ANNIE KROHN, Pola Negri van Java
rWr?n«i>
4*
VHÜjtnitii
hier over haar
De lawine Amerikaanse en Duitse films die in de 20-er en 30-er jaren het oude
Indië bedolf, maakte dat verreweg de meesten van ons nooit wat gezien hebben
van de Indische films. Enkele jaren terug schreven we reeds over de heer
Carli, die Indië's (en Indonesië's) eerste producer was. Met zijn truc-opnamen
was hij Amerika zelfs vèr voor!
Zijn "leading lady" voor alle glansrollen was Annie Krohn, die
ervaringen vertelt.
Ik was al van jongs af dol op toneelspelen,
dansen en zelfs goochelen!
Toen ik 15 was speelde ik de rol van een
man, een onderwijzer, omdat de jongens op
school niet aan die "flauwe kul" wilden
meedoen.
Mijn vader had uit Duitsland speciaal de
"toverspullen" besteld, allemaal dingen met
dubbele bodems en onzichtbare draden enz.
Ik was pas 8 jaar oud, toen ik al goochel-
voorstellingen gaf aan al de kampongkin
deren. Ik had ook jaren les in Serimpi en
andere Wajang Orang dansen (als Ardjoe-
no etc.); mijn leraar was Raden Soekro, een
veteraan in hofdansen.
Op een dag verscheen er een advertentie
in De Preangerbode in Bandoeng waarin
spelers voor een te maken Indische film
werden gevraagd. Ik herinner me nog de
phrase:
"Wij verwachten dat alle Pola Negri's van
Java zullen verschijnen!!" En ik schreef te
rug: "Ik ben helaas geen Pola Negri, maar
zou toch zo graag willen spelen" en ver
telde zo'n beetje over mijzelf.
De Film Maatschappij was opgericht door
de heer Carli, die juist een film in Bali
had voltooid. (1929).
Wel, ze namen me aan en de eerste film
heette: De stem des bloeds. De hoofdrol
werd gespeeld door de bekende psychome-
trist Sylvain Boekebinder als mijn vader;
mijn moeder was een Soendanese vrouw,
heel mooi! Mijn broer was de heer Cobet,
en zijn meisje Vally Lauck. Ik speelde een
bijrol, de dochter. Beknopt verhaal: Een
Hollandse planter, die een Soendanese
vrouw had, verliet haar en twee kleine kin
deren en ging -terug naar Holland. Daar
trouwde hij met een weduwe met knappe
dochter. Hij was echter nooit in staat zijn
familie in Java te vergeten, (kwam het door
dat zijn eerste vrouw steeds met behulp
van goena-goena dat had bewerkstelligd?)
Hij vocht tegen die drang om terug te
gaan, totdat zijn tweede vrouw stierf, waar
na hij toch, met medeneming van zijn knap
pe stiefdochter, naar Java vertrok Zonder
dat hij besefte dat het zijn eigen zoon was,
bezorgde hij moeilijkheden aan een jonge
knappe man. Natuurlijk iiep het goed af,
toen alles was opgeklaard.
Een speciale attractie was de olifanten-
jacht, waar ze de bekende olifantenjager,
de heer van Haastert hadden ge-engageerd.
Er waren een paar adembenemende scenes,
toen een gewonde olifant attakeerde, maar
vlak voor de camera 't genadeschot kreeg.
In die tijd (1929) vond het publiek die
films prachtig en we hadden ook veel suc
ces. Wat leidde tot een tweede film:
Sarinah, het verhaal van een schone maagd
van het Zuiderstrand die een danseres
werd. Ook hier werden de meeste rollen
door Indo-Europeanen gespeeld, ze waren
veel vrijer en niet zo verlegen en niet zo
Pola Negri van ]aia.
"Adieu, mem kleine Gardenoffizier
Und vergiss mich nicht!"
theatraal als spelers van de Indonesische
stamboel (of andere beroepsspelers).
