit de vijver en bedankte de dieren
voor hun hulp. Vanaf die dag zocht zij hun
gezelschap.
Op een dag waren de schildpad, de muis
en de raaf weer bijeen op de oever van
de vijver, maar de gazelle was nergens te
zien.
De muis vroeg angstig:
"Wat kan er met haar gebeurd zijn?"
De schildpad drong bij de raaf aan:
"Vlieg eens rond en kijk waar ze uithangt".
De raaf vloog op en doorzocht het woud
van begin tot end. Aan de rand van een
moeras vond hij de gazelle in een leren
strik.
"Ik ben er bij, broeder", klaagde de gazelle.
De raaf zei troostend:
"Wanhoop niet, zuster. Wij zullen je hel
pen".
Rap vloog hij naar de muis en de schild
pad terug. "De gazelle is in een strik ge
lopen", berichtte hij hun.
De muis sprong op de rug van de raaf en
zei:
"Breng me bij haar en ik zal haar helpen".
De raaf bracht de muis bij de gazelle. De
strik was echter erg sterk en voordat de
muis zich door het leer had heengebeten,
voegde de schildpad zich bij hen. "Ik kon
niet stil blijven zitten, terwijl één van mijn
vrienden in nood was", bromde hij veront
schuldigend.
De raaf was boos. "Je had moeten blijven
waar je was", zei hij, "Als de jager komt
kunnen wij ons gemakkelijk redden, maar
wat kan jij doen.
De muis knaagde door totdat de strik de
gazelle vrijgaf. Het was hoog tijd, want op
dat ogenblik kondigde het gekraak in het
struikgewas de jager aan. In een paar grote
sprongen was de gazelle verdwenen. De
muis verdween in het hoge gras. De raaf
fladderde naar een boom. De schildpad
deed een paar wanhopige stappen, maar
Lees verder volgende pagina
21