OP DE PASAR MALAM
België. Uit Afrika had hij weg moeten gaan
wegens moeilijkheden met de Engelsen; uit
Gent na de terugkeer der Belgische rege
ring in 1918, welke de Vlaamse Hogeschool
wegvaagde. Indië moet een noodsprong ge
weest zijn. Hij kwam er aan de K.W.III,
School; vandaar werd hij spoedig naar het
Landsarchief geroepen, waar hij goed zijn
werk verrichtte. De bezoekers hielp hij zo
veel hij maar kon met woord en daad. Hij
stelde voor mij zelfs het Landsarchief open
op zondag, daar ik door de weeks mijn
werk had. Kom daar hier eens om?
Onder al die bedrijven had hij vrij wat
geschreven, zoals bijna alle landsarchivaris-
sen, op Verhoeven na. In verband met Zuid-
Afrika schreef hij een biografie van Van
Riebeeck, stelde een platenatlas der Zuid-
Afrikaanse geschiedenis samen en verzorg
de de uitgave van een serie reisbeschrijvin
gen. Ook in Indië gaf hij een platenatlas
uit, schreef een geschiedenis der Minahas-
sa. Gezien zijn carrière in Afrika, Vlaan
deren en Oost-lndië was hij a.h.w. voorbe
stemd om een Groot-Nederlander te wor
den. Bovendien was hij warm voorstander
van het Nederlandse gezag. Jaarlijks stak
hij op de stichtingsdatum der Oost-Indische
Compagnie (20 maart) de vlag uit. Drie
honderd jaar na Coen's dood op 29 sept.
1929 hoorde ik hem op het Waterlooplein
een herdenkingsrede uitspreken, die er niet
om loog.
Een gans ander type was zijn opponent
Prins, een klein, fel mannetje. Zijn kracht
lag in de genealogie, waarvoor hij reeds in
Nederland zich beijverd had. Maar ook in
Indië zat hij niet stil, bezocht er alle kerk
hoven en het resultaat waren vier dikke
delen "Genealogische en heraldische Ge
denkwaardigheden betreffende Europeanen
op Java", een heel droog, maar nuttig werk,
voor genealogen om van te smullen. In
dezelfde trant was zijn turf van 590 blad
zijden: De bekende landheer van Tjampea
OOST-AZ I E 1942 1 945
Toen op 27 mei drie duizend ex-krijgsge
vangenen van de Jap uit de 2e wereldoorlog
in het Kurhaus te Scheveningen bij elkaar
kwamen om daar 't feit te gedenken, dat ze
enige jaren aan die beruchte dodenspoor-
weg van Burma naar Thailand werkten, gin
gen de gedachten voor één moment naar
die tijd terug en keerden ook al diegenen
in herinnering terug, die in de bezettings
jaren in ons voormalig Nederl. Indië leven,
lijf en goed hebben veil gehad in de strijd
voor recht en vrijheid. En deze strijd met
de dood hebben moeten bekopen...
Voor hen, die na de oorlog konden worden
opgespoord, het er levend hadden afge
bracht en wegens hun optreden tegen de
bezetter de koninklijke onderscheiding van
de Verzetsster Oost-Azië 1942-45 mochten
ontvangen, zal die herinnering wel het
sterkst spreken.
Deze onderscheiding is in totaal aan 585
personen uitgereikt, zowel mannen als vrou
wen. 127 Hiervan werden posthuum ver
leend; ongeveer 240 nog in leven zijnde
met de V.O.A. gedecoreerden, verblijven
c.a. Willem Vincent Helvetius van Riems
dijk, zijn naaste familie en zijne afstamme
lingen. Dit werk, geschreven in Prins' re
traite, bevat talloze gegevens over Indi
sche families.
Op het Archief stelde hij een fiches-cata
logus samen van alle personen, in archief
stukken vermeld, die van ontzaglijke waar
de is voor de bezoekers. Men zou wensen,
dat ons Koloniaal Archief zulk een nuttige
hulpmiddel bezat, waardoor men in een
ogenblik een doopacte, een testament, een
acte van overlijden, een koopbrief enz. op
het spoor kan komen. Helaas toonde hij bij
de samenstelling niet steeds voldoende res
pect voor de originele stukken, knipte er
wel eens een handtekening of zegel af, die
dan op het fiche werd geplakt. Dit heeft tot
zijn ontslag bijgedragen.
Dan gaf hij een blad, de "Indische Navor-
scher" uit, dat hij met historische en genea
logische bijzonderheidjes vulde, tot grote
vreugde der "snuffelaars" (ik haét dit
woord!). Ik heb eens een vergadering dier
heren in een benauwd zaaltje van Hotel
des Indes bijgewoond. Het liep er gewoon
weg storm! En waar sprak men over? Over
het onderwerp "Adel". En dat in het bu
reaucratische Indië! Prins was de ziel van
de avond.
In zijn Navorscher trok hij wel eens kri
tisch tegen zijn medegeschiedvorsers van
leer, want Prins was een vinnig mannetje.
Velen kregen dan een beurt, ook schrijver
dezes. Tijdens een bezoek, dat ik de een
zame bracht, leende hij mij trouwhartig een
deel van de Indische Navorscher, ter ken
nismaking. Pas toen ik het boekwerk 's
avonds onder de klamboe opensloeg, ont
dekte ik tot mijn verrassing, dat ik niet was
overgeslagen. De titel van mijn proefschrift
deugde niet! Enfin, even goede vrienden!
Een volgende keer eens over Prins en het
graf van Coen.
momenteel in Nederland, de rest heeft zich
in het buitenland gevestigd.
Het ereteken van de Verzetsster Oost-
Azië is, zoals de mutatie in het betreffende
koninklijk besluit van 26 oktober 1948 no.
20 luidt, toegekend aan hen, die zich in
de jaren 1942-1945 op door Japan bezet of
Japans geboed in Oost-Azië door geest
kracht, karaktervastheid en gemeenschaps
zin op bijzondere wijze verdienstelijk heb
ben gemaakt voor door krijgsgevangen
schap, internering of anderszins in de macht
van de vijand geraakte Nederlanders of
Nederlandse onderdanen, danwel in het ver
zet tegen de vijand.
Tot in 1960 had dit in Nederland vertoeven
de handjevol dragers en draagsters van de
Verzetsster Oost-Azië niet de behoefte ge
voeld, als groep naar voren te treden.
Er werd een comité gevormd, dat tijdens de
nationale herdenkingsplechtigheden en be
vrijdingsfeesten in 1960 te Amsterdam re
presentatief voor de ongebroken geest, wel
ke er in ons voormalig Ned. Indië aan de
dag is gelegd, met een eigen vaandel, op
trad. Het vaandel werd meegedragen door
een kleine deputatie bestaande uit kinderen
van V.O.A. gedecoreerden, danwel wezen
van posthuum met deze ster onderscheiden
ouders.
danst het Indonesische danseresje Noersjamsiah
diverse Indonesische dansen. Onthoud de Pasar
Malam data goed: van 28 juni tjm 1 juli.
Dit ereteken van de decoratie bestaat uit
een in lichtbrons in reliëf uitgevoerde 6
puntige ster. Elke punt van de ster beeldt
een vlam uit. Deze spitse, felle vlammen
komen voort uit een zich aan de voorzijde
in het midden van de ster bevindend me
daillon, met in de kern een vlammende zon,
waaromheen staan vermeld de woorden:
"de Geest overwint"
De ster wordt gedragen aan een karmozijn
rood zijden lint. (het vergoten tropische
bloed) met in het midden 2 smalle vertika-
le, gouden strepen.
Na die bijzondere nationale herdenking van
de bevrijding op de Dam in de hoofdstad,
is elk jaar weer t.g.v. de dodenherdenking
op 4 mei ook door een deputatie van de
V.O.A. deelgenomen aan de plechtige
kranslegging aan de voet van het nationaal
monument.
Verder heeft het comité verschillende re
presentatieve aktiviteiten aan de dag ge
legd, door vertegenwoordigers af te vaar
digen naar manifestaties en plechtigheden
die ten doel hadden het verzet tegen de
vijand in algemene zin te gedenken.
Op 3 mei j.l. is in aanwezigheid van ons
koninklijk paar de krans van de Verzetsster
Oost-Azië 1942-45 met haar opvallende, ro
de lint met de 2 gouden biezen door de
beide afgevaardigden aan de voet van het
nationaal monument opgehangen aan de
de daarvoor bestemde standaard, en is met
deze daad wederom de herinnering opge
roepen aan alle in tropisch Nederland in
de worsteling tegen de bezettende Japanse
machthebber gevallen mannen en vrouwen.
Opdat men niet vergete!
L. D. de KROON
5