en ter dood veroordeeld, maar naderhand
begenadigd.
Van de Nederlandse Officieren die als
krijgsgevangenen aan de Siam-Burma spoor
weg werkten was er geen die een ontvluch
tingspoging ondernam. Wel hebben van de
12.000 Nederlandse krijgsgevangenen
aan de spoorweg, twee Milicien-soldaten,
ingedeeld bij het llde Landstorm Bataljon
te Surabaja (John Volkman-Schotsman en
Henk Berkholtz) en later twee Sergeanten
nabij het krijgsgevangenen werkkamp RIN
TIN tevergeefs getracht de uitgestrekte en
dichte bambu-bossen door te trekken en
over de hoge bergkammen heen te komen
om de Geallieerden waardevolle inlichtingen
te verstrekken. Na dagenlange omzwervin
gen uitgeput geraakt, kwamen zij uiteinde
lijk in een Siamees dorp terecht, waar zij
door de Siamezen aan de Japanners wer
den overgeleverd. Schuldig bevonden door
het krijgsgevangenenkamp te zijn ontvlucht,
werden de twee Milicien-Soldaten precies
om 16.00 uur op het kerkhof van RIN TIN
gefusileerd. Van de twee Sergeanten, die
maanden later dan de gefusileerde Milicien-
Soldaten wegvluchten, wist één zich tot na
de Japanse capitulatie in Bangkok schuil
te houden, maar de andere Sergeant werd
door zijn eigen kampleiding (Nederlandse
Officieren) gedwongen om zich bij de Ja
panners te melden met het noodlottige ge
volg dat hij te KUCHI, een krijgsgevange
nenkamp iets verder gelegen dan RIN TIN,
werd terechtgesteld. De drie gefusileerde
Nederlandse krijgsgevangenen werden door
de Japanse executiepeletons bijzonder ge
respecteerd. Werd van Nederlandse zijde
slechts afkeuring of deernis betoond, in de
ogen van de Japanners waren de gefusi-
leerden dappere oorlogshelden die in hun
opzet niet waren geslaagd en de konse-
kwenties daarvan moedig accepteerden.
MOREEL GEHANDHAAFD.
In november kwam de groep terug in
Singapore; 14 overleden op de terugtocht.
7.000 waren naar Thailand gegaan. Meer
dan 3.100 waren overleden. De rest was
ziek, zwak en uitgehongerd. Het sterfte
cijfer onder de Engelsen bedroeg 61
Onder de Australiërs die over het geheel
genomen lichamelijk sterker waren en zich
sneller aan de omstandigheden aanpasten,
was het 29 Het moreel was gedaald tot
bij het breekpunt. Maar gebroken was het
niet. De discipline was gehandhaafd geble
ven. Weinigen hadden toegegeven aan de
verleiding om zich in de wildernis terug te
trekken en onder een boom liggende het
einde af te wachten.
De ,,H Force" bestaande uit 3270 mannen
(ongeveer half Brits en half Australisch-Ne-
derlands) verliet Singapore kort na de „F
Force" en werkte ook aan de spoorweg. Zij
hadden geluk. Hun verbindingslijn was kor
ter en beter. Ze verloren slechts 886 man
nen. Bij de „H Force" hoorden 421 officie
ren die nodig waren, volgens de Jappen,
„voor administratieve taken in Thailand".
Bij aankomst in Thailand werden ze zonder
complimenten tot een werkgroep gevormd
er. ze moesten net zo werken als de ande
ren.
In de twee „Forces" bevonden zich klei
ne afdelingen medisch personeel (ongeveer
100, resp. 300 man) die medio 1943 naar
het Noorden werden gestuurd om de an
dere groepen te helpen. De meesten wer
den te werk gesteld aan het laden en los
sen van schuiten en slechts enkelen ver
vulden medische taken. Alleen de F- en
de H Force keerden naar Singapore terug.
Alle overigen bleven in Thailand. Nadat de
spoorweg was voltooid werden ze naar an
dere kampen gedirigeerd waar de omstan
digheden beter waren. Dit was een ver-
sterkingskuur ter voorbereiding van een
andere taak. Na enkele weken werden de
krachtigsten verscheept naar Japan om
daar te werken. De overblijvenden werden
nu door de lucht geëvacueerd vanuit Thai
land en Frans Indo-China.
„DE ZWARTSTE VLEK".
Behalve misschien door hun behandeling
van de Chinezen in Malakka (met de mas
saverdrijvingen van 1942) is de Burma-
Thailand spoorweg de zwartste vlek op de
Japanse geschiedenis in Zuid-Oost Azië.
De voornaamste reden hiervoor was het
volkomen organisatorische falen van de
Japanners. Tokio decreteerde - veel Japan
ners zeiden dat de Keizer zelf had gede
creteerd - dat de spoorweg zo snel als
maar enigszins mogelijk was, moest wor
den klaargeforceerd. Koelies en krijgsge
vangenen (zo luidde het in enkele kamp
orders die de Jappen in de Engelse taal
hadden opgesteld) werden in steeds tal
rijker groepen weggezonden zonder dat er
enige voorbereiding was getroffen om hen
op te vangen of van voorraden te voorzien.
