„Setiré gedé sa'soengoené kebo.
BRIEF VAN LIN (ANAK KOMPENIE)
SCHOLTE AAN OOSTHOEKER JAN BALL
Neen hoor, dit wordt geen spannend
verhaal Ik kan u hooguit een enkele bij
zonderheid vertellen over de race waar u
van gewaagde in TT.-nr van 28 februari 1.1.
Nu moet u weten dat mijn man een sinjo
Malang is (geb. in 1911); hij was nog maar
zó'n knulletje toen die door u bedoelde
race werd verreden.
Wat hij me erover vertelde, heeft hij ook
van-horen-zeggen door een oudere broer
en ooms van hem. Afgezien van de trap
die Jan v. Beem kreeg waardoor diens been
brak. Mijn man zag het gebeuren als non
tonner. Degeen die de beenbreuk veroor
zaakte was Salèh, een zoon van de kap-tein
der Arabs.
Luuks, de spil van Vitesse was in die tijd
nog korporaal v.h. KNIL (of course).
Gerrit de Raedt hield zijn races meestal
op Betèk, en hij bereed altijd een Norton.
Maar de ander, Wim Rous volgens u, maar
ene Peters volgens mijn man, moet op die
race een witte H.D. hebben bereden.
De race vond plaats in 1919. Dit jaartal
heb ik kunnen vaststellen aan de hand van
een dongèngan van mijn moeder. Het merk
waardige hiervan is wel dat mijn moeder er
niet bij was, toen ik mijn man over die race
ondervroeg. De TT lezen heeft ze ook niet
gekund aangezien mijn mams analfabete is.
Ergo móet m.i. wel degelijk telepathie be
staan, of een soort gedachten-overbrenging
als u wilt.
o
Mijn mams logeert nog steeds bij me tot
ze straks in mei a.s. weer terug zal keren
naar de States bij mijn broer, waarheen ze
in 1963 is geëmigreerd. Ze was hier in
Nederland nl. met vakantie.
Vaak babbelt ze, over tempo doeloe toen
ze nog klein was, kortom, zo tussen onze
dagelijkse bezigheden door haalt ze haar
jeugdherinneringen op.
Die ene morgen, volgende op de avond
waarin mijn man en ik uw bijdrage in be
doeld TT.-nummer bespraken (mam was al
lang in dromenland), vertelde ze over haar
reis naar Poerworedjo toen ze amper zes
tien jaar was.
Ze was toen nog moentji van Radian (zie
Anak Kompenie) en reisde op zekere dag
(Vervolg Kodok-oelo)
Verder heeft men nog het N-go-Djie spel.
Hieronder wordt verstaan het spelen op
figuur of oog afzonderlijk. Komt de figuur
of het oog uit waarop men gezet heeft, dan
betaalt de Bank 5 maal de inzet aan de
winner uit. N-go-Djie zijn de Chinese
woorden voor resp. 5 en 2. Mogelijk werd
vroeger 5/2 maal het ingezette bedrag uit
betaald. Waar de kans bij N-go-Djie 1 te
gen 8 is, zou een uitbetaling van 7 maal
de inzet plus de eigen inzet meer in over
eenstemming zijn met de redelijkheid.
Doch, de Bankhouder niet tevreden met
zijn wiskundig zekere winst van 30%,
eist bovendien meestal nog een belasting
van de spelers ten bedrage van 4 (één
cent per kwartje) van de opzetten.
(Uit een oude Oriënt)
met hem naar Midden Java. Hun reisdoel
was Djokja, waar ze zijn moeder zouden
bezoeken. Onderweg in de trein evenwel
zei hij haar dat ze er beter aan deed om
in Koetoardjo uit de trein te stappen en
haar familie in Poerworedjo te bezoeken.
Hij wilde toch maar liever alleen naar zijn
moeder in Djokja, en zou mam, toen nog
Djemini daarna in Poerworedjo ophalen.
Zij, nog tollol en beducht voor haar heer
en meester, gehoorzaamde. Ze stapte in
Koetoardjo uit de trein, die haar weldra
achterliet op het perron.
Ze voelde zich vreselijk verlaten toen die
uit haar gezicht verdween. Nadat ze zich
onder controle had, kocht ze een kaartje
voor Poerworedjo en wandelde naar de
uitgang. Na lange, lange tijd voelde ze zich
toch bevrijd van de knellende druk, die haar
leven met Radian met zich meebracht. Want
hij bewaakte haar als een Cerberus. Op
dat ogenblik verwonderde ze zich niet eens
over het tegenstrijdige feit, dat hij haar nu
zo maar alleen verder liet reizen .Later
eerst, veel later, kwam haar ter ore dat
Radian in Djokja een rendez-vous had met
zijn vorige muntji, die met alle geweld bij
hem terug wilde komen.
Maar Djemini deed zoals een lang ge-
koeroengde ajam in een nauwe kooi zou
hebben gedaan. Neen, ze schudde zich niet
de veren, ook begon ze niet te klapwieken,
maar van lieverlede moet ze de psyche van
die ajam over zich heen hebben voelen
komen.
