VAN BLEWAK NAAR TOPOH Boekhandel VOOR ELCK WAT WILS HERINNERING KOOPT UW BOEKEN BIJ UW BOEKHANDEL Gebeurt het U ook wel eens, dat U niet op een naam kan komen? Dat men het bijna "weet", maar het niet kan produce ren? Mij gebeurt het dikwijls en soms duurt het jaren voordat een gebeurtenis of een onverwachte confrontatie het onwillige ge heugen los maakt. Ik zit nu bijvoorbeeld al vijf jaren lang mijn hoofd puntig te peinzen om me de naam van die jonge spil van Excelsior te herinneren, die of in 1925 of 1926 of 1927 in het Soerabajasche elftal tijdens de steden wedstrijden "de ster van het veld" was. Hij verdween van het toneel met een hartvergroting. Genoeg hierover. Ik heb jarenlang papayas gegeten buiten Indië. In Mexico en Puerto Rico, in Cura sao en Venezuela en wat ik ook deed, ik kon het oude vertrouwde woord "katès" niet meer voor de geest halen. Tot dat we niet lang geleden een tochtje maakten bui ten Bombay waar het hier en daar bedrie- gelijk veel op ons Indië kan lijken. Plotse ling de confrontatie met zoiets puur Indo- nesies als een stukje sawah, een bamboe stoel, een pagger en vruchtbomen. Mijn geheugen schokte wakker en ik schreeuw de tegen Agaat: kates, verdkates en kembang temblek en djambu en sawoh en, en... Toen ik Tjalies' artiekel las van het blewak krabbertje (Tong Tong van 15 juli '66) werd mijn roestige geheugen weer los geschokt en de naam Topoh kwam met de stoffige herinneringen naar boven drijven. Waarom nu juist Topoh weet ik niet goed want voor zover ik me herinneren kan verkocht hij geen blewak. Maar hij verkocht wel stroop in Soerabaja op Genteng op de hoek bij de brug. Mijn eerste kennismaking met To poh was in 1924 of 25 toen mijn school- auto medereizigers mij voor het eerst mee namen naar Topoh. Anton Coors, Jan Beek man Lapre, Cor en Miel Barkmeyer, Lulu Dornseiff, allemaal uit Sidoardjo. Gewelde naren, in mijn 11- of 12-jarige opinie, want ze gingen al naar de HBS op Ketabang en op de NIAS en ik ging nog maar pas naar die "keten-school" op Genteng. Topoh opereerde in een houten keet op de hoek van Genteng schuin tegenover de brug. Men bestelde "poetih" of "tjoklat" of "merah" en men kreeg een fors glas met setrop, overvuld met es pasra welke eruit stak als bierschuim op een glas bier. De techniek was dat je het ijs met je hand palm in het glas moest drukken. Je moest dan met een lange lepel het ijs tot smelten brengen door te roeren en te stampen. Het was gewoon afschuwelijk lekker. De houten keet bevatte een tafel met vier banken er omheen en Topoh presideerde. Hij had een witte badjoe kaos aan en een madras sa rong. Hij had een witte koploh op en hij had een puntbuik. Men zei dat hij schatrijk was. In elk geval streek hij dubbeltjes op voor elk glas stroop. Topoh was zwijgzaam, hij liet alle schandaleuze opmerkingen tegen hem, langs zich heen gaan, nam bestellin gen aan, serveerde en streek dubbeltjes op zonder een woord te zeggen. Hij zei waar schijnlijk niets omdat hij altijd een stompje uitgedoofd sigaar in zijn mond had welke waarschijnlijk als sosor dienst deed. Het gaf de indruk dat hij jaren lang op dezelfde sigaar zoog. Een verdere attractie waren de gado-gado en tahoe verkopers die zich verzamelden bij zijn keet. Het werd een vicieuze cirkel. Vervolg van pag. 7 (MAGELHAES) Vervuld van zijn ideaal, diende Magelhaes Spanje niet zoals hij Portugal gediend had. Er was geen band, die hem aan Spanje bond. Hij gebruikte dat land slechts als middel om zijn ideaal te verwerkelijken. Dat hij daarbij middelen te baat nam, die - in onze ogen - niet altijd even fraai waren, kan men hem, gezien de tijd en omstandig heden, waaronder hij leefde, nauwelijks ten kwade duiden. Dat voor de verwezen lijking van zijn ideaal, hij list en bloedige strijd