WAT IS ISLAAM
TULUNG MENULUNG
door R. L. MELLEMA, lit ind. drs.
Ill b. De profeet van de Islaam,
een leven van geloof en vertrouwen.
(VERVOLG)
De emigratie naar Medina betekende een
ommekeer in het leven van de profeet. Wel
hebben de Mekkanen, die hem nu als een
dreigend gevaar begonnen te zien, getracht
in een drietal aanvallen de groeiende macht
der muslims te knotten, maar zowel in de
slag bij Badr (maart 624), als bij Uhud
(maart 625) wisten de muslims de aanval
lers terug te slaan. Ook de derde poging,
bekend als het beleg van Medina (april
627) had geen succes. De groei van de
muslimse gemeenschap weerspiegelt zich
in de openbaringen die in deze periode
door de profeet werden doorgegeven. Ter
wijl de openbaringen in Mekka de nadruk
legden op het geloof in de Enigheid en
Eenheid en Macht van Allah, zijn die in
Medina er meer op gericht dit geloof in
daden om te zetten. Aansporingen tot het
goede en waarschuwingen tegen het kwaad
gaven de Mekkaanse openbaringen; aan
wijzingen van hetgeen goed is en hetgeen
slecht is, vormen meer de inhoud van de
Medinensische hoofdstukken. Tegenover de
zuiver profetische periode van Mekka, stelt
zich in Medina de vervulling van het pro
feetschap.
Van die vervulling moet de profeet zich
bewust zijn geweest, toen hij tegen het ein
de van het tiende jaar van de Hidjrah zich
opmaakte om de pelgrimstocht naar Mekka
persoonlijk te leiden. Het was reeds enige
jaren geleden, dat de machtsovername van
Mekka plaats had gehad zonder dat een
druppel bloed gevloeid was. Geheel Arabie
Abonnee Mevr. J. H. Puister-Hoedt is van
mening dat als Indische mensen elkaar
maar méér zouden benaderen, we elkander
tot veel meer nut zouden zijn.
Ze zegt: als alle (oudere of hulpbehoe
vende) mensen zich aan een vast adres
opgaven voor "hulp gevraagd" en alle jon
gere of flinkere mensen, die ergens best
kunnen helpen in de houshouding, nu eens
meer overleg zouden plegen, zou er veel
meer gerief komen naar twéé kanten.
Want natuurlijk gaat het niet voor niets.
Zij die hulp van node hebben, willen er
graag voor betalen .En er zijn er genoeg
die best wel een goede stuiver extra zou
den willen verdienen.
Hoofdzaak is dat Indische mensen ande
re Indische mensen helpen. De sfeer is
vertrouwder; er is veel meer "familiever
bondenheid" en niet die strakke stijve werk
gever/werknemer verhouding.
Het idee lijkt ons zo goed, dat we mevr.
Puister verzochten of zij het initiatief wilde
nemen met het aannemen van telefoontjes
en briefjes. Dat wilde ze best doen. Hier is
dus haar adres:
Mevr. J. H. PUISTER-HOEDT, LEYWEG
36, DEN HAAG, TEL. 36.18.29
Zij die hulp nodig hebben: kunnen dus
aan haar opgeven: hun adres, wat voor
soort hulp verlangd wordt, gedurende wel
was nu geïslamiseerd en 124.000 pelgrims
uit alle richtingen trokken naar Mekka ter
viering van de Haddj. Waar Mohammad
20 jaar geleden bespot en afgewezen werd,
heerste nu een enthousiaste toewijding en.
aanhankelijkheid. Staande op de Djabal-al-
Rahmat, die heuvel die de vlakte van Ara-
faat beheerst, aanschouwde hij slechts
scharen van toegewijde vrienden en bond
genoten. Op deze 9e dag van de 12e mnd
waarop de pelgrims ook nu nog in deze
vlakte de dag doorbrengen om voor Gods
aangezicht te verschijnen, ontving de pro
feet een openbaring, die een huivering van
vreugde door de menigte deed gaan. Het
zou zijn laatste openbaring zijn, te vinden
in Hfst. 5, vers 3 van de Heilige Qor'aan:
"Heden heb IK uw godsdienst voor u vol
komen gemaakt en MIJN gunst aan u vol
tooid en het heeft MIJ behaagd om ISLAAM
voor u godsdienst te doen zijn". In de toe
spraak die hij bij deze gelegenheid tot de
verzamelde pelgrims hield, heeft hij reeds
gezinspeeld op een naderend einde. De
toen gesproken woorden vinden nog steeds
weerklank. "O mensen, ik weet niet, of ik
u na dit jaar ooit weer op deze plaats
terug zal zien. Maar weet, dat uw bloed
en uw bezittingen heilig zijn tot op de dag,
dat gij uw Heer zult ontmoeten, gelijk heilig
zijn deze dag en deze maand. En het is
absoluut zeker, dat gij uw Heer zult ont
moeten en dan zal Hij u vragen naar uw
handelingen. Zo heb ik het u altijd gezegd.
O, mensen, weet dat elke muslim een broe
der is van zijn medemuslim en dat de mus
lims een broederschap vormen en dat het
niemand is geoorloofd iets van zijn broeder
ke tijden en wat voor vergoeding ervoor
gegeven wordt.
Zij die hulp verlenen, geven hun adres
wat voor soort werk zij kunnen of willen
doen en wat de gewenste betaling is.
Als wij elkander vriendelijk benaderen,
loopt alles best goed. In Amerika doen
duizenden Indische mensen hetzelfde al ja
ren lang tot hun genoegen en met een
aardige, welverdiende betaling erbij. Dat
kan hier ook.
Mevr. Puister verzamelt gewoon twee
lijstjes reflectanten en bestudeert de adres
sen, zodat ze gemakkelijk "koppels" vinden
kan die niet te ver van elkaar af wonen.
De werkzaamheden die alzo gedaan moe
ten worden zijn: kamer opruimen, stofzui
gen, boodschappen doen, ramen zemen,
helpen met de "kleine keuken", gezelschap
houden, voorlezen, trappen schoonmaken.
Zowel flinke scholieren als schoolmeisjes
kunnen dus hun tijd nuttig besteden voor
een leuke zakcent.
Maar vooral: in menig eenzaam leven
wordt een uurtje gezelligheid gebracht! Wie
geeft zich op?
P.S. Dit geldt natuurlijk alleen voor Den
Haag. Maar in andere steden kan hetzelfde
bereikt worden als maar één zich via Tong
Tong beschikbaar stelt.
(Bismillahi rrahmani rrahim, d.i. In naam van
Allah, de Barmhartige, de Genadige).
te nemen, dan hetgeen hij zelf van ganser
harte geeft".
Kort na zijn terugkeer in Medina werd de
profeet ziek. Hoewel zijn krachten begon
nen af te nemen, bleef hij zo lang mogelijk
de gebeden in de moskee leiden. Maar als
hij zich te zwak voelde, wees hij Abu
Bakr aan om hem te vervangen. In de voor
middag van de 12e van de 3e maand (Rabi-
al-Awwal) stierf de profeet, terwijl zijn
hoofd rustte in de armen van zijn jeugdige
en zeer toegewijde echtgenote A'isha. Zijn
neef, Ali, overweldigd door verdriet, begaf
zich naar buiten. Daar trof hij Umar aan,
die tot hem zeide: Zeg, Ali, die lafaards
daarginds beweren dat de profeet gestor
ven is. Ali gaf geen antwoord en liep door.
Umar ging daarop naar de poort van de
grote moskee, waar zich een menigte ver
zameld had, om hen toe te spreken. Toen
verscheen Abu Bakr en tot hem zei Umar
weer: Die lafaards zeggen, dat de profeet
van God dood is. Maar ik beweer, dat hij
leeft. Men moest hen de tong uit de mond
laten rukken. Abu Bakr liet hem begaan
en ging naar binnen, waar hij A'isha in
diepe verslagenheid aantrof. Het lichaam
van de profeet was met zijn mantel bedekt.
Abu Bakr onthulde het gelaat en zeide:
Dierbaar waart gij mij in uw leven, dierbaar
zijt gij mij ook in de dood. Hij legde de
mantel terug en ging naar buiten. Daar
vond hij Umar nog steeds betogende tot de
menigte dat de profeet niet sterven kon.
Blijf kalm, zeide Abu Bakr, en zich toen
tot de mensen richtende, zei hij: Alleen dit
heb ik u te zeggen: Voor een ieder die
Mohammad aanbad, voor hem is Moham
mad gestorven. Maar voor hem die God
aanbidt, die wete, dat God leeft en nimmer
sterven zal. Toen reciteerde hij een vers uit
de openbaring, dat is opgetekend in Hfst.
3 144 "En niet is Mohammad dan een
boodschapper. Boodschappers voor hem
zijn heengegaan. Indien hij sterft of gedood
wordt, zult gij u dan omwenden op uw
hielen? Maar wie zich omwendt op zijn
hielen, aan Allah doet hij in 't geheel geen
schade. Allah zal hem, die dankbaarheid
tonen, belonen".
Het was alsof nu pas de ware zin van dit
vers tot de menigte doordrong. "Toen ik
Abu Bakr dit vers hoorde reciteren", placht
Umar later te zeggen, "was het alsof de
grond onder mijn voeten wegzonk. Toen
besefte ik pas, dat de gezant Gods inder
daad van ons was heengegaan".
God leeft. Dat is de kern van het geloof,
door Mohammad aan de mensheid verkon
digd. Hem hebben wij te dienen, zowel in
onze woorden als in onze daden. Hoe een
muslim dit laatste kan bereiken, in een
volgende bijdrage.
8