Haar ondernemingslust was ontwaakt en
ze drentelde het station uit om de omge
ving te verkennen. Voor het eerst na zó
lange tijd zonder het alziend (en bestraf
fend) oog van Radian te zijn was voor haar
een verademing.
Gretig bezag ze de uitstallingen van de
djuwallans van "zoveel lekkernijen die ze
zich nog herinnerde uit haar prilste jeugd
jaren. Het duurde dan ook niet lang of
Djemini deed zich te goed aan alle heer
lijkheden in de kraampjes. Toen het ein
delijk tijd voor haar werd om op te stappen,
ging ze haast met een spijtig gevoel. Haar
weg terug naar het station zag ze versperd
door schijnbaar uit het niet tevoorschijn ge
komen massa's mensen. Ze wrong en
wurmde zich erdoor heen om het station
te bereiken. Hier en daar ving ze woorden
op; balappan montor... harlie... Soeroboio-
Betawi... amper tekö... en „moendoer-
moendoer!" werd er geroepen. Aan beide
zijden van de straat was een dichte haag
van nontonners. Geen enkele grobak of
dogkar reed erdoor. Die stonden stil of
werden elders gedirigeerd door de mas-mas
oppas.
En daar naderden de racers. Mam was
diep onder de indruk. Het machtig ronken
de geluid van de naderende motoren over
heerste ieder ander geluid. En daar had je
de Harleyl (dat wist ze uit het geroep van
de nontonners op te maken, want van mo
tormerken had mam uiteraard geen sjoege).
„Setiré gedé sa' soengoené kebo, oeni-
né kojo gleger, kebaté wwssshh! kojo
anginl" (het stuur als karbouwenhorens zo
groot (wijd), het geluid als de donder en
de snelheid... wwssshhh! als de wind).
Hieh-kon, wat dacht u van deze karakteris
tieken uit de Javaanse volksmond over een
H.D. Niet gek hè? Natuurlijk kon mam niet
zeggen wie de heren waren die op die
„geweldige" motoren raasden. Haar is al
leen die H.D. bijgebleven, en ze vergist
zich niet in de tijd waarin het gebeurde.
Ik hoop voorts dat andere lezers u meer
bijzonders kunnen vertellen over die race
dan ik deed
NOG MEER HERINNERINGEN
Ball vroeg in zijn artikel om de resultaten
van de motorrace uit de jaren 1919-1921
tussen Rous en de Raadt en wél van de
bekende JAVA-ritten, die meestal werden
gehouden tussen Batavia en Soerabaja of
in omgekeerde richting. Wat ik ervan weet
(de deskundigen uit die tijd zullen het in
de volgende T.T. kunnen redresseren!)
hadden deze 2 motorrenners de diverse
races nooit tegelijk gereden. Wel hadden
zij bij hun ,,solo"-ritten steeds geprobeerd
eikaars rekords bij deze beroemde Java-
ritten „stuk" te rijden. En tenslotte had
Gerrit de Raadt gezegevierd op zijn „Nor-
ton"-motor (op dit merk reed hij n.l. altijd
bij deze Java-rittenl), toen hij dit rekord
stelde op 101/2 uur en waarbij het he
laas was gebleven!
Gerrit verkocht daarna deze Nortons en
daarnaast ook de Matchless-motoren in
zijn zaak, de bekende Soerabajaasche Mo-
torenhandel op Kali Asin te Soerabaia tot
hij in 1936 bij een jachtongeluk omkwam;
zijn technische partner was de eveneens
in de motorwereld bekende Udo de Stur-
ler. Gerrit had de bijnaam van „De Motor-
duivel" en de Indonesiërs noemden hem:
Si-Norton.
A. F. N. Pesuwarisa
ROUS EN MEEUWENOORD
In het begin van de twintiger jaren werd
het Harley Davidson-agentschap te Ban
doeng door de heren Rous en Meeuwen
oord overgenomen van de heer Frits
Sluymers. Wim Rous en Jaap Meeuwen
oord waren beiden uitstekende technici en
enthousiaste motorrijders en hebben hun
bedrijf tot grote bloei weten te brengen.
Zowel Wim Rous als Gerrit de Raedt
hebben ieder afzonderlijk tussen 1920 en
1924 de Java-rit van Anjer naar Banjoe-
wangi (ca. 900 a 1000 km) als non-stoprit
- onder controle van de Java Motorclub -
gereden.
Wim Rous bereed uiteraard daarbij een
Harley Davidson. Gerrit de Raedt bereed
verschillende merken en was omstreeks
1923 recordhouder van Sunbeam.
Ik weet niet of de in khaki-costuum ge
klede heer, die panne aan zijn motor kreeg
tegenover het schoolerf te Malang Wim
Rous is geweest, maar ik weet zeker, dat
Wim in die jaren als hij reed, altijd een
khaki-pak droeg.
Helaas kan ik U uit deze roemruchte
motorrijwiel-periode niet meer vertellen,
omdat ik pas in 1924 mijn rijbewijs haalde,
kort daarop naar Nederland vertrok en pas
ir. 1926 circa een half jaar behoorde tot
de Bandoengse motorrijdersgroep, waarin
Wim Rous en Jaap Meeuwenoord centrale
figuren waren.
J. Kossen
18