OVER IND. BLOEMEN ENZ.
wagen had hem zo verschrikt, dat voor zijn
harde botsing bomen weken, waarbij één
olifantstand in de stam bleef hangen.
De met zijn voeten voortgesleepte rank
slingerde zich als een voetring vast om
zijn grote hoef...
Weliswaar is de jacht, ongevraagd, zonde
te noemen, maar bij de grote heer is zij
tot deugd geworden. Want de Koning draagt
zijn lichaam, van levenskracht vervuld; wel
iswaar is hij mager, doch men bemerkt het
niet door zijn machtige gestalte.
Gestaald is hij door het vaste boog ge
span, niet slap maakt hem de zonnestralen-
gloed, die hem zweetpareltjes niet eens
ontlokken. Zo lijkt hij gans op de prachtige
olifant, die in de bergen zijn woning heeft.
Evenals Prapanga, de Javaan, verdedigt de
dichter uit India, Kalidasa, de jacht van
koningen, ondanks het oude Hindu gebod
van het niet deren van levende wezens
(Skrt. ahingsa), dat zelfs leidde tot het niet-
slachten van de "heilige" koeien in India.
Op Bali verkoos men meer de bloemrijke
taal in gedichten en prozawerken dan na
tuurbeschrijvingen.
Ik moge nu eindigen met het slot uit de
oud-Javaanse Koningskroniek, de Pararaton,
het Boek der Koningen van Madjapahit in
Kediri, waarvan een afschrift in Noord Bali,
nabij Singaradja, werd gevonden;
"Dat de lezer niet nalate te verbeteren
hetgeen er te weinig of teveel aan is, aan
slechte letters, zonder dat men zich kere
aan het aantal, want het is iemand, die
zeer dom is en pas begint te lezen...
Lang, lang leven zij er, zo zij er, heil zij
er, ook voor de afschrijver,
SAMUDRADATTA
1 j Nagarakertagama, 1365 AD. vertaling Prof.
Dr. H. Kern en Dr. N. Krom. 1919-
2) Deze naren volgens opgave van de Shiva-
priester Sang Gde Putu Griya te Singaradja:
Gangga (Ganges), Sarastvati. Sindtt, Wipasha,
Koshiki, Yamuna en Sarayu; alle zeven ver
meld ook in de formuliergebeden (mantra)
der Shivapriesters, dagelijks uitgesproken.
3) Arjuna W'ihaha, Ned. vertaling van R. Ng.
Purbatjaraka.
Over de in dit artikel genoemde plantenbloe
men en dieren kon de schrijver ons nog de
volgende wetenschappelijke toelichtingen ver
strekken. Ook Prof. van der Pijl maakte uit
zijn drukke werkzaamheden nog graag tijd vrij
om nóg meer aanvullingen te geven.
In Tong Tong hebben we de muskieten en
andere insecten van ''critici" en aanvallers
(zie o.a. Van Hier en Gunder), maar toch
positief ook het opbouwende ernstige werk
van goede Indi'é-kenners. Als "Jasmijn en Ang-
sana"dit blad is écht een levende Natuur!
Om awignam astu! (Geen stoornis zij er!)
is een gewoon begin van Oud-Javaanse en
oud Balische geschriften.
Ook de Moh. handschriften hebben meest
al een openingszin, zoiets als ons "den
lezer heil!"
Asana is vermoedelijk de angsana of zon-
nehout (Pterocarpus indicus Willd).
Gadung knolgewas, dus functionele
naam (verg. ketella, oebi), meestal beperkt
tot Dioscorea hispida, een soort yam die
giftig is doch na behandeling voedzaam -
een zeer oud hakgewas, misschien histo
risch vóór de rijst).
Camara tjemara (Casuarina equisetifolia
Forst). De vliegenwaaier van Sjiwa "Sjara-
ma" stelde voor, in India, de staart van de
yak, een bergrund. Op mijn houten beeldje
van de 4-armige Sjiwa draagt hij de "tja-
mara" in zijn linkerachterhand. De meeste
gegevens over bloemen en planten dank ik
aan het Indisch Tuinboek door L. Brugge-
man.
Kaju manis, jong blad van kaneel is rood
(lippen).
Sekar-kuning (bloem-geel)? kan van alles
zijn, maar dikwijls toegepast op koenir (ko-
neng, Soend. voor curcuma domestica).
Candana tjandana of tjendana, sandel
houtboom. Mogelijk is hiervan afgeleid san
delhout of sandelwood, ook de naam van
de paarden uit het sandelhouteiland Sumba.
"kindjeng tangis", vertaling in Nieuw-Ja-
vaans van Oud-Javaans "sundari", is ver
moedelijk de tonggèrèt of cicade.
(Ik bezit geen N.Javaans woordenboek, he
laas).
De krekel (cicade) en de mier van Lafon-
taine werd verkeerd vertaald; moet zijn de
cicade en de mier. Ons Nederlands schuim
beestje of spuugbeestje, o.a. op de rozen,
is een kleine cicadesoort. Hebben ze geen
lieve zwarte oogjes, als je ze uit hun spuug-
vermomming haalt? Deze schuimcicade, die
ook veel op wilde planten leeft, is de
Aphrosphora spumaria, volgens de beroem
de Brehm, dus verwant aan de tonggèrèt.
