De Tentoonstelling door Rini Carpentier Alting Jos. van Arcken Een beschaafd gerucht van stemmen heers te in de kleine zaal van de kunsthandel, waar de genodigden zich met elkaar onder hielden, in afwachting van de komst van de artieste, die met een toelichting op haar eigen werk, de expositie zou openen. In de dagbladen werd zij beschreven als een zeer bijzondere figuur, die in haar va derland een buitengewoon succes had met haar non-figuratieve werken. Men sprak zelfs van een totale kunstvernieuwing. Hier te lande had men nog nooit van haar ge hoord, doch dit toegeven zou ontoelaat baar zijn. Men kon immers' niet weten of dit niet aan eigen onkunde en achterlijkheid te wijten was? Eén man in het exclusieve gezelschap viel al dadelijk op, door de voorzichtige vriendelijkheid waarmee hij door de ande ren benaderd werd. Hij was dan ook DE gevreesde criticus. Hij bleek de eregast van deze avond te zijn. De dames van het gezelschap vormden een geanimeerd pratend groepje. Zo nu en dan kon men een vleugje van de conver satie opvangen. "Zij schijnt een grote steun bij haar werk te ondervinden van haar vader, zo bij het werk, dan." "Ja, die is ingenieur." "Ik meende gelezen te hebben dat hij loodgieter is!" "Nu, ja, een specialist in ieder geval." Bij het binnentreden van de kunstenares ontstond een verrast zwijgen. Zij was op vallend knap, lang en slank. Gekleed in een nauwsluitende pantalon, zwarte trui. De blote voeten in gouden sandalen gestoken. Dit schoeisel nu was uitermate fijnzinnig gekozen, daar haar helblonde lokken hier mee een smaakvolle eenheid vormden. Op vallend was het dat zij haar gezichtje niet non-figuratief opgemaakt had. De artieste boog minzaam naar de aan wezigen, men zou haast zeggen een iet wat verlegen. Terwijl zij rondging om ieder een persoonlijk de hand te drukken, kon men de heren steels verrukte blikken met elkaar zien wisselen. Diegenen, die het dichtst bij hun eigen echtgenoten stonden, beheersten zich. De dames richtten zich wat hoger op in hun corsetten en trachtten de kilte van hun blikken door een glim lach te verdoezelen. De schilderes stelde zich nu naast één van haar doeken op en met een schalkse glimlach vroeg zij om de aandacht van de geachte aanwezigen. Met moeite richtte men zijn blikken en interesse op het kunst werk. Met een diepe en rustige stem begon zij: "Vorige geslachten hadden de ridicule gewoonte zich in elegante kledij te hullen alvorens zich in catastrofale gebeurtenis sen te storten. Men bezie daartoe slechts de schilderijen van de Napoleontische oor logen bijvoorbeeld. De moderne mens doet dit nu anders. Tegenwoordig bestaat er een tendens zich te kleden in een practische dracht, waarvoor het er nu ja niet op aankomt wat er ook mee gebeurt! Wij richten het oog op de toekomst. Hiermee ben ik aangekomen bij het begrip vernieu wing! Alles moet bewust vernieuwd worden, zo ook de kunst. In de tijd van Rembrandt bestond er nog geen filmkunst in technico- lour. Het is dus begrijpelijk dat zich bij hem de behoefte deed gevoelen aan hel dere kleuren, lichteffecten. Kerstnummers plegen zich van tonsuur tot sandalen te hullen in een kleed van ingetogenheid en vrome ernst. Dat is zo'n heel kerstnummer door gewoon niet om uit te houden. In ons Indische Kerst is altijd plaats geweest voor een hartelijke lach aan de kerstboom, en die menen wij in dit nummer te brengen met een ver haal zo fris als een lachende appel van de schrijfster Rini Carpentier Al ting ("Verdroomd Seizoen") die tot nog toe op geen enkel Tong Tong appèl ontbroken heeft. Jan Steen schilderde zijn vermakelijke ta ferelen op linnen, aangezien in zijn dagen nog geen blikken koektrommeltjes en cho coladewikkels bestonden. Dank zij de mo derne techniek kunnen zijn werken nu eerst goed tot hun recht komen door, op zulk bij uitstek geschikt materiaal, gereprodu ceerd te worden. Tegenwoordig zijn er verschillende stro mingen in de kunst, die- er op wijzen dat de wezenlijke mens zich distantieert van vervolmaking op alle mogelijk gebied. Als de kunst het hoogste peil bereikt heeft is verval reeds ingetreden. Men denke slechts aan de techniek, die zulke schrikbarende vormen aanneemt, dat alle geheimen van de mens en universum binnenkort ontslui erd zullen worden. Zodoende blijft er niets over van het hogere mysterie. Om in het nette te blijven zal ik de vooruitgang op biologisch gebied niet behandelen. Ik wijs liever op, laten wij zeggen, de mogelijkheid om binnenkort op de maan te landen. Waar blijft nu de meest voor ogen hangende romantiek? Nu kijkt men nog en vraagt zich af: wat is daar? Is daar iets? Zodra de eerste mens een voet op de maan gezet heeft wéét men: daar is niets. Het besef dat alle dingen te berekenen of te verklaren zijn, werkt op bijzonder ge voelige mensen, dus artiesten, uitermate ir riterend. Om dit nu te compenseren ont stond er een stroming, vooral in de schil derkunst, om volmaakt onbegrijpelijke voor stellingen te vervaardigen. Deze kunste naars werken slechts met gevoel, impulsen, oerinstincten. De problematiek van cere braal en reëel gescheiden leven bestaat voor hen niet. Het is zelfs wenselijk indien zij absoluut geen cerebraal leven leiden. Dit nu is geen braaf, schools schilderen, dit is vechten, strijden! Hier te lande schijnt iemand te zijn die wel eens wint ook. Zij strijden dus om mystiek terug te geven aan de geestelijk verarmde mens met de inzet van hun hele wezen, hart, armen en benen, kortom alle ledematen. Hun doel is volledig bereikt. Want iedere ernstige beschouwer van non-figuratieve kunst vraagt zich af: wat is dit? En met recht, want niemand weet het, zelfs de maker niet. Dit nu geeft een verrukkelijke, verbijsterende gewaar wording. Nu is mijn streven er op gericht een nieu we stroming in de kunst teweeg te brengen. Namelijk het samengaan van techniek en kunst tot een harmonieus geheel. Is het niet fout zich af te wenden van de tech niek? Men moet er mee leven en er dus mee samen zien te gaan. U ziet hier nu een non-figuratief schil derij. De finishing touches bracht ik aan door, van grote hoogte, enige wijnslakken op het doek te slingeren. De grote hoogte koos ik om een zeker druilerig effect te vermijden, zodoende ontstond meer een fel explosieve reactie. Ik geloof wel dat ik in mijn streven geslaagd ben. Om nu na te gaan of dit inderdaad ook zo is zou ik de eregast van deze avond willen verzoeken ja, u mijnheer straks op deze zwarte tegel te gaan staan. Van die plaats af heeft u het meest ideale en verfrissende stand punt, gezicht, op mijn nieuwe oeuvre. Mag ik u nu verzoeken de tegel te betreden?" De criticus voldeed aan het verzoek. Een forse straal water spoot uit het schil derij, recht op de gast af. Toen men weer kijken kon was de artieste verdwenen. R. CARPENTIER-ALTING Ruime sortering GOUDEN RINGEN bij Laan van Meerdervoort 520 Den Haag - Telef. 33 64 41 22

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1966 | | pagina 22