GESPREK IN DE NACHT
In een kringetje van goede vrienden tot
laat in de nacht pratend over "deze won
derlijke tijd" (wat zijn zulke praatavonden
verkwikkend naast zoveel andere avond
jes waar je moet luisteren naar afkam-
merijen en gejammer over slechte tijden,
of altijd weer dezelfde stokpaardjes!)
spitste de discussie zich tenslotte toe naar
twee problemen:
1. Deze tijd is té veelomvattend en ge
compliceerd geworden om met wérkelijke
kennis van zaken over welk onderwerp ook
te kunnen spreken,
2. Is er één hoofdstuk te noemen bij
grondige aanpak waarvan alles veel ge
zonder zou worden?
Aangezien aan het gesprek een ingeni
eur, een dokter een politicus en een pu
blicist deelnamen, hadden wij een vrij wijd
uitzicht over de vorderingen op industrieel,
economisch en politiek gebied en bij ken
nisname van al dat gene wat de moderne
mensheid produceert, konden we niets an
ders dan een groot gevoel van ontzag
koesteren voor het Onafzienbare, waartoe
de moderne mens in staat is.
Maar juist dit onafzienbare verontrustte
ons. Hoe vér kunnen wij doorgaan, zonder
dat het controlerend overzicht zoek raakt
omdat de mens - zélfs met computers -
beperkt is? En ontwikkelen zich ongemerkt
constructiefouten, die fataal kunnen wor
den?
Is eigenlijk de hele progressie van de be
schaving in handen van een té gering aan
tal experts en ligt daardoor het lot van
vele milliarden niet in handen van te weinig
enkelingen (die feilbaar zijn?) Zijn tenslotte
deze experts niet vaak laboratoriummen
sen geworden, met hun rug staand naar de
wereld die zij dienen moeten? Vervreemd
van het heil dat zij bewerkstelligen moeten?
M.a.w.: hoe hard rijdt onze beschavings
auto? Trilt er ergens al een moertje los,
treedt er een barst op of frictie, die een
ontzaglijke ramp veroorzaken kan?
Moeten we niet wat rustiger rijden?
Kunnen we wel?
Op vele gebieden zijn we allang het
"point of no return" gepasseerd: we móe
ten door of we willen of niet, want het ge-
EEN
ONOVER
TROFFEN
ARTIKEL
VAN
TONG TONG
HET MEEST
GEVRAAGD
RANTANG f 11,— f 1.50 verzendkosten
Zoals U weet zijn onze rantangs afkom
stig uit oorlogsproductie, dus perfect alumi-
nium-alliage, solide model (je kan er in ko
ken!), keurige afwerking. Probeer zélf een
vergelijking met elke andere rantang!
Een nuttig ding dat tjoetjoek nog ge
bruikt over een halve eeuw
compliceerde leefsysteem maakt dat we
niet meer terug kunnen. We zijn b.v. een
maal begonnen onze behuizing door op
stapeling in flats en woonkazernes "op
te lossen", de hele nieuwbouw MOET zich
voortaan in wolkenkrabbers ontwikkelen.
Nu ontdekken psychiaters dat het wonen
in die cementbabylons diverse soorten
psychoses doet ontstaan waarvan de ont
wikkeling nog lang niet voldoende is opge
meten, maar bouwen moetten we tóch!
Voor het geboorteoverschot, dus de snel
stijgende overbevolking is door knappe
chemici "de rose pil" uitgedacht, maar pas
sinds kort is in medische kringen een
sterker wordend scepticisme waar te nemen
tegen deze "gevaarloze" pil. De mens leeft
maar langzaam en eventuele ziekten en ge
breken leven maar langzaam mee. Pas
over een jaar of twintig zullen we (eventu
eel) het bewijs hebben dat de rose pil wer
kelijk volkomen onschadelijk is. Maar hoe
veel leed voor komende generaties zou in
deze twintig jaren de mensheid kunnen zijn
aangedaan? Zo is het met ELK ontwikke
lingsterrein...
Hoe moeten we ons beraden? Waar kun
nen wij - al was het maar even - de klok
stil zetten? Kunnen we niet meer zo klak
keloos meelopen met al die kostbare mo
degrillen? Wanneer scheiden we eens uit
met ons huis steeds maar weer moderner
in te richten? In hoeverre MOETEN wij al
tijd mee?
Nemen we het huis.