Latijnse naam mij onbekend,
cempaka tjempaka, functionele naam
voor allerlei heiligs. Meestal Sanskriet-
naam) gebruikt voor Michelia soorten (tj.
bodas, tj. kuning, tj. gunung), maar later
ook overgedragen op de zeer geurige My-
ristica Iryagedhi (de zg. tjempaka selong
- Selong Ceylon) of nog later op "kam-
bodja" (Plumiera acaminata) als tj. mulia
of tj. kubur.
Pudak is de geurige bloem van een schroef-
palm. (Ik meen, dat de bladeren van deze
bloem ook gebruikt worden, behalve o.a.
"in moeders haarwrong"(?), voor het doen
geuren van de tjèndol en de kwee talam
(bovenste witte laag); eindelijk, ik weet nu
weer de naam; "pandan pudak,
Pandan wangi geeft de geurige bladeren,
die in lontong-achtige producten verwerkt
worden. Fijngesneden heet het rampé (kern-
bang ramping etc.) het oeroude geurpro-
duct in kondeh. Pandanus amaryllifolius met
de brede bladeren.
De glazige pandan bloeiwijzen (ook geu-
stof en versiering van feest-tenten) komen
van Pandanus tectorius (van het vlecht
werk) en wel van speciale variëteiten (pan
dan pudak).
Nagasari zal wel naga (slang) bloem zijn.
Elders wordt een schone vrouwenkuit, we
gens de vorm, wel met een pudakbloem
vergeleken, in O.J. geschriften, meen ik.
Nagasari (O.Javaans) of nagapuspa (Mesua
ferrea) ook wel nagakusuma, inheems in
India. Ingevoerd uit India om de gedroogde
geurige bloemknoppen voor cosmetica (sari
kurung of sari tjangkok). Hoge boom, soms
op Java gecultiveerd. Later) is de naam
over gegaan op de nu welbekende Acacia
farnesiana, waarvan de welrekende bloem
knopjes als kembang nagasari nu nog ge
liefd zijn voor de handel,
ivoorkokosnoot is het Ned. woord voor de
klapa gading (op Bali; nioe gading), veel
gebruikt ter vergelijking met vrouwenbor
sten, koelit langsep?
Jasmijn. Vele soorten Jasminum J. sambac,
ook genoemd Arabische jasmijn. Op Java
ingevoerd.
Oleanders, goudboom (kaju mas).
Ik heb hier de tekst op de voet gevolgd.
De dichter geeft aan hoe de jacht wordt
afgewisseld met natuurgenieten en vrou-
wengenieten. door Z.M. Hayam Wuruk.
(Nag. Z55 str. 1).
Ik vergat bij de opsomming van jachtdieren
te vermelden bantèng, neushoorn, jakhals,
(adjak?)
Andung of andong (Jav.), handjoeang beu-
reum (Soendan.) Calodracon Jacquini (oude
naam, kan een functionele naam zijn voor
geesten-planten op graven e.d. In Sumba
dode takken met schedels (levensboom op
Sumba-kains). Elders veel gebruikt voor
Cordyline Terminalis, de bekende grafplant
van Java, die ook in Afrika geesten aan
graven bindt. Rode vorm als grensplant in
theetuinen gebruikt. In Jav. andang, in
Soend. handju(w)ang.
Cordyline fruticosa (nieuwe naam), met
groen-witte of purperrode bladeren.
De geestenboom van de Indische Archipel!
Op Bali zag ik een Brahmaanse door een
Ciwapriester degraderen tot Soedra, daar
ze zich daarmee had afgegeven. Drie blad-
sprieten (andung) werden op beide borsten
geprikt, daarmede werd de degradatie daad
werkelijk voltooid.
Op Bali werd de andong geplant langs toe
gangswegen tot oude tempels en ook op de
tempelerven. Op Java verhuisden de an
dong en de kambodja met de Islam van de
Hindu-dodentempel (zie Bali) naar de Ja
vaanse dodenbegraafplaats.
Ik ken geen geschriften, die de jacht goed
keuren van Oost-Java of Bali. Alleen die
van vorsten wordt goedgepraat, maar is
voor geestelijken van alle gezindten ver
boden, daar men geen levende wezens
kwaad mag doen.
Aldus de Nagarakertagama en de Cakun-
tala.
R. Ng. Purbatjaraka was een fijne kerel. Ik
ontmoette hem een paar maal, in Batavia en
in Den Haag, in Scheveningen bezocht
ik hem thuis, z'n vrouw was gevallen en
liep er rond in een houten driehoeksstel
ling Hij gaf me cadeau z'n aantekeningen
op de Nagarakertagama 1924, waarvan ik
veel genoot, ze verbeterden hier en daar
de vertaling (S.).
DJODO
Sidin is op Pasar Glodok om vis te kopen
voor zijn baas. Zo ook Siti voor haar bazin.
Ze ontmoeten elkaar voor het eerst van
hun leven bij de goerami-verkoper en het
was meteen van beide zijden: veni, vidi,
vici.
Sidin: "Maoe?"
Siti: "Ha-ah."
Voorwaar de kortste liefdesverklaring in
de historie.
14