Pasen, de Apocalypse en de lampoe templek van ma
8
gooooooooooooooooooooooooooc
5ooooooooooooooooooooooooooo<
Pas als je in diverse kennissenkringen al dan niet bij toeval over Pasen spreekt, merk
je hoe dit "Feest van de Verrijzenis des Heren" in onze christelijke beschaving een ana
chronisme geworden is. Een dag op de kalender die in zoverre bijzonder is dat er één
of meer vrije dagen aan verbonden zijn (en dat is leuk). Bij de meer gelovige mensen is er
een bewustheid van bepaalde kerkelijke verplichtingen en ontegenzeggelijk vaak nog een
eerlijk gevoel van referentie. Maar in contacten tussen gelovigen en "gewone" mensen
merk je toch dat praten over de oorsprong van het Paasfeest, over de bezinning die het
ook hoort te brengen, eigenlijk taboe is. Het gesprek wordt ongemakkelijk; men vermoedt
femelarij; op zijn minst is er lichte ergernis over "geloofssentimentaliteit".
Pasen is eigenlijk voor de meeste men- Twee staaltjes: wie tijdens de vastenweek
sen alleen nog eitjes eten, echt of van
chocola. En wie het beter doen kan, maakt
er een goed eetfeest van. Kijk maar naar de
paas-recepten in alle kookrubrieken. Ik mis
gun het niemand. Dit is ondanks alle rijk
dom vaak geen prettige tijd. En de behoefte
aan een verzetje schijnt groter dan ooit te
voren.
Wat het eten betreft als facet van Pasen
vinden we oorspronkelijk voorafgaand aan
het rijke eten een periode van vasten,
symbolisch voor: vrijwillig afstand willen
doen, opofferen, korban. En dat vasten zit
er tegenwoordig helemaal niet meer bij.
Vervolg van pag. 7
Na een dik uur meende de Ouwe wat op
het water te zien, eerst aan stuurboord,
later ook aan bakboord. Klapperdoppen,
meende hij. De kijker wees echter anders
uit. Het waren geen klapperdoppen, het
waren mensenhoofden. De telegraaf werd
op stop gezet, toen op vol achteruit. De
stuurman werd opgepord, de vlet gereedge
maakt om te worden gevierd. Met het schip
weerbarstig deinend op de korte golven,
kon het reddingswerk beginnen.
Dertien man, waaronder vier hadji's vol
komen uitgeput en bijna zonder kleren, wer
den uit het water gehaald, met spoed aan
boord gebracht en van koffie voorzien, als
mede van sigaretten en droge kleding. Hun
redding verbaasde hen niets. Hadden zij
niet een slamatan gegeven en tot Toean
Allah gebeden? Allah akbar! Hun leven was
gespaard gebleven.
Zonder die stem, zonder dat streekje
stuurboord had hij hen gemist, besefte de
Ouwe. Inderdaad: Allah akbar, Allah akbar!
INZ. ONBEK.
O
O
O
O
Q
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
Eindelijk, mensen! Gij allen, die hebt
meegeholpen deze actie te doen sla
gen, wij kunnen U meedelen dat het
Hongarije is geworden. Onze geza
menlijke patiënte vertrekt binnen korte
tijd naar het land, waar de methode,
volgens welke zij zal worden gehol
pen, voor het eerst werd toegepast;
het land dus, waar de geestelijke
vaders van de toe te passen genees
wijze verblijven.
Let op ons volgend nummer! In dat
nummer zullen wij HAAR aan U voor
stellen. Dan zult U weten aan wier
gezondheidsherstel U hebt medege-
holpen, daarnaast hopelijk verdere
bijzonderheden over de reis en wat
er verder aan vast zit.
Let U op ons volgend nummer? RED.
per vliegtuig reist, zal op het menu onder
aan in bescheiden letters lezen dat de Paus
toestaat dat er op de vliegreis met de vas-
ten-"wet" gebroken mag worden. En DUS
doet iedereen het (wie al te vlug zwakheid
of toegeeflijkheid vermoedt bij de katholie
ke kerk zal bij wat dieper doordenken of
in een gesprek met een R.K. geestelijke,
merken dat deze veronderstelling fout is).
Verder: bij het naderen van de Vastenweek
maakt een populair restauratiebedrijf met
ontelbare filialen voor de TV reclame met
een "Lenten Special" (Lenten Vasten),
bestaande uit gebakken gepaneerde reuzen-
granalen (Jumbo shrimp) met een keurig
assortiment van aardappeltjes, slaatjes en
dessert voor slechts 1.65Vroeger zou
den ze zeggen: "Of je nog een eitje lust!"
Maar het inzicht in de waarde van een
periode van soberheid om het "Raadsel van
de Verrijzenis" te kunnen begrijpen ont
breekt tegenwoordig volkomen.
£n nochtans tart dit Raadsel elk denkend
mens altijd weer opnieuw tot onderzoek.
Ook al schijnt het zinloos. Want het curieu
ze is juist dat hoewel het leven zinloos is,
het zich hardnekkig continueert...alsof het
dus toch wél érgens zin heeft. Dat de Dood,
hoewel hij onoverwinlijk is, toch telkens
weer door het leven voorbijgestreefd wordt.