Het was dezelfde administratieve onbe
kwaamheid die hen de oorlog in Burma
deed verliezen.
Het was de bedoeling de spoorweg te
voltooien vóór het regenseizoen van 1943.
Toen het werk achterbleef op het tevoren
ontworpen schema, nam de druk van bo
ven toe en dwong de technici ertoe, steeds
hogere eisen aan de werkers te stellen. De
algemene houding van de Jappen was niet
alleen gebaseerd op het beweerde bevel
van de Keizer, maar ook op de opvatting
dat krijgsgevangenen rechteloos waren. Ze
beweerden dat zulke eventuele rechten
zouden zijn prijsgegeven door de capitula
tie in Singapore en ze haalden graag ver
halen op die in grote getalen in de Japan
se pers verschenen omtrent door gealieer-
de troepen jegens Japanners en Aziaten
begane wreedheden.
Een buiten zichzelf geraakte Britse offi
cier zei eens tegen kolonel Banno, de Ja
panse officier die het bevel voerde over
de F Force: „Hoe denkt u zich hierover te
verantwoorden na afloop van de oorlog?"
„Een overwinnend Japan" antwoordde
deze, „zal geen vragen hoeven te beant
woorden".
Banno hield zich aan de fictie dat de ge
vangenen dezelfde rantsoenen en dezelfde
behandeling kregen als de Japanse tech
nici. Voor deze iaatsten was het leven ook
geen picnic, maar ze werden altijd voldoen
de gevoed en kregen behoorlijke medische
hulp en behuizing. Werd er in een kamp
een os geslacht, dan ging de helft daar
van naar de circa 50 bewakers en de an
dere helft, waaronder veel botten, werd
aan de 1.000 a 1.200 gevangenen gegeven.
Het wilde gedrag van de Japanse en Ko
reaanse officieren en manschappen werd
door de meer ontwikkelde overlevenden
niet zo zeer toegeschreven aan de wreed
heid van het Japanse ras (want de mens
kan met de geboorte goede of slechte ei
genschappen meekrijgen), maar de inten
sieve en succesrijke pogingen van het Ja
panse leger om hen die in hun rangen
binnentreden, te brutaliseren en zo veel
mogelijk van hun menselijke hoedanighe
den te ontdoen. Er waren echter ook en
kele Japanners, héél enkele, die probeerden
wat te helpen. Waarschijnlijk wisten de Ja
panse officieren in de hoogste leiding en
ook de leiders in Japan niet wat er gaande
was. Maar of ze wel of niet op de hoogte
waren, de verantwoordelijkheid en de schuld
liggen wèl hoofdzakelijk bij hen.
Sinds in vijf en twintig jaren de scherpste
verontwaardiging over het drama van de
Dodenspoorweg is gesleten en oorlogsmis
daden bij oorlogen elders in de wereld
(zowel door gekleurde als blanke mensen
gepleegd) onze „algemene kennis van De
Oorlog hebben verruimd", zijn vele spe
ciale gevoelens van wrok verdwenen en is
men dieper bewust geworden van de eeu
wige betekenis van het ,,A la guerre com-
me a la guerre": „zo is ELKE oorlog nu
eenmaal"
Wat over dient te blijven van zulke wre
de lessen is niet een nieuwe haat, maar
een universeel streven tegen alle, oorlog.
En zo oorlogen onvermijdelijk zijn, een ka
raktervoller Mens te scheppen met diepere
bewustheden van Ridderlijkheid en Gena
de
EEN
ONOVER
TROFFEN
ARTIKEL
VAN
TONG TONG
HET MEEST
GEVRAAGD
f n,f 1,50 verzendkosten
Zoals U weet zijn onze rantangs afkom
stig uit oorlogsproductie, dus perfect aluml-
nium-alliage, solide model (Je kan er In ko
ken!), keurige afwerking. Probeer zélf een
vergelijking met elke andere rantangl
Een nuttig ding dat tjoetjoek nog ge
bruikt over een halve eeuw
»HiiitiiiiiiuiiimnniinuniniiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiHtiiiiiiinNiiHnHniintiBnniiiiiiuiiiiiiiiiiw
IEDEREEN zal het nu wel weten, dat j
je met Kokkies rijsttafel-artikelen het
lekkerst kan eten I
KOKKIES Rijstwinkels:
Witte de Withstraat 128
Telefoon 89438
Slotermeerlaan 125
j Telefoon 130362
AMSTERDAM - W.
P.S. Wij verzenden rijsttafel artikelen
over de gehele wereld.
■liiiuiinimmiimuiiuMiiitMiiiiiiminiiniiiiinniiiiiiiiiiuiiNiiraiiiiiiiiiMniiiiiiiiiiiïi
7