Het was niet zozeer de uit het hoofd ge
leerde dialogen die belangrijk waren, maar
de gezichtsuitdrukkingen (in de close-ups).
Ze konden natuurlijk practisch niet aan
amateurspelers komen vanwege de strenge
adats. In deze film speelde de bekende
Henri Burger een komieke rol, en ook in
deze film trouwde Sarinah een Westerling
gespeeld door Bob van Mens, een prima
zwemmer, die een gedurfde duik van een
heel hoge rots in Pelaboean Ratoe deed om
zijn geliefde Sarinah te redden, die zelf
moord probeerde te plegen. Maar ook hier
kreeg het publiek zijn zin, en was eind
goed al goed. De derde film: Karina's
zelfopoffering, waarin ik weer de hoofdrol
kreeg te spelen, was over het hof van een
sultan met al zijn intriges. De heer Carli
had zeer vernuftig de optocht, waarin de
Sultan van Solo jaarlijks met zijn gevolg in
pracht en praal van het hof naar de Moskee
ging, in de film ingelast. Hij had het doen
voorkomen alsof Karina (zittende in een
prachtige draagstoel) in haar fantastische
bruidscostuum, beladen met juwelen (alle
maal gehuurd) haar verdrietige reis maakte
naar de moskee om te trouwen met de rijk
aard. Deze sluwe schurk, die veel invloed
had aan het hof, had haar beloofd om haar
broer van de doodstraf te redden, mits ze
met hem trouwde. Natuurlijk werd hij op tijd
ontmaskerd. Ik herinner me een van de
scenes op de passer in Djokja, waar ik
uitgehongerd om eten bedelde, welke in
echt gulzig moest opeten. We hadden veel
bekijks en gelukkig lachte niemand. Dat is
altijd het ergste, als je wordt afgeleid.
Ik moest ook eens een Spaanse dans uit
voeren (die ik goed had afgekeken van
Amerikaanse films) en hoopte maar dat het
echt zou lijken. Ik was dan ook verrukt,
toen ik op een tea-party van de Resident
van Bandoeng, de heer Jasper, een com
pliment kreeg. Hij vroeg me, waar ik het
dansen had geleerd, want ik had het goed
aangevoeld. Hij was zelf jaren lang in
Spanje! Ook bij de bevolking scheen ik
populair te zijn; overal herkenden ze me
en kwamen ze naar me toe.
De man die de film-industrie had kunnen
maken, was de heer Berretty. Hij wilde
studios bouwen achter zijn Villa Isola, en
was al in onderhandeling met Tobis-Klang-
film...toen de vreselijke slag kwam met al
de geruchten over hem. Hij was gedood in
de ramp met de UIVER.
Er was eigenlijk nooit veel geld voor de
filmerij en dat is jammer. Want niettegen
staande de vele moeilijkheden met de Cen
suur, en strenge Oosterse zeden en ge
woonten is het Oosten zo rijk aan Cultuur
en materiaal. Het is juist wel goed dat al
die liefdes-intimiteiten van Europese films
zijn verboden. Ook alles wat rassenhaat
kan opwekken; het is moeilijk om dan nog
een goed verhaal in elkaar te zetten!
Ik was zeer aangenaam verrast toen ik een
exemplaar van het blad: Education and
Culture, uitgegeven door het Indonesische
Ministerie van Propaganda toegestuurd
kreeg in 1954, waarin ik met foto's een
goede recensie kreeg, als een van de
eerste filmactrices. Na mij waren er velen
gevolgd, vooral onder de Indonesiërs.
Op het toneel heb ik ook in verschillende
Indische opvoeringen gespeeld, zoals:
Het Pandbriefje - De Nonnah - eet.
ANNIE STEYN
Annie Krohn en ]an Kluit.
Tirtoredjo, Annie Krohn, Guus von Heartl
en William Batten. Ah, wat jammer dat we
dié films gemist hebben!