F
DE MEISJES
"Mijn man en ik hebben "Het meisje uit
lndiè" met bijzonder veel plezier gelezen.
Vooral ik, omdat ik er mijn eigen jeugd in
terugvond. Als een-jarige baby naar Soeka-
boemi gekomen. Daarna in Weltevreden, Soe-
rabaja, Semarang en toen definitief in Batavia
gewoond. De desakinderen van Soekaboemi
leerden mij padistengel-jluitjes snijden, wij
maakten jacht op sawah-slangen, wat een
heerlijke jeugd! En later die leuke momenten
b.v. doeren smikkelen als mijn man naar
kantoor was. Baboe kocht het en dan aten we
samen. Of zalige asinan. En al die herinne
ringen zijn weer levendig geworden door Uw
boekje. Veel dankMevr. P. v. d. V. A'dam
Kent U de meisjes uit Indië die het boek
je schreven waarin zovele goede, dierbare
herinneringen weer levend door zijn ge
worden. Hier zijn ze:
Lizzy Hope, Emllie Intveld, A. G. Korten-
horst, Fé Klerks-Kuhr, Maria Dermoüt, C.
E. Reddinglus Soeters, Mies Roelofsma, L.
v. d. Worm-Flohr, F. Retel-Helmrich, B. E.
Storm van Leeuwen, Agnes Waterman,
Meitl, Corra Corra, Ida van Koetsveld, Rita
Schenkhulzen, E. W. Brodet, L. H. Voer-
mans-de Siso, S. Mellink-Noordhoekhegt,
Lilian Ducelle, D. Hardley-Koot, Margaretha
Ferguson, J. M. P. Persijn, C. J. v. Mansum,
Tilly Breeman-Obdeyn, J. Bodderij-Reens,
Ellen, Marguerite, Oma, Els, Tjitjah, Trek
pop, Evie, Els, Ale Sadja en andere die
zich bescheiden aanduidden met een voor
letter.
Maak kennis met die meisjes, beleef de
goede jaren opnieuw!
"Het Meisje uit Indië", incl. porto f 5.30.
NOOIT VERGETEN
zal ik die avond dat we in de propvolle
huiskamer van de familie Creutzberg in Va-
linda (Californie) de huwelijksfilm van Bea
trix en Claus te zien kregen. De film die
door het consulaat was afgestaan voor
clubs en verenigingen bereikte dan einde
lijk ook onze Soos en daar op zo'n korte
termijn geen zaaltje beschikbaar was, toog
iedereen welgemoed naar René en Ruth
Creutzberg.
Niets is gezelliger dan het kijken naar
een film thuis met vrienden en kennissen.
Kopje koffie, opmerkingen, commentaren.
We draaiden de film eerst gewoon, daarna
nog een keer "met stoppen op verzoek"
bij die tafrelen die we goed en van heel
dichtbij wilden bekijken. Bekende gezichten
werden ontdekt, herinneringen opgehaald.
De huwelijksfilm die normaal zo'n 15 minu
ten zou hebben geduurd bezorgde ons een
hele avond van ontspanning. Nooit verge
ten.
En nu krijg ik ineens het gedenkboek
"10 maart 1966" in handen. Een kroonprin
ses trouwt, onze prinses met de man van
EIGEN keus, Claus von Amsberg. Prach
tige kleurenfoto's van de belangrijke mo
menten uit het stukje levensfilm van ons
Koninklijk huis.
|Miiii[iiiiitiiiBiiiinii!iiiiiiinnnuiiuuungDiiiniuiiiiiiiiiiiiMiNiiiiiiiuiiiiuiiniinniiiiHiiHiii)iiiiiinuuii»i
AWAS AWAS
TOEKANG TJOPET EN MALING
Ondanks inbraak in onze toko blijven I
wij U onze bekende service geven i
KOKKIES Rijstwinkels:
Witte de Withstraat 128
Telefoon 89438
Slotermeerlaan 125
Telefoon 130362
AMSTERDAM - W.
P.S. Wij verzenden rijsttafel artikelen I
over de gehele wereld.
nliiiiiniiiiiiiiniiuiiniiiiiiiiiiiiiimmiiiiiiniiriiiiiinunuiiniiiiiiiiiiiiiiiniiiHiiiiniiniiiiniiitmiiiiiiiuiiiim
Het is net of ik weer in die huiskamer
zit en roep: "Stop, stop!"
Bij het bladeren in een gedenkboek zet
ten we de tijd even stop. Om te kijken en
ons te herinneren. En om onze kinderen
erover te kunnen vertellen.
Staatsuitgeverij: "10 maart 1966"
Prijs 27,50.
vlierboom. Het ging ook wel, ik was zuinig
met Tien want ze was m'n enige vriendin.
Ik was anders nog vaak genoeg alleen.
Dan fietste ik rond en rond ons kleine
ommuurde achtererf, om het grasveldje met
de vuurlelies.
Er was volop ruimte op het fabrieksterrein
om te fietsen maar sommige dagen waren
ze bar en leeg, dan fietste ik als remedie
over het grindgedeelte langs het huis en
eindeloos de ronde van het achtererf. Viug
heel voorzichtig langs de achtergalerij waar
de djeroekboom in de weg stond, langs
de achtermuur waar ik wel eens viel in
de nauwe bocht en weer vlug langs de
muur van de Wagers. Dit gedraai zo dicht
bij het huis was allemaal omdat er verder
niets was en de bedienden tenminste in de
achtergalerij bezig waren. Zij hadden hier
wel gezichten en ze lieten mij soms 's
avonds op de vloermat in de bedienden
kamer zitten. Ik zat dan met gekruiste
benen op de grond tussen hen in, at ka
tjang arab en keek vanuit hun warme nabij
heid naar buiten in de pikdonkere tuin waar
alleen de djeroekboom stokstijf in de dof
gele lampeschijn van de overloop stond,
als de brutale spion van een leger onbe
stemde gedaanten, die achter op het erf
hun tijd afwachtten. De djeroekboom alleen
was voorzichtig naar voren gekropen en
hield zich opzettelijk stokstijf omdat ik er
naar keek.
Nou nog droom ik soms van die onder
een dommelig licht verlaten overloop, die
lang gesloten deuren, de ommuurde put,
de spokenparade van Mam's witgekalkte
bloempotten, langs de djamboeboom met
mijn langzaam bewegende schommel eraan,
leidde naar de vél, de badkamer helemaal
aan het eind. Natuurlijk was de badkamer
een val. Je kon nooit meer terug want
terwijl je in de badkamer was, hadden de
djamboeboom, de bloempotten, de put en
de djeroekboom hun nachtgedaanten aan
genomen en wachtten je op in een rij langs
de overloop, ieder met hun eigen verschrik
king.
En overdag was die badkamer toch zo
gezellig, de leukste badkamer die we had
den. Door een tuimelraam in de zoldering,
was die veel lichter dan onze vorige bad
kamers. De flessen in het rekje van het
toilet waren allemaal doorschijnend wit,
niet gemengd met donkergroene flessen
waarvan je nooit wist wat er met het water
naar buiten kon komen.
En terwijl men op de troon zat kon men
Mam's meesterwerk bewonderen dat ze met
innig plezier precies op de juiste hoogte
aan de muur had gehangen. Mam wiens
gevoel voor humor heel anders was dan dat
van Pap en mij, had op een perkament een
beeldige bloemetjes-lijst getekend, gekleurd
met de beste schoolpotloden en in deze
lijst had ze met sierletters geschreven:
"lei tombe en ruines,
Toutes les delicatesses de la
cuisine."
Mam had er aldoor een stuipachtig ple
zier van, de gasten hadden verdeelde me
ningen en Pap en ik geneerden er ons een
beetje over. We vonden het geen van bei
den leuk.
Op sommige avonden moest ik plotse
ling Europees zijn, en binnen in huis blijven,
alleen natuurlijk, met de leestrommel. De
leestrommel maakte wel veel goed maar
onder het lezen luisterde ik altijd, half on
gerust, of de tongtongs zouden slaan. Als
het een slechte avond was en de tong
tongs sloegen, werd ik koud en stijf maar
ik huilde nooit. Ik had m'n les geleerd,
want eens, toen de tongtong "Moord!" had
geroepen in dat huiveringwekkende stac
cato en mijn angst niet meer bedwongen
kon worden, had ik 't gewaagd, de djon-
gos te roepen. Het bleek niet hard genoeg
te zijn geweest om de bediendenkamers te
bereiken maar net hard genoeg om allerlei
gedaanten achter in de tuin en bij de put
opmerkzaam te maken. Die hadden zich
uitgerekt, gaapten en gingen langzaam
door de zwarte vuurlelies, de trap op
en, steunend tegen de open deur, hadden
ze me lui aangekeken met stille witte ogen
in melaatse gezichten. Ik had mezelf in
bedwang gehouden door te bedenken dat
spoken niet bestonden maar 't hielp weinig
want ze stonden daar toch maar, en de
bediende, Mam en Tien geloofden in hun
bestaan. Ik opende een tijdschrift en las
steeds dezelfde bladzij met zoveel aandacht
dat ze maar weggingen.
Ik had heel veel te danken aan de lees
trommel: werkelijk geluk, troost, exorcisme
van het kwaad. Die Indische leestrommels
waren indrukwekkende scheppingen waarbij
de Hollandse portefeuilles van later in mijn
ogen een jammerlijk figuur sloegen. Ze
bevatten behalve twee romans een twintig
tal tijdschriften, van de meest soliede Ne
derlandse letterkundige uitgaven tot aan
Astra en La Vie Parisienne toe. Het laatste
kon ik tot mijn tiende jaar al aardig goed
lezen dank zij privé lessen in Frans van
Mam die haar Franse diploma had. Som
mige stukken in La Vie Parisienne begreep
ik zelfs met de plaatjes erbij niet goed
maar ik wist best dat ik niemand om een
vertaling moest vragen.
(wordt vervolgd)
12