1001
avonturen
met de
soetil
keukenprinsesje slordig?
Dat vraag ik me wel eens af als ik als
Jan Hen rondsnuffel en tot de ontdekking
kom dat steeds meer Indische meisjes de
sambal "en bagatelle" beginnen te behan
delen. Als gewone peper zogezegd, "om
pedes te maken". Punt.
DAT IS FOUT.
Sambal (dus niet SambalAN) is evenzeer
een op zichzelf staand GERECHT als elke
sambalan of sajoeran. Die een aparte (en
zelfs uitmuntende) smaak kan hebben, en
DUS met zorg en zelfs genialiteit gemaakt
kan worden.
Steeds meer mensen (vooral zij die in
restaurants eten, in cafetaria's of in al-te-
routine etenbuitenshuiszaken) gaan wennen
aan een "flapje" op het bord, zo ongeveer
als mosterd bij de Hollandse pot.
Veel van die sambals zijn eigenlijk alleen
maar "basis-sambals". Dus van het soort
dat Mamah-Tjang minachtend "sambel-bê-
tèt" of "sambel-djalak" zou noemen. Al dan
niet flink zout. Meestal al lang niet aroma
tisch meer (door het te lange bewaren) en
heel vaak zonder bijzondere ingrediënten
erin.
Alleen onze ECHTE keuken-Maharani's
zijn NOOIT tevreden met "sambel-uit-de-
pot" (ook al wordt de fabriek hemelhoog
aangeprezen), want die doen er nog een
beetje trassie of brambang of djeroek of
een pietsje suiker, enz. in (en hier zijn
we op het terrein van de privé delicatessen
nietwaar?).
Pas toen ik in 1965 in Indonesië terug
was en voor het eerst Indonesische sambel
at van verse Indonesische lomboks of tja-
behs, wist ik ABSOLUUT (voordien ver
moedde ik het alleen) dat de smaak van
sambal in hoofdzaak gebaseerd is op het
aromatische element, "haroem-nja". Goeie
sambal proef je in je NEUSI Je snuift haar
geur op vóórdat het tongpuntje nog geprik
keld is. Deze "haroem tjabé" is hier zelden
of nooit te krijgen, maar weet U dat U
zelfs weer haroem uit GEDROOGDE lom
bok krijgt, als U oelekt met "Julienne" van
sinaasappelschil? Julienne is een Frans
woord voor een Frans keukenbegrip: heel
fijne gesneden buitenste schil (dus zonder
wit) van Sinaasappel (ook GODDELIJK bij
omelette of vis!), maar U kunt de sambal
ook bitterder maken met wat wit van die
schil erbij. Of scherper en toch frisser met
Julienne van citroen..ach U weet het wel,
toch? Net als vroeger sambal met djeroek
sambal, die kleine djeroekjes? Sssssp!
Verder kunt U sambal fijner en natter
maken, grof met grof zout oeleken, er
knoflook in doen, enz. enz. enz., MAAR
DOE ER WAT MEE!
Ik zat eens in Amsterdam met een groep
Hollandse studenten te rijsttafelen, die niet
voor elkander wilden onderdoen in heet
eten en zelfs een volle eetlepel sambal
bêtèt door de rijst roerden om te bewijzen
hoe Indisch ze konden eten... wah! hele
maal fout! Maar bent U niet ongemerkt die
zelfde weg ook al een eindje op?
Tot slot: wie van de waakzaam gebleven
keuken-Maharani's wil Tong Tong haar sam-
bal-recept(en) geven om ons allemaal er
mee rijker te maken? Weet U nog, van die
heerlijke sambal die je vroeger gewoon met
rijst at en NIETS anders. En toch SMUL
DE?!
Stuur op! Breng vreugde in andermans
leven - en lever ons het recept dat nog
vele jaren lang in onze kookboeken rijk
dom en zegen brengen zal in vele huis
houdens! T.R.
PENSION CRAZY.
Wij woonden met ruim dertig mensen,
allemaal tijdelijk manloze vrouwen met hun
kinderen, in een groot huis ergens in Ban
doeng. Met zoveel vogels van diverse
pluimage was het overigens niet te ver
wonderen, dat er eiken dag wel wat ge
beurde. Ruzietjes over de kinderen, water
verbruik, verjaardagen enz. De meeste be
woonsters waren familie van elkaar en de
hoofdbewoonster, Tante Dé, zwaaide er de
scepter.
Mijn vader behoorde tot de tawan-mi-
litér en toen hij nog in Tjimahi zat, schreef
hij ons via een smokkelbriefje: Laten jullie
(mams, zus en ik) je in Godsnaam opne
men in het vrouwenkamp; daar krijg je,
hoe weinig ook, altijd wel je eten en daar
worden jullie beschermd tegen divers ge
spuis Gelukkig waren wij wel zo (ei-
genjwijs om die goedbedoelde raad in de
wind te slaan en zijn samen gaan wonen
met goeie kennissen van toen vroeher en
zo kwamen wij in Pension Crazy.
De oudste medebewoners waren de ou
ders van Tante Dé, Oma en Opa B., die
de zorg op zich hadden genomen van 5
moederloze tjoetjoeks van zeven tot zeven
tien jaar, wiens vader, (hun schoonzoon),
ook in de tawanan zat. De jongste van het
stel, Dirk, was een echt schoffie waar wij
ons vaak wild om hebben gelachen maar
nog vaker aan hebben geërgerd. Oma B.,
een vinnig, mager mensje met felle oogjes,
had het helemaal niet op Dirk begrepen en
daar zij bang was dat er niets van hem te
recht zou komen (evenbeeld van zijn vader
si werd hij het meest gestraft. Vooral zijn
oren moesten het vaak ontgelden. Eens had
Dirk, opstandig na weer een tuchtiging van
Oma uitgeroepen: „Awas als mijn Pappie
teruhkom, hij maak nommer één Oma dood,
altijd ikke njang di djèwèr, wach maar
Hij maakte wel dat hij wegkwam na deze
vreselijke woorden en bleef de volgende
dagen ver uit Oma's buurt.
De vele broertjes en neefjes in Pension
Crazy, was altijd op het hart gedrukt om
zich niet met de Jap in te laten vooral daar
er zoveel meisjes in het grote huis woon
den. Ook Dirk had ons vaak horen spreken
over allerlei vage gevaren, die ons onna's,
van Japanse kant bedreigden en hij was
ook degene die bleef zeuren: „Wat gebeur
KOOKBOEKEN BIJ TONG TONG
KOOKBOEKEN BIJ TONG TONG
Nique van der Werft Wijsman:
Kook nu eens zelf Ind. en Chinees f 5,90
M. B. Beiten:
De Hollandse Rijsttafel f 4,30
Chi Yun Eskelund:
Chinees kookboekje f 3,90
Robert J. Courtine:
De echte Franse keuken f 3,50
Annie van 't Veer:
Oud Holands kookboek f 1,75
Ina den Hartog. Mini Pocket:
Thuis Indisch en Chinees eten 3,90
Tong Tong receptenboekje:
Van hemelmodder tot mixer mayonaise f 1,75
Toveren met de soetil f 1,75
Ivan Baker:
Vegetarisch kookboek f 1,75
dan, ajó vertellen", waarop hij altijd weg-
gesnauwd werd en te horen kreeg dat hij
nog veel te klein was om dat te weten en
ook de andere jongens werden bedreigd
met de vreselijkste straffen als zij zich niet
aan ons verbod stoorden.
Op een ochtend had Dirk er weer van
langs gehad van Oma na een brutale mond
en toen hij zijn afwezige vader weer er bij
haalde als wrekende gerechtigheid, kreeg
hij nog klappen toe van zijn zeventienjarige
zus.
Nijdig had hij de benen genomen en over
wraak gepiekerd in een naburig plantsoen,
het Insulinde Park. Daar troffen twee be
nevelde Jappen hem aan en vroegen hem
toen of hij aardige onna's wist te wonen
waarbij zij grijnzend een pakje Kooa lieten
zien.
Het begon inmiddels al donker te worden
en Oma had al naar Dirk uit zitten kijken
toen zij de 2 Jappen de lange oprijlaan op
zag komen waggelen. Dirk had zich wijse
lijk in de loentaspagger verstopt en Oma
sloot snel de voordeur en riep ons alle
maal bij elkaar. Tante Dé wilde dat wij
meisjes over de achtermuur zouden klim
men naar de brandgang maar niemand
luisterde en allemaal fluisterden wij druk
onder elkaar, angstig of zenuwachtig gie
chelend, al naar de aard van het beestje.
Eén van de oudere dames (de lelijkste van
de allemaalste), had zich al onder haar bed
verstopt waar zij hevig lag te snikken. Dat
wekte zo op mijn lachspieren dat mijn
moeder me een klap moest geven om op
te houden.
Dappere Oma is toen naar de voordeur
gegaan, waar de kerels tegen stonden te
schoppen, heeft met haar liefste oude-
vrouwenstemmetje verklaard, dat alle on
na's erg ziek waren en vol puisten zaten.
Wij wisten n.l. maar al te goed dat de Jap
pen erg bang waren voor besmettelijke
ziekten, zoals pokken bijv. Zij waren toch
niet zo dronken dat ze niet begrepen wat
Oma's bedoelde en vloekend verdwenen
ze in het donker.
Volgens mij is het toen gekomen dat
Dirk zulke vreselijke koeping löwök heeft
gekregen en hij moest een week lang eiken
dag, op bevel van Oma, schrijven: Ik ben
een kind van de duivel.
Anak Tjirebon
Wordt het Ind.
16