Ikzelf vind me gewoonweg ontstellend
rijk ingericht (al valt er nog steeds wat
bij te wensen), maar mijn zoon heeft nóg
verder reikende verlangens en hierin is hij
volstrekt "bij de tijd". Als ik nu minder te
verlangen heb dan hij, ben ik dan "achter
lijk"? Ben ik ouderwets?
Nee, ik ben alleen op een aparte manier
"echt Indisch". Want nooit kan ik vergeten
het ruime Indische huis van mijn Tjang in
Ngoedjang, waar "een blind paard geen
schade zou kunnen aanrichten". Waar in
de inmens grote achtergalerij alleen een
eenvoudige etenstafel met zes stoelen
stond (geel gepolitoerd), een etenskast en
een gendi-rak, en een baleh-baleh in de
hoek, maar waar dus ruimte was en rust
en wijsheid. De vloer met koel glanzende
rode plavuizen scheen zich eindeloos uit te
strekken en je oog volgde de metselstrepen
onbelemmerd alle kanten uit van het ver
trek. Op die baleh-baleh, die oud was en
mooi goudgeel versleten zat je ruim en
toch met een gezonde rechte rug. Of als
je liggen wou, lag je "alle kanten uit" ro
yaal en keek je naar het even onmetelijke
Er was niet» in dat huis, NIETS. En
toch was het voller dan de volste huizen
die ik ooit later in Holland zag. Tjang
had geen enkel boek. Haar hoofd was haar
bibliotheek. Met literatuur en filosofie en
folklore en nuttige levenslessen. Met haar
oude bevende stem kon ze uren lang dong-
èng en was het alsof ik eeuwen leefde.
Ik kon vér voorbij de komst van de Hollan
ders teruggaan tot de tijd van Damarwoelan
en Menakdjinggo of met de voorspellingen
van Djojobojo naar de tijd "dat er een draad
gespannen zal zijn", en dat er "reuzen-
tjapoengs van metaal" door de lucht zou
den vliegen... Ik leefde niet meer in "de
beschaving der verlengstukken", zoals deze
sneller, hoger, sterker, mooier wordende
Europese beschaving genoemd wordt (altijd
door-maar-door...), maar ontsteeg eruit als
op een hoge wolk en zag neer op de we
reld vanaf het Begin tot het Einde. En was
rustig en gelukkig.
Ik heb bij Tjang een les geleerd, die
mij bij alle weelden van Europa maar niet
uit het geheugen wil: dat het weinig of
niets hebben op een andere manier meer
rijkdom en geluk geeft dan het eindeloos
modern bezit vergaren van nu. "Ja, maar
je kan toch niet eeuwig met dezelfde ouwe
rommel zitten?" is het normale bezwaar.
Gek is, dat bij grote eenvoud de essentie
van het ding plus de rustige essentie van
de bezitter voldoende zijn. Een stoel is
om te zitten. Wil je zitten? Zit dan; verder
ben ik tevreden omdat ik zit. Klaar. Welk
model zo'n stoel heeft en pf hij "bij de tijd"
is, doet er opeens niet meer toe. Laat-mij-
met-rust! Vergeleken bij de serene rust van
Tjang met haar 'gebrekkige" stoel is ons
jagend leven van moderne stoel naar
steeds comfortabeler stoelen gewoonweg
belachelijk, van welk standpunt je het ook
bekijkt. Wij moderne mensen laten ons
gewoon door ons meubilair koejeneren!
Zou dus Europa gelukkiger zijn als we
allemaal opeens tevreden waren met wat
we hadden en niets meer wensten? Het zou
een ramp zijn. Honderden meubelfabrieken
en meubelwinkels zouden failliet gaan, het
leger der werklozen zou immers groeien.
Minder belasting-inkomsten voor de staat
en méér uitkeringen aan de werklozen zou
den ons budget ontwrichten en de Staat
straatarm maken... we KUNNEN niet meer
terug!
En zo is het met alle vooruitgang. We
hebben ons een duur productieproces mee
aangemeten, waar we vijfmaal zoveel Euro
peanen mee kunnen "zoet houden" als an
derhalve eeuw geleden, maar we kunnen
het proces niet meer tot staan brengen.
We zijn een ezeltje in een suikermolen, dat
loopt om suiker te kunnen maken, waar hij
van leeft, maar nu niet meer kan ophouden
met lopen... en als werkezel niet meer te
rug kan naar de natuurstaat met gras sadja.
En weet U, ons gