VAN HIER EN GUNDER
DE MAJORITEIT
"Dal of in hoeverre je gelijk heht in je
beschouwingen over Indonesië en Aziëkan
eigenlijk buiten beschouwing blijven. De fei
ten zeggen duidelijk genoeg dat het merendeel
van de lezers jouw opinie ALTHANS VOOR
LOPIG NIET wil. Begeef je dus op andere
terreinen voor het behoud van Tong Tong.
oorlopig blijf ik dus aangewezen op wat de
Nederlandse Pers over Indonesië vertelt. Al
wind ik me elke keer weer op' als men alleen
maar over b.v. Masjumi en Nahdatul Ulama
schrijft en nooit eens precies uit de doeken
doet wat Masjumi en N.U. nu eigenlijk pre
cies ZIJN..." B.
1. Het verschil dus tussen voorlichting
van de algemene pers en die van Tong
Tong is dit: als ons lijfblad ons niets zegt,
zijn we alleen geërgerd en daarbij blijft
het; als Tong Tong ons niets zegt, krijgt
Tjalie op z'n bliksem en het blad wordt
afgezegd. Conclusie: zwijg, eerbiedig de
"majoriteit".
2. Eigenlijk zou iedereen verder komen
als men zich afvroeg: waaróm zijn mijn lijf
blad en Tong Tong niet uitvoeriger en pre
ciezer en falen dus allebei?
Hierop is nl. het enige antwoord: omdat de
opheldering die men vraagt (en liefst hokus-
pokus-pas bliksemsnel opgediend wil heb
ben) niet te geven is in kort bestek. Een
beschouwing van veel actuele problemen
in de wereldpolitiek is namelijk alleen mo
gelijk als bij de lezer reeds aanwezig is
een vrij uitgebreide basiskennis van de
materie dezer problemen.
3. Het spijt me het te moeten zeggen,
maar bij verreweg de meesten van ons ont
breekt deze basiskennis ten enen male. En
ook al "blok" ik al jaren achtereen heel
hard om deze schade in te halen, ik schiet
weinig op.
Vragen als van B.: wat IS Masjumi of
N.U. nu eigenlijk, zijn namelijk noch door
mij, noch door welke andere journalist in
Nederland ook en misschien zelfs door
geen journalist in Indonesië in kort bestek
en begrijpelijk te beantwoorden Daarvoor
is inzicht in de Islam nodig en uitgebreide
historische kennis van op zijn minst het
Indonesië van de laatste honderd jaren.
Het laatste (en werkelijk fenomenale) stu
diewerk dat op dit gebied verschenen is, is
"The religion of Java" van Clifford Geertz,
een boek van 400 pagina's compacte kennis
van de religieuze ontwikkelingen op Java.
Wilt U dat boek kopen en doorworstelen, of
wilt U dat ik het in veertig afleveringen in
Tong Tong plaats, zodat U na anderhalf
jaar misschien weet wat er in het religieuze
leven in Indonesië omgaat...en de politieke
verhoudingen inmiddels alweer driemaal ge
wijzigd zijn?
4. Het arbeidsterrein van Tong Tong is
veranderd in tien jaren. Kijk in de spiegel
U bent tien jaren ouder en grijzer. Ik ook.
We hebben in die tien jaren de periferie
van onze kennis van ons Land van Her
komst afgegraasd: jachtverhalen, planters-
verhalen, KNIL-verhalen, tawanan-verhalen,
taal-anecdotes, portretten van bekenden;
eenvoudige definities: wat is een mesdjid?
Wat is lebaran? Wat is tjinijao? Wat een
koetilang? Op dit terrein konden we el
kander enorm helpen door eigen ervaringen
uit te wisselen. Daardoor is ons aller ken
nis van de hele periferie van ons Indische
leven uitgebreid, onze kennis van ons Land
van Herkomst uitgebreider, minder kort
zichtig, betrouwbaarder geworden. Maar
nog steeds alleen van de periferie. Nu ko
men we aan de diepere problemen van In
donesië. Nu hebben we experts nodig: Is
lamkenners (R. Mellema b.v.?), ethnologen,
sociologen, juristen, biologen...en die zijn
opeens nergens meer te vinden of niet te
betalen. Of het werk dat we van ze vragen
zou toch voor ons leken te moeilijk zijn.
Want het is leuk om de lotgevallen te lezen
van die "komiekeling" v. Stein Callenfels,
maar wie begrijpt iets van zijn werk, de
archaeologie, en de waarde van deze studie
voor Indonesië? Het is leuk om foto's te
zien en verhaaltjes te horen over de Cul
tuurschool, maar wie begrijpt iets van de
enorme problematiek van de Indonesische
cultures in deze veranderde wereld?...
Wij allen voelen EN WETEN dat onder de
zichtbare en onloochenbare buitenverschijn
selen oneindig diepere problemen schuilen,
maar wij zijn onmachtig om ze te door
gronden en dit maakt ons kregelig. Zó erg
dat we het bestaan van dit blad in gevaar
brengen en daarmee de laatste kans om
hals brengen om door gemeenschappelijke
en ernstige studie te komen tot het maken
van een betere Tong Tong dan dit blad tot
nog toe geweest is. Het zijn niet de fouten
en tekortkomingen van de redactie van dit
blad, maar de tekorten van ons allemaal,
die onze voortgang belemmeren.
Ik zou, geachte heer B., met wat U dénkt
de majoriteit te zijn, mee kunnen doen en
in Tong Tong mee kankeren en huilen om
de schandalige toestanden in Indonesië- En
ook uitroepen: alles is corrupt en "Boenoeh
Soekarno" en U zou mij minachten en ha
ten. Ik zou op zijn minst kunnen zeggen
(met de majoriteit?): "Mensen, we snappen
er tóch niets van. Onze kennis is ontoe
reikend en er komt alleen maar ruzie van.
We laten Indonesië links liggen en houden
ons alleen met onschuldige verhalen bezig.
Ja? U zou zich diep teleurgesteld voelen
en U zoudt zich schamen.
Ik wéét het. Ik ken U al tien jaren. En ik
ken U al tien jaren als minoriteit. Tegenover
de honderdduizenden die Tong Tong niet
lusten en wegcijferen. Maar wij hebben
stand gehouden en met onze erbarmelijke
minoriteit méér opgebouwd dan die hele
"vette" majoriteit.
Ik (en U allen) mag het lesje niet ver
geten dat "Bapak" Meijer Ranneft me eens
gaf in het portaaltje van ons kantoor, op
de valreep: "Mijnheer Tjallie (M.R. zegt al
tijd Tjallie met twee I's), als U de historie
goed leest zult U merken dat altijd de mino
riteiten de wereld van morgen hebben ge
maakt!" En werkelijk, studeer historie, het
IS zo.
Nochtans wil ik (als B's majoriteit inder
daad bestaat) zelfs niet speciaal luisteren
naar onze minoriteit. Daarvoor is onze ver
knochtheid aan de majoriteit te groot, daar
voor is ons legertje te klein en zijn onze
geleerden te dun. Wij moeten bij elkaar
blijven, samen één inzicht blijven zoeken.
Het heeft tien jaren lang gekund. Het moet
wéér. Als U wilt. T.R.
CHINAEN NOG WAT
Geachte heer Robinson,
In de nummers van 10, 11, 12 en 13 janu
ari van de N.R.Cl staat een artikelenserie over
"Het Hedendaagse China"waarvan ik U
de knipsels hierbij doe toekomen, geschreven
door een "in Europa wonende Aziatische jour
nalist die onlangs een reis van drie weken
door China heeft gemaakt"
In deze artikelen vond ik niet alleen in
grote lijnen een bevestiging van Uw visie op
China in Tong Tong van begin vorig jaar,
maar ik realiseerde me ook dat wij nog steeds
veel te weinig afweten van wat zich in werke
lijkheid in Azië afspeelt. En dat van ingrijpend
belang zal zijn voor de wereldvrede van mor
gen.
Een jaar terug achtte ik Uw artikelennog
overdreven, "gevaarlijk pro-cummunistisch" en
op zijn minst onvoorzichtig. Eén van tweeën:
U bent nog steeds onvoorzichtig of U heeft
een grote moed die U slecht bekomen zal.
Want dat de publieke opinie een onbarmhar
tige tegenstander zijn kan, heeft U zo zoetjes
aan wel heel pijnlijk ondervonden.
Ik vraag me af: wat zullen en moeten wij in
de nabije toekomst méér moeten verwachten
van Tong Tong en zal dit ons ons hachje kos
ten? G. KIEV ITS
(Met excuses aanmerkelijk verkort)
Het is een kwestie van techniek. Wie el
ke dag de krant van gisteren wegwerpt
krijgt t.a.v. elk onderwerp een kennis vol
hiaten. Wie methodisch krantenknipsels be
waart, beschikt over verzamelmateriaal,
waarin een "gang van zaken" te bespeu
ren valt. Krantenberichten zijn "eendags
vliegen", zijn vaak onvolledig (omdat er te
veel haast is bij het doorseinen van berich
ten), spreken zich vaak tegen (omdat
Lees verder pag. 17
ABONNEES.
Nu de maand januari 1966 voorbij is
willen wij onze abonnees die nog
niet tot overmaking van het abonne
mentsgeld voor 1966 zijn overgegaan
er beleefd aan herinneren.
Zoals ook bij andere abonnementen
geldt voor het tijdschrift een VOOR
UITBETALING van het abonnements
geld.
U bespaart ons extra werk door in
ning over de post en/of het schrijven
van nota's, welke bovendien onnodig
kosten met zich brengen.
Onze kwartaalabonnees wekken wij
op een halfjaarlijkse/jaarlijkse beta
ling te overwegen, want ook dit zal
kostenverlagend bij onze abonnees
werken.
Toe abonnees helpt onze administra
tie, want behalve het abonnements
geld voor 1966 zijn er nog kwartaal/
halfjaar betalingen van het vorige
jaar die open staan.
DE ADMINISTRATIE
3