niet uit de weg ging, is - gezien in het kader van zijn tijd - Magelhaes m.i. wel te vergeven. In ieder geval getuigen zowel de officiële geschiedschrijvers als de Overlevering, van zijn daden als op heel wat humaner wijze geschoeid dan die van zijn mede-Conquistadores elders. Magelhaes ving zijn tocht naar de Specerij eilanden aan - zo vertelt ons de overleve ring - met een vloot versterkt door vele Filipijnse schepen en ongeveer zes dui zend man Filipijnse en Japanse strijdkrach ten. (Hier vindt men dan de 6000 man terug, die volgens de officiële geschiedenis te genover hem zouden hebben gestaan bij zijn laatste strijd op Mactan). Men at gado-gado zo pedis, dat je weer een "poetih" moest hebben om het te blussen. De slimme Topoh had dit waar schijnlijk zo gearrangeerd. Topoh was een plaats van samenkomst voor scholieren van de K.E.S., H.B.S., NIAS, Christelijke Mulo. Ik viel dus als Lagere Scholier een beetje uit de toon (en was meer een bewonderend toehoorder dan een gespreksdeelnemer). De gesprekken meneer, dat was me wat. Sport en keten en schurkestreken tijdens de lessen. Ik heb geheugenflarden van de voetbalhelden daden van Keasberry's en de athletiek prestaties van Keus (400 m en speerwer pen), van de kleine Schot Mcintosh die als 14-jarige HBS scholier nummer drie werd tijdens de Soerabajaansche marathon. Ik hoorde van de in brand gestoken pa piermand tijdens de les van Heinsius de geschiedenisleraar op de HBS. Topoh werd voor mij een soort oase, waar men heerlijke stroop kon drinken, aan zijn lekkere hon ger kon voldoen en een plaats van status waar ik werd getolereerd bij die heweldihe HBS-ers. En wat was het eigenlijk. Een vervallen houten keet, een vuile tafel, eten en drinken vol met gevaarlijke bacteria. Maar de laatste lesuren op de Genteng school werden dragelijk door de gedachte dat we aan het einde ervan bij Topoh een glas "poetih" zouden drinken. Vooral als je moe en warm die laatste schooluren in ging omdat tijdens het speelkwartier bij het goalen met een tennisbal, veel energie ver speeld werd door vruchteloos te proberen Carl Teitler, Jacques Gentis of Rudi Cas- tens te verlakken Er is geen logies verband tussen Tjalies blewak verhaal met de harde strekking en dit spel met mijn geheugen, maar wie zegt dat logica een rol speelt in mijn zalig makende herinneringen? P.S. Wie was die spil toch? JAN BALL Aan Europeanen omvatte zijn legermacht rond 400 gewapenden. In de legertros be vonden zich verder priesters, geleerden en kunstenaars, als mede enige inboorlingen van Zuid-Amerika. De invasie-troepen bezetten eerst enige kleinere eilanden ten Noorden van de Mi- nahassa (vermoedelijk deden zij ook een landing op Halmaheira, althans er zijn aan wijzingen, dat vóór de komst van Spanjaar den als officiële bezetters en later de Hol landers, op Halmaheira reeds andere Euro peanen geweest waren). Vanuit deze kleine eilanden deed men ver scheidene verkenningstochten rondom het schiereiland, waarop de Minahassa thans ligt. In de veronderstelling, dat dit vreemd- gevormde langwerpige schiereiland een ei land zou zijn, dat men omzeilen kon. Het vreemdsoortig gevormde eiland Cele bes heeft zeevaarders in oude tijden vaak het idee gegeven dat hier niet één grillig gevormd eiland was, maar een groep losse eilanden. De "kop" van het eiland b.v. kon men van vier windstreken uit bezeilen en kon "dus" best een eilandje op zichzelf zijn. Misschien dus één van de specerij eilanden "ergens ten Zuiden van de Fili- pijnen"? POCKETS LITERAIRE WERKEN HIST. WERKEN KOOKBOEKEN STUDIEBOEKEN Een simpel giro'tje waarop de be stelling is vermeld, is voldoende. GIRO 6685 Tel. 0 70-542 542 Prins Mauritslaan 36 Den Haag

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1966 | | pagina 18