Dat de mens kan blijven voortleven in het
geen hij gesproken of gemaakt heeft, ook
al is hij zelf dood. Dat onze karaktereigen
schappen in onze nageslachten voortleven.
Elke keer als cultuur en kunst dood schij
nen, komt weer een Reveil, een Renaissan
ce. Zulke "herlevingen" worden niet geor
ganiseerd, niet bewust in elkaar gezet, ze
beginnen als een vonk, onbegrijpelijk, on
blusbaar ook - en nieuwe idealen "vangen"
en "begeesteren" de mens. Het is dit won
der van het "en tóch..." dat de Mens tel
kens weer doet verrijzen uit zijn as. En
het is deze verrijzenis, dit vermogen tot
herrijzen, dat eigenlijk de vreugde hoort te
scheppen van het PaasFEEST.
Nochtans worden maar weinige mensen er
door geboeid tegenwoordig. De onoplos
baarheid van het Raadsel van de Dood
brengt de meeste mensen ertoe zich te
vreden te stellen met de schrale troost van
het leven zo lang en zo aangenaam moge
lijk te maken. Geen piekerans verspillen aan
de Dood of de Herrijzing, neen, probeer NU
zoveel mogelijk te verdienen, te eten, te
reizen, te beminnen, enz. enz. Pas na een
poosje beginnen vele mensen te merken
dat deze schrale troost niet limietloos te
genieten is. Vele vreugden gaan vervelen,
de zintuigen gaan slijten, enz. Vroeger of
later wordt ieder mens tóch gefronteerd
met het raadsel: morgen ben ik dood...en
wat dan? Zelfs het meest frenetieke niet
willen denken, zelfs de meest koppige
vlucht in verdovende middelen of in "wer
ken tot je erbij neervalt", helpt de "ge
nieters van het leven" niet. Het schijnt dat
het Leven óók omvat, de bezinning over
Dood en Herrijzenis.
Het denken in deze richting kent drie
stadia. Het eerste stadium is zuiver nega
tief: "Na mij de zondvloed". "Morgen de
nucleaire oorlog". "In het jaar 2000 de
Apocalypse". Enz. enz. Er zijn honderden
gedachtencomplexen van de Laatste On
dergang. Sommige mensen slaan in wan
hoop de hand aan zichzelf (in Amerika
sterft op deze wijze jaarlijks ruim één di
visie mensen!); andere doen onverschillig
en stoer of zingen "wij zijn niet bang" (wat
in zichzelf een bangheidsverschijnsel is!).
Een mooi voorbeeld zag ik dezer dagen op
het TV-nieuws, waarbij de spreker vertelde
dat Oostenrijkse geleerden met computers
aangetoond zouden hebben dat er 15 tot
20% kans is dat de wereld niet vóór 1977
in een atoomoorlog omkomt. De nieuws-
man trok in twijfel of wel ooit alle factoren
gevonden konden worden om de computers
betrouwbaar te "voeden" en stelde ook de
"menselijkheidsfactor": als Mao Tze Tung
morgen met het verkeerde been uit bed
stapt, IS het al mis...! "Maar", zei hij, "het
kan dus even lang vóór als né 1977 zijn.
Dit jaar geeft dus toch wel enig houvast.
We hebben de tijd dus nog...let us relax
(laten we er gemakkelijk bij gaan zitten!")
Merkwaardig was het ongeschokte en
egoistische karakter van deze uitspraak:
geen "doodschrik": "Mijn God, we hebben
nog maar elf jaren! En wie behoedt onze
kinderen en kindskinderen?" Treffend is
ook dat deze opinie algemeen is. Er is geen
"wereldgeschoktheid". Geen verlangen om
deze hele beschaving bij de schouders te
pakken en door elkaar te schudden en toe
te brullen: "Ben je nou helemaal gek. Wil
je wel eens direct beginnen maatregelen te
treffen om dit onheil af te wenden!" Neen,
men zit en wacht.
Het tweede stadium is merkbaar bij "dóór
denkers". Die dus b.v. zó denken: "De hele
mensheid wordt vernietigd? Hoeveel atoom
bommen zouden daarvoor nodig zijn? Waar
zouden die allemaal neergegooid moeten
worden?" En die dan ontdekken dat al is
de Mens tegenwoordig nóg zo machtig en
nóg zo moorddadig, hij toch niet in staat
zal zijn om alle leven uit te roeien. Er zul
len dus zeker veel "kleine haarden van
menselijk leven" behouden blijven. Zo ja,
waar? En hoe zullen zij de apocalypse over
leven? En wat kan ik NU al doen om dit
voor anderen mogelijk te maken? In dit
stadium is men dus uit het egoisme ge
komen en denkt men aan andere mensen,
aan Het Leven. Dit is de goede stap in de
goede richting. En het is een troost te we
ten dat hóe onverschillig de massa's ook
zijn, er steeds meer kernen komen van
positief denken. En dit is het denken in de
ware Paasgeest: de Verrijzenis.
8