JSalon „czM-lice'
Dichten met Dingen
ALS EEN ENGEL
UIT DE HEMEL
Haute
Coiffures
Een bloemrijke figuur in de dichtkunst is de
"metafoor", die door een simpele verge
lijking méér duidelijk maakt, dan welke om
schrijving ook en bovendien "an sich" vaak
zeer poëtisch is: de rivier slingert zich als
een zilveren lint; een nachthemel als een
fluwelen mantel met pailletten, enz. enz.
Het werk van Minnie Hoogland - de Winter
is eigenlijk "Het Maken van Metaforen met
Materiaal" i.pl.v. met ideeën. Ontegenzeg
gelijk wijst ook dit op een dichterlijke geest.
De moderne collage en pastische techniek
in de schilderkunst bewijst dit duidelijk.
Tjalie vergeet nooit zijn kameraad in krijgs-
krijgsgevangenschap de dichter Leo Vro
men, die kans zag verrassend mooie schil
derijtjes te maken uit vellen papier die hij
eerst met water-verf in "overlopende" kleu
ren willekeurig bekladde om er dan met de
schaar vouwfiguurtjes uit te knippen (zoals
wij ook wel cirkelvormige onderleggers
voor b.v. spekkoeken maken), die hij op
een bepaalde manier arrangeerde met an
dere knipsels: voor vijf cent een artistiek
meesterwerk!
Indischgasten die vaak in de oedik waren
bij arme primitieve mensen, herinneren zich
ook wel hoe b.v. voor bruiloften verrassend
fraaie decoraties voor arme bamboehutten
werden gemaakt met schaar en gekleurd
papier.
Met alle materiaal valt wat te doen ALS
DE WIL TOT SCHEPPEN ER MAAR IS!
We kennen allemaal de figuren van Brahma,
de Scheppende God, Vishnu de Onderhou
dende God en Sjiwa de Vernietigende God.
In IEDER mens sluimert een Brahma- mg.ar
welke kans krijgt de mooie menselijke ei
genschap als we teveel plaats inruimen
voor verplichte arbeid en televisie? Daarom
is er zoveel ontevredenheid zelfs bij rijke
mensen.
WIJ SCHEPPEN NIET MEER!
T.R.
HOE MAAK IK? (Vervolg)
hoogte te nemen, of gewoon de lengte
afmeten en banen knippen.
Naai coupenaadjes in tot U een mooie
pasvorm krijgt om de taille. De overslag
heeft dus ook coupenaadjes. U zet een
smal taillebandje aan dat aan één kant
binnendoor gaat (net als bij een housecoat,
weet U wel).
Om de taille, 10 cm lager beginnen, wik
kelen we een effen band die als verstevi
ging en als mooie afsluiting dient van de
sarong. In het kiezen en maken van die
band bent U volkomen vrij, maar hij hoort
bij de sakaba omdat de kebaja alleen met
speldjes sluit en er eventueel kijkgaatjes
kunnen zijn. En die kijkgaatjes zijn heel
charmant als die band te zien is en niet
ons hemmetje!
Is deze beschrijving niet duidelijk ge
noeg, komt U dan ook de 25ste op de
Prins Mauritslaan 36 in het Kunstkringzaal
tje. Daar kunt U vragen stellen en voor
beelden zien van de Sakaba.
Het was op Maandag 8 mei 1944 in het
kamp Kampong Makasser bezuiden Mees
ter Cornelis. Het gebeurde maar heel zel
den, dat ik buiten het kamp of zijn naaste
omgeving moest werken, doch ditmaal was
ik er bij. Met ons tienen werden we plot
seling op mestcorvée gestuurd. Per vracht
auto, waarop een paar onmogelijke grote
houten bakken stonden, reden we weg. Het
was wel een hele opfrissing weer iets an
ders te zien dan het kamp en de kampge
noten, al was ons verblijf daar nog niet
eens zó kwaad.
Na een korte rit bereikten we een boer
derij, gelegen naast het gesticht de "Goede
Herder", dat aan de grote weg lag. Dit
kwam goed uit, want de "Goede Herder"
was als ziekenhuis ingericht en kon dus
veel melk gebruiken. Wij kwamen echter
niet voor de melk, doch voor de mest.
Toen de auto het erf opreed gebeurde er
iets, wat ons met stomheid sloeg. Onze
Japse bewaker stapte af en begaf zich naar
de voorgalerij, waar hem een oudere Indo-
Europese dame met de koffie opwachtte.
Terwijl hij het zich in een zitje gemakkelijk
maakte werden wij naar achteren gestuurd.
Daar was onze taak de grote bakken met
totok die na 35-jarig verblijf in Indië nog
altijd een raar verhaspeld Maleis sprak
waar zelfs zijn mandoers op hoffelijke Ja
vaanse wijze van opkeken.
De eerste fabriek die ik me kan herinne
ren, had jarenlang plezier van het verhaal
over Pap die aan de kebon wou uitduiden
dat hij een rond en niet een langwerpig
bloemperk wou hebben, na lang gekoeter-
waal maar steeds tegen een totaal onbe
grijpend masker van een gezicht bleef aan
kijken en tenslotte, wanhopig cirkels in de
lucht trekkend, uitriep: "Poeter! Poeter!
Poeter, donder ju!"
Mam deed haar werk met zelfsprekende
toewijding en nauwgezetheid want als een
moederloos Indokind was ze streng groot
gebracht in het kille stijve Holland. In haar
kosthuis was plichtsbetrachting een eerste
deugd. Ze moest aan tafel staan, vertelde
ze me eens, met een zekere trots op haar
vloeibare mest te vullen, waarbij het zaak
was onze schaarse kleren niet te bevuilen.
Geen Jap te zien! Bij dit zonderlinge werk
werden we zelfs opgeruimd.
Plotseling verscheen van de achtergale
rij een Indo-Europese jonge dame, gevolgd
door een djongos, die op een blad 10 kop
pen koffie met slagroom presenteerde. Nu
hadden wij in geen maanden een behoor
lijk vrouwspersoon gezien, zodat dit jonge
meisje ons enigszins als een engel uit de
hemel voorkwam. Doch er gebeurde nog
meer. De engel begon te spreken.
"Mijne heren!" (Ze noemde ons "heren").
"Boven Hollandia wappert de Hollandse
vlag' enz. Zo maakte ze ons het laatste ge
allieerde legerbulletin bekend, dat zij onge
twijfeld door een clandestiene radio ver
nomen had. We waren ongetogen! Gewoon
lijk ben ik geen groot liefhebber van koffie,
doch deze smaakte verrukkelijk. In de pret
tige stemming volbrachten we ons ongure
karweitje.
Toen de Jap, die zijn koffie ook op had,
ons kwam halen, werd de tocht voortgezet
naar Tandjong Oost, welk fraai 18de eeuws
buitengoed ik toen voor het eerst zag. Er
was een school in. De met veel moeite
verkregen mest werd nu op Japans bevel
in een snel stromende slokan gegoten,
waar er natuurlijk niets van terecht kwam.
stokstijve opvoeding, de grote mensen za
ten maar zij moest staan en ze mocht alleen
spreken als haar iets gevraagd werd.
Misschien heeft ze me wel eens meer
verteld over haar jeugd en jonge-meisjes
jaren in Holland maar ik geloof het niet
want ik zou het onthouden hebben. Het
enige beeld van die lang vervlogen tijd
was voor mij: Mam, onzeker donker kind,
eenzaam en ongelukkig in het Hollandse
leven, stom staande aan tafel. Ze was
plichtsgetrouw omdat dat de enige manier
was om goedkeuring en een beetje gene
genheid te winnen.
Ze leeft al lang niet meer maar wat mij
af en toe nog steeds belaagt, is de totale
onwetendheid van haar vroegere leven. Niet
dat ze dood is doet er toe maar dat ze voor
ons allen bijna een vreemdelinge is ge
weest. Want de oplossing van het geheim
van haar wezen ligt in die verre voorbije
Toen wij in het kamp terugkeerden viel
er slechts één schaduw op onze blijdschap,
n.l. wij waren nét voor de maaltijd thuis,
zodat we 's middags wéér op corvée moes
ten. Een kwartier later terug, en we waren
vrij geweest.
Later, na de Japanse capitulatie, heb ik
getracht onze jeugdige gastvrouwe nog
eens in een wat netter en vollediger cos-
tuum te gaan bedanken voor haar koffie en
haar blijde tijding, doch in de boerderij
vond ik toen geen Europese familie meer;
er zaten van her en der verzamelde Indo
nesische bedelaars, van welke ongelukki-
gen het na de oorlog in en om Batavia
krioelde.
Zij waagde anders véél! Er had maar één
verrader onder ons tienen moeten schuilen,
of zelfs in het kamp, waar het nieuws
spoedig verbreid werd, en zij had grote
kans gelopen op zeer onaangename wijze
met de Kempeitai kennis te maken. Daarom
verdient deze onbekende jonge dame onze
hartelijke dank voor hetgeen zij stoffelijk
en geestelijk voor een krijgsgevangene ge
daan heeft.
Doch ook de Japse bewaker verdient een
kleine hulde voor zijn juiste begrip om
trent hetgeen een krijgsgevangene op zijn
tijd toekomt.' Er waren heus nog wel goede
Jappen. Dr. H. J. de GRAAE
tijd die nu voorgoed voor ons afgesloten
is. Al mam's medespelers zijn heengegaan.
wordt vervolgd
Aert van der Goesstr. 44 - Den Haag
Tel. 070-54 39 39
Voorheen Salon "Alice"
Dagoweg 32 A - Bandoeng
«=j
16