DE BARISANS KORPSEN VAN MADOERA
Indische foto. Immers
achterop de
Links een foto van 1919; achterop de foto staat: "Vader, moeder, Trees, let, Vredy, Neh
thuis gemaakt. Dus is "Neh" er ook op, want Tehuizen voor Ouden van Dagen hestonden in
ons scheidde"En zeker stond ook Katjoeng er op, want ook hij behoorde tot de "Familie-onder
Vanhove, "met moeder, Trees en een kleindochter"Poekoel teroes, Opa!
In de Java-Oorlog van 1825 tot 1830 wa
ren Pradjoerits (piekeniers) van de Panem-
bahan van Soemenep naar Midden Java,
als hulptroepen, gezonden om de opstand
van Diponegoro te helpen onderdrukken.
Na afloop van deze oorlog werden, bij
wijze van waardering, de pradjoerits van
Madoera door de Indische regering als
hulptroepen, onder de naam van Barisans
in het leven geroepen en bleven onder de
Panembahans staan.
De officieren van deze troepen beston
den uit Madoerese Adelijken. De onderof
ficieren en minderen uit gewone burgers,
versterkt met sergeanten van het Ind. Le
ger, die uit dit leger waren gedetachee d
De sterkte van ieder der 3 Korpsen, t.w.
Soemenep, Pamekasan en Bangkalan, be
stond uit 2 compagnieën met een Majoor
als Commandant en de compagnieën wer
den gecommandeerd door een Kapitein met
3 Luitenants.
De bewapening bestond uit een 2 meter
lange piek en een lange dolk die de de
barisans in een zwart lederen gordel droe
gen. De officieren hadden een kris als
wapen, die ze aan een oranje kleurige
band aan de bandelier aan hun linker heup
lieten hangen.
Op Madoera gold de gewoonte (adat)
dat slechts edelen in het openbaar een kris
mochten dragen. Ook het dragen van
schoeisel was de niet adelijken verboden.
De kleding was donkerblauw en als her
kenningsteken een idem kleurige bandelier
over de schouder. Het hoofddeksel een
puntvormige bamboehoed, de tjaping.
Met de Bali-expeditie in 1859 hebben de
Barisans naast het Indische Leger samen
geopereerd.
Na het overlijden van de Sultan van Soe-
menp die ook na de beëindiging van de
Java Oorlog van Panembahan tot Sultan
van Soemenp werd verheven, werd het
Rechtstreeks Bestuur door de Indische Re
gering in gevoerd. Automatisch werden de
Barisans korpsen ook overgenomen. De
"Daar ik
niet meer de 100% van
voorheen in mijn boddie heb, is dit het
resultaat van mijn moeizame schrijverij
op mijn oude dag, 82 jaar", schreef
Nederland's oudste Tjakra onderoffi
cier. op wien wij attent gemaakt wer
den door een trotse dochter.
\l"e plaatsten Vanhove's artikel
niet graagte omdat in onze Indische
geschiedenis de Madoerese krijgsman
ook een rol van betekenis heeft ge
speeld. Maar ook ver vóór de komst
van de Europeanen waren de Madoe-
lezeu al geduchte vechters. Het waren
de Madoerese troepen onder Wiraradja
die bij de dood van Indonesië's eerste
"empire-builder" Kertanegara eind
14de eeuw) de Chinese invasietroepen
barceleerden en hielpen verslaan. Zij
dienden tijdens de fava-oorlog onder
Toontje Poland en wie de kronieken
leest tan de Slag van Tjakranegara,
zal zien dat Madoerëzen sneuvelden
met wapenbroeders als generaal I an
Ham en Luit.kol. Van Lawick van
Pabst. Die leest namen van Barisan-
offic'ieren als Lt.kol. Raden Ma jong
Koro en Raden Aria Mangkoe Adi
Koesoemo.
Zowel kolonialen als anti-koloniale;!
zullen vreemd tegen zo'n artikel als
dit aankijken, en de Madoerese krijgs
man moeilijk kunnen "plaatsen"Maar
wie de goede soldaat kent en zijn drie
hoofdkenmerken: moed. discipline, lo
yaliteit. die begrijpt het wél. Voor hen
is dit artikel geschreven.
Resident van Madoera was het Hoofd van
deze Barisans korpsen.
Deze korpsen werden gereorganiseerd en
kregen als wapen de achterlaad geweren
(De Beaumont geweren). Als kleding de
uniformen van de Infanterie v/h Leger.
Bij elk van de 3 korpsen werd een Ka
pitein-Instructeur met 2 onderofficieren-in
structeurs ingedeeld, allen van de Infante-
Indië niet. Men bleef bij elkaar "tot de dood
-één-dak"Rechts een recente foto van Opa
rie. De reglementen, dienstvoorschriften en
alle bepalingen der Infanterie waren op
deze barisankorpsen van toepassing.
Een barisan verbond zich voor 5 jaar
en kreeg 25,premie. Na 12 jaren dienst
als barisan werd hem een pensioen toe
gekend. Degenen die nog geen 12 jaar
dienst hebben, krijgen een onderstand voor
eens.
De animo tot dienstneming was groot,
gezien de economische toestand op Ma
doera.
Deze troepen waren niet gekazerneerd,
woonden in hun eigen huizen binnen een
straal van 4 kilometer v/d kazerne.
Van 1 november tot 30 april (West-Moes
son) kwamen barisans 2 dagen van de
week op voor oefening.
Van 1 mei tot 31 oktober (Oost-Moes
son) moesten de barisans alle dagen van
de week, behalve vrijdag en zondag onder
de wapens komen voor dienst.
Op het signaal "reveille" van de hoorn
blazer van de Kampementswacht, komen de
barisans van alle kanten naar naar de
kazerne.
De kamerwachten van de compagnie ma
ken de deuren van de magazijnen open
zodat de manschappen hun wapens en uit-
rustigstukken kunnen halen. Deze worden
even nagekeken en afgestoft. Op deze tijd
krijgen de barisans hun ontbijt.
Om half zeven treden de troepen aan en
wordt appel gehouden. Na het rapport aan
de korpscommandant te hebben gebracht,
rukken ze uit voor het houden van oefenin
gen.
De recruten blijven voor de kazerne op
de aloon-aloon hun excersities doen. In de
middag van 3 tot 5 uur komen de recruten
weer op voor dienst doen.
Geoefend wordt volgens reglementen,
dienstvoorschriften, enz. van het leger.
De oefeningen worden gehouden onder
de eigen officieren. De kapitein-leider en
de onderofficieren-instructeurs volgen deze
oefeningen en geven aanwijzingen bij even
tuele fouten.
6