VAN EEN LEZER DIE LEZEN KAN
ledge of the past as an aid to the inter
pretation of the future, which in the course
of human things must resemble if it does
reflect it, I shall be content".
Voor geleerden in deze eeuw geldt nog
steeds de vraag, in hoeverre en in welke
omvang de geschiedenis zich herhaalt.
A. Toynbee heeft zijn standpunt aldus
geformuleerd: „But we are not doomed to
make history repeat itself; it is open to us,
through our own efforts, to give history,
in our case, some new and unprecedented
turn. As human beings, we are endowed
with this freedom of choice, and we can
not shuffle off our responsibility upon the
shoulders of God or nature. We must
shoulder it ourselves. It is up to us" („Ci
vilization on trial" biz. 45).
Naar bedoelde theorieën zal elke leiding
in de staat, omdat zij de historische feiten
alsmede de normen der natuurwet, welke
de mensenmaatschappij beheerst, kent in
staat zijn een beleid vast te stellen, dat
een gewenst resultaat zal voortbrengen.
Het behoeft dan ook geen uitvoerig be
toog om de grote betekenis van de oplei
ding aan deze Sekolah Tinggi llmu Keuan-
gan Negara en de grote verantwoordelijk
heid van degenen, die het resultaat van die
opleiding mede-bepalen, aan te tonen.
BRIEVEN
Vele lezers (vooral die boos bedankt
hebben) verwijten Tong-Tong grote onnauw
keurigheid en slordigheid en al zijn we eer
lijk genoeg om dit toe te geven waar in
derdaad van een fout onzerzijds sprake is,
het moet ons toch van het hart, dat van
de mail die door ons ontvangen wordt zéker
veertig procent onnauwkeurig of slordig is.
Wat veel „ge-uitzoek" en kwellinge des
geestes veroorzaakt en soms nog foute
reacties ook, waarover dan verbolgen brie
ven binnenkomen, b.v. van een meneer die
woedend schrijft waarom hij nog steeds
Tong-Tong toegestuurd krijgt, hoewel hij al
bedankt heeft. Eindelijk kunnen we hem
dan toch afschrijven, want zijn eerste
schrijven was weliswaar gesierd met één
van de mooiste handtekeningen die we in
ons leven zagen, maar helaas oud-Indisch:
w.g. onleesbaar! We krijgen VEEL moeilijk
leesbare brieven of b.v. huisnummers met
een 6 en erdoorheen een 9 en zo. (Net als
„Hoeveel en Waarom" toen froeher weet-
uwel?) Enkele weken terug kwam een brief
kaart binnen met keurig geschreven ons
adres en verder HELEMAAL NIETS ER
OP!...
Het euvel van brieven met alleen een af
zenderadres op de envelop en niet op de
brief zelf, gaat onverminderd voort. En vaak
zijn er brieven helemaal zonder afzenders
adres. Of alleen getekend met Peng of
Noes. Wah, lui, isterfeel Noes-Noes...
Vandaag kregen we een factuur terug die
wij stuurden aan de Eerste Coöperatieve
Associatie voor Uitvaartverzorging. Er was
op geschreven: Retour afzender. Is in 1965
overleden. Wah! Als zelfs uitvaartverzor
gingen zelf overlijden, waar moet het met
onze lieve wereld naar toe
heb ik er wel dubbel van genoten
door de onvergetelijke momenten die U met
het oproepen van een mij dierbare wereld
mij hebt bezorgd. God man, wat kan ik er
soms naar verlangen. Ik heb Uw verhaal
ingezogen!
De laatste dagen weer eens in Tjoek zit
ten lezen. Het titelverhaal is me wel erg
dierbaar maar ook van „de indringster" heb
ik weer bijzonder genoten. IJzig behaaglijke
huiveringen van herkenning beleef ik bij het
lezen van de sfeer die het Chinese kerkhof
bij me oproept, zo ook het hele figuurtje
van Tjoek als ze met de zoom van haar
jurkje tussen de tanden in de boom klimt
en vruchten steelt.
