sctmiiM
■rJyhfwt-
^Aül.dhdid-
CORNELIS
van der LIJN
LEZINGEN OVER INDONESIË
(1645-1650)
In 1627 voor de
Compagnie in Bata
via aangekomen,
maakte Van der Lijn
snel promotie: van
opperkoopman tot
buitengewoon Raad
van Indië, vervolgens President van de
Schepenbank, gewoon Raad en in 1642 Di
recteur-Generaal.
G.G. is Van der Lijn op min of meer
onregelmatige wijze geworden. Toen n.l.
van Diemen zijn einde voelde naderen,
droeg hij - tegen de instructies in - het
bewind aan de Raad van Indië over en be
noemde Van der Lijn tot President, totdat
vanuit Holland een G.G. zou zijn benoemd.
De Heeren XVII hebben over deze proce
dure hun afkeuring uitgesproken, maar Van
der Lijn toch in de rang van G.G. beves
tigd.
Ondanks zijn indrukwekkende gestalte
(de Javanen noemden hem captain-pand-
jang) was Van der Lijn een weinig krachtige
figuur. Bij zijn beslissingen steunde hij
voornamelijk op de uiterst bekwame Di
recteur-Generaal, Frangois Caron, in wie hij
een onbeperkt vertrouwen stelde. De ande
re raadsleden kenden Caron echter als een
man, die vooral goed voor zichzelf zorgde,
en zo ontstonden spoedig twee partijen.
Niettemin gingen de zaken der Compagnie
goed. Zij begon de vruchten te plukken van
Van Diemen's voortreffelijke regering en
Van der Lijn kon zijn handtekening zetten
onder vredesverdragen met Bantam, Mata-
ram en met radja Singha.
Tegelijk echter namen de knoeierijen on
der de ambtenaren toe door de slappe
houding van Van der Lijn en het voorbeeld
van Caron. Toen dit de Heeren XVII ter
ore kwam, ontsloegen zij Van der Lijn in
1650, "op zijn verzoek" eervol, riepen Ca
ron naar Holland terug en benoemden Carel
Reyniersz tot G.G.
Het afscheid van Van der Lijn was niet
bepaald hartelijk. Hij ergerde zich over de
benoeming van Reyniersz, woonde diens
authorisatie niet bij en stond de gouver-
neursbank in de kerk pas aan Reyniersz
af toen hij bij resolutie van de Raad van
Indië daartoe werd gedwongen.
De ontvangst in Holland was evenmin
prettig. De gebruikelijke verering van de
commandant der retourvloot werd hem ont
houden, omdat tegelijk met zijn aankomst
de bewindhebbers een klachtschrift over
hem ontvingen van de vrijburgers te Bata
via, die zich door Van der Lijn tenachter
gesteld voelden bij de Chinezen. Volgens
de klagers was Van der Lijn daar zeer wel
bij gevaren en had hij zelfs 100 miljoen
opzij kunnen leg
gen. Dit moet stel
lig als laster wor
den beschouwd.
Van der Lijn's
grootste fout was
dat hij te veel ver
trouwen stelde in
Caron, die daar
ruimschoots gebruik
van maakte. Bron:
G.G.'s van Ned. Ind
ië, door Dr. F.
Stapel.
Vervolg van pag. 4
begrijpt is het begrip niet "leefbaar" in
deze wereld.
Wel eens bepiekerd hoe b.v. een Man
als Jezus nu zou KUNNEN leven? Los van
de maatschappij? Onder een brug? Hij zou
gearresteerd worden als een schooier! Een
hutje bouwen "ergens buiten" zonder
bouw-, vestigings- of zelfs kampeer-ver-
gunning? "Mee naar het bero!" Enz. enz.
Voor een Man Godes is in deze wereld
geen plaats. Misschien ook daarom is mo
menteel de theologische angstkreet (of
koele definitie) "God is Dood" méér waar
dan we ons realiseren kunnen.
"Anders dan God inpikken?" In hemels
naam! We doen het al genoeg. Niet verder
meer. Niet verder meer. T.R.
UIT DE TAO TEH KING
De Rede is leeg, maar haar toepassing
is onuitputtelijk. Haar grondigheid gelijkt
werkelijk de aartsvader van de tienduizend
dingen.
Het zuiverste Goede is als water. Het
water is weldadig voor alle tien duizend
dingen, en nochtans twist het niet.
Dertig spaken komen bijeen in één naaf
en op hetgeen niet is, het gat in de naaf,
berust de zin van het wiel.
Klei wordt gekneed tot een pot en op
wat niet is (de holte van de pot) berust
de zin van de pot.
Daarom is alles wat is, bestaand, maar
wat niet is, geeft het zin.
Zelfs zegevierende wapens zijn niet ge
zegend onder de werktuigen der mensen,
en het ware beter dat de mensen ze ver
meden. Daarom zal de mens met Rede er
niet op vertrouwen.
Wie overwint, verheuge zich niet. Vreug
de bij een overwinning betekent het zich
In vele correspondenties en gesprekken over Indonesië werd Tjalie de vraag 1
gesteld: "Waarom vertel je dit niet in ruimer kring? Ook al zijn we het niet 1
ten volle met je eens en staat nog te bezien of je het bij het rechte eind hebt,
één ding is zeker: dat we van de samenhang van veel gebeurtenissen en de I
oorsprong van veel raadsels nu meer begrijpen!" j
Niemand vroeg mij om hier breeduit in Tong Tong over te schrijven. En men 1
zag ook in, waaróm het niet kan. 1
Gaarne ben ik echter bereid om IN DE PRIVé KRING van Tong Tong-abonnees 1
en hunne gasten te vertellen van persoonlijke ervaringen en daarover te dis-
cussiëren. Lees goed: niet mijn eigen visie aan U op te dringen (zo zoetjes aan J
n heb ik geleerd dat dat onmogelijk is), maar om U eventueel te helpen met een
paar onduidelijkheden in Uw eigen visie. En misschien om U een beetje idee
te geven van mijn standpunt en moeilijkheden. Daarna staat immers discussie J
vrij open? We kunnen "saudara's" blijven ook in onze controversen.
Voor wat abonnees in Den Haag betreft: breng een kring bij elkaar van niet
minder dan 15. Wilt U er veel meer bijeen brengen, huur gezamenlijk een zaaltje
I af. Dat kost U ieder maar een paar kwartjes. j
Voor wat abonnees buiten Den Haag betreft. Ik ben bereid overal naar toe
i te komen, als men a. het retourtje van mijn trein opbrengt, b. mij onderdak I
j geeft (een hotel is niet nodig, de sofa in de huiskamer is fijn), c. de groep I
j maar groot genoeg is om gezellig, breed en efficient te kunnen spreken. Dus niet
j minder dan 20. j
Veel vrije tijd heb ik niet. Met één sampan van 20 mensen ben ik beter I
geholpen dan vijf van 4. I
Geen makanan, geen bijzondere kleding, geen amusement, maar ook geen
j verslaggevers (die weten trouwens al genoeg). Invitaties royaal van tevoren
j regelen. Richten aan mij persoonlijk, adres Den Haag, Tong Tong. Op briefkaart
of envelop in de linkerbovenhoek schrijven: INVITATIE. j
Tot ziens. TJALIE ROBINSON j
mm!
verheugen over de slachting onder mensen.
Wie de slachting van mensen aangenaam
vindt, zal voorzeker niet kunnen regeren.
(Lao Tse was officier en generaal vóór
hij zich terugtrok in wijsbegeerte!).
De verwrongenen zullen recht worden,
Die vertrapt zijn, zullen zich herstellen,
De ledigen zullen vervuld worden,
De uitgeputten zullen kracht uitstralen,
Die weinig hebben zullen ontvangen,
En zij die veel hebben, zullen wroegen.
(Er is een wetmatig evenwicht tussen te
weinig en te veel, die altijd zoekt naar
herstel).
De harden en sterken zijn de genoten
van de dood; de delicaten de genoten van
het leven. (Het gras is beter dan de boom).
Ware woorden zijn niet aangenaam; aan
gename woorden zijn niet waar. De goeden
zijn niet twistziek; de twistzieken zijn niet
goed. De wijzen zijn niet geleerd; de ge
leerden zijn niet wijs.
De heilige (de goed levende mens) ver
gaart niet. Hoe meer hij voor anderen doet
hoe meer hij zelf wint. Hoe meer hij geeft
aan anderen, hoe welvarender hij leeft.
De uiterste verlorenheid (het afstand
doen van alles) geeft de volste rust.
Terugkeer tot de oorsprong betekent
rust. Het betekent de terugkeer volgens
bestemming. Terugkeer volgens bestem
ming betekent Eeuwigheid. Het eeuwige
kennen is Verlichting. Wie het eeuwige niet
kent, doet driften ontwaken. En dat is
slecht.
Rijk en hoog maar trots brengt onder
gang. Verdienstelijk zijn en beroemd en
zich dan terugtrekken, dat is de juiste weg.
5