MAGELHAES en
het RIJK MA ESA
FERNAO DE
MAGELHAES
In de volgende hoofdstukken wordt
eigenlijk in diverse opzichten hetzelfde
omtrent Magelhaes en zijn reis rond de
wereld verteld als in "De eerste Man
rond de Wereld; de Sumatraan Enri
que" in de nummers 15 en 16 van
Tong Tong. Naarmate het verhaal vor
dert, zal men echter merken dat het
accent op diverse gebeurtenissen tijdens
deze wereldreis en het karakter van
Tong Tong zich meer en meer ver
plaatst naar de visie "van de Minahas-
sa uit".
Nochtans moet niet al te snel ge
dacht worden dat historische feiten ge
forceerd worden "omgebogen" om een
legende waar te maken. Daarvoor is
b.v. de heer Takundung een té eerlijk
en te nauwgezet onderzoeker, die wer
kelijk een massa historisch materiaal
zorgvuldig heeft uitgepluisd.
Zeker is immers dat de reis van
Magelhaes door westerse historici is
gereconstrueerd uit een groot aantal
gegevens, die niet onomstotelijk bewe
zen zijn en zelfs positief vervalst kun
nen zijn. De overlevenden van de reis
hebben namelijk alles wat mogelijk was
gedaan om de eer aan zich te trekken
na Magelhaes' dood. Het oorspronke
lijke handschrift van de werkelijk be
trouwbare Pigafetta was gestolen en
nooit teruggevonden. Té veel doden
hebben sleutels naar de waarheid van
deze reis mee naar hun graf genomen.
Ook het zo exact mogelijke relaas van
Magelhaes in de WESTERSE historie
is voor een deel legende...
Laten we dus zonder vooringeno
menheid de lijn volgen, die Menado-
neze onderzoekers pogen te volgen.
Hierbij onthoudt de redactie van Tong
Tong zich van commentaren en laat
alles wat gezegd wordt voor rekening
van de opstellers. Een alleszins boeiend
verhaal wordt daardoor zeker behou
den.
Fernao de Magelhaes is een van die fi
guren, die in de rumoerige jaren rond de
overgang van de vijftiende naar de zestien
de eeuw in Spanje naar voren kwamen.
Portugees van geboorte, trad hij, na in Por
tugal in ongenade te zijn gevallen, in
Spaanse dienst. En alhoewel hij onder de
vaan van Portugal reeds lauweren had ge
oogst, kwam zijn naam eerst onder Spaan
se vlag tot wereldbekendheid.
Hij was een zoon van de adellijke familie
Magelhaes en werd omstreeks 1470 (som
mige geschiedschrijvers noemen in dit ver
band 1480) geboren, in de provincie Fran-
ces-Montes (villa Sabioga). Zijn eerste op
voeding kreeg de jeugdige Magelhaes in
het paleis van Koningin Leonora, gemalin
van Juan II van Portugal. Zeer waarschijn
lijk diende hij de Koningin als page.
Aan deze opleiding aan het vooruitstreven
de hof van Portugal moet het wel worden
toegeschreven, dat Fernao een voor die
Meer van TONDANO
tijden ruime algemene ontwikkeling ver
kreeg en zijn interesse vooral werd gericht
op wetenschappen, zoals staatkunde, ge
schiedenis en aardrijkskunde. Portugal was
immers juist in die tijd doende zijn vleugels
uit te slaan, ook naar andere werelddelen
dan Europa.
Omtrent zijn prille jeugdjaren is overigens
weinig bekend. Zelfs betreffende zijn feite
lijke geboorteplaats bestaat verschil van
mening. Werd hierboven als zodanig de
villa Sabioga genoemd, andere documen
ten spreken weer van het plaatsje Figueiro
in Estramadura.
Met zekerheid weet men slechts, dat hij in
1504 te Lissabon en later (1519) in Oporto
woonde.
Nauwelijks 20 jaren oud maakte hij reeds
zijn eerste reis naar Indië (India), naar
sommigen beweren onder d'Albuquerque.
Van andere zijde wordt dit echter weer
bestreden.
Zijn militaire loopbaan begon de jonge
Magelhaes in India. Francisco de Alemeida
was daar toentertijd onderkoning. Zijn
rechtschapen karakter en zijn helder ver
stand kwamen toen reeds naar voren. De
buitengewone moed, die hij aan deze ei
genschappen paarde, deden hem opvallen.
In de "Decadas del Asia" van Juan de
Barros wordt omtrent deze periode van
Magelhaes' leven het volgende verteld.
Per schip van Cochin naar Portugal reizen
de, leed hij schipbreuk. Ook het in de na
bijheid varende zusterschip ging ten gron
de. De bemanningen van beide schepen
konden zich in sloepen redden en bereikten
een eilandje. Al dadelijk dreigden onder de
geredden grote moeilijkheden te ontstaan,
omdat de officieren het eiland wilden ver
laten. De schepelingen weigerden dit ech
ter, omdat zij vreesden dat de overbelaste
schepen geen veilige haven zouden kun
nen bereiken. Magelhaes maakte aan het
getwist een einde, door aan te bieden als
enige officier bij de bevreesde beman
ning te blijven. De overige officieren zou
den dan trachten de naastbijzijnde haven
te bereiken en vandaar uit hulp te zenden.
Zo geschiedde. De officieren hielden
woord en zodoende werd de gehele be
manning der beide schepen gered.
Dit verhaal zal wel niet overdreven zijn
want Juan de Barros was geen vriend van
Magelhaes.
Terugkomende op
Magelhaes' dienst
tijd in India: de
Engelse geschied
schrijver is daarom
trent wat uitvoeri
ger.
Magelhaes vertrok
naar India in 1505.
De 16e maart 1506
liep hij een verwon
ding op in een ge
vecht bij Cannano-
re. Van die ver-
Fernao de Magelhaes
wonding hersteld, werd hij met Nuno Vaz
Pereira naar Sofala gestuurd om daar een
versterkt fort te bouwen. In 1508 keerde hij
naar India terug en werd opnieuw gewond,
ditmaal in een veldslag bij Diu (3 febr.
1509).
Vanuit Cochin aanvaardde hij de 19e au
gustus 1509 onder Diego Lopes de Se-
queira, een tocht naar de "Specerij-eilan
den". Op Malakka viel men echter ten
prooi aan de, in de Portugese analen als
het "verraad van Malakka" aangeduidde,
overval van Maleise troepen. Deze expedi
tie leed ernstige verliezen, maar het gelukte
de Maleiers niet om de Portugezen te
verdrijven.
In verband met zijn militaire verdiensten
was Magelhaes inmiddels tot Kapitein be
vorderd. Na zich nogmaals op Malakka,
thans onder d'Albuquerque, onderscheiden
te hebben, werd hij door de Onderkoning
Antonio d'Abreu opnieuw naar de Specerij
eilanden gezonden. Deze expeditie bereikte,
Java en Madura aan stuurboord-zijde la
tende, Ambon. De geweldige hoeveelheid
specerijen, die men daar aantrof, deed de
onderzoekers niet verder varen. Ternate
latende voor wat het was, aanvaardde men
Lees verder pag. 16, kolom 2