En niet te vergeten het verkeerde ge
bruik van „waarom" in „de Muur". Hoe
raak!
Genoeg tot zover, nogmaals hartelijk
danks, gaarne Uw
Mr. J. P. A. van Ballegoijen de Jong
We plaatsten dit fragment uit een brief
omdat we voor de zoveelste maal getroffen
zijn door het rake aanvoelen en beoordelen
door een Totok van het werk van een Indo,
waar de Indolezer zelf faalt en de Hollan-
der-die-nooit-weg-was meestal VOLSLAGEN
BUITEN staat. We hebben veel loffelijke
recensies gelezen over „Tjies", Tjoek" en
ander literair werk, maar verreweg de
meeste critiek is „buitenkantig" zoals
we b.v. een wajangpop „fantastisch mooi"
zouden vinden, maar blind zouden zijn voor
details van de gelung supit urang en de
praba, de stand van het hoofd, het dessin
van de batik van Gatutkotjo (die een be
tekenis heeft), de nobele, zelfs ontroeren
de schoonheid van een Judistira of Ardjuna.
Een dame als Mevr. C. Heuvel- Swierstra
(die in het Kerstnummer de vertaling gaf
van het opstel over Nycle Haisma) wéét
wat Indische letterkunde is. WANT DIE
BESTAAT! Met een geheel andere psycho
logie, een heel andere schoonheidsbeleve
nis, een heel ander rhythme dan de Neder
landse. Ik betreur het zeer dat vrouwen
zoals zij - en ongetwijfeld veel andere To
toks - met een bewonderenswaardig inzicht
in wat Indische literatuur is, nooit aan het
woord komen in Nederland.
De doorsnee Indo weet niet wat Indische
literatuur is. Hij heeft Nederlandse literatuur
op school geleerd zoals hij jaartallen heeft
ingestampt, sommetjes van „Hoeveel
Waarom" opgelost en getekend heeft „vol
gens Van Steenderen en Toot": BUITEN
KANTEN. Elke Indo heeft netjes geleerd dat
Vondel „onze grootste dichter" is, maar
misschien maar 1 op de 10.000 ziet kans
één versregel te citeren uit al die groot
heid. Men is vaak niet veel verder geko
men dan Da Costa en Bilderdijk en de
nieuwere dichters heeft men soms met be
grip en toewijding leren kennen, maar wat
INDISCHE LITERATUUR is, dat weet men
niet. Over het algemeen is de Indo DUS
afgeschilderd als niet-literair, niet-poëtisch,
MAAR DAT IS ONWAAR. Net zoals de
Indo van nature uiterst muzikaal is, zo kan
hij verduiveld goed schrijven en dichten,
als hem maar ooit vergund werd te denken
en te schrijven zoals hij IS. Niet: hoe ver
beneden het Nederlandse „model" hij blijft.
Eén van mijn dromen is een eigen Indisch
literair maandblad. Dat misschien door de
Nederlandse letterkunde uitgefloten zou
worden, maar dat na een paar jaren van
moeizaam worstelen TANGGOENG litera
tuur van topgehalte zou voortbrengen. Niet
in het minst door bijdragen van vele Indische
Totoks.
Maar wat wil je: zo lang de Indo zich
geneert voor zijn Indo-schap, zo lang hij
„in alle standen assimileren" wil, zo lang hij
geschokt is te horen dat Couperus, Van
Eeden en Du Perron Indo's zijn en dat Mul-
tatuli groot is OMDAT HIJ INDISCHMAN
WAS, zo lang blijft dit droombeeld rusten
Ballegoijen, weet je dat ik je gewoonweg
dankbaar ben omdat je ziet dat 't woordje
„Waarom?" in De Muur RAAK is? Ik hoop
dat er veel mensen zoals jij zullen zijn die
„helpen ontdekken". Een nieuwe wereld
van Avontuur kan er open gaan
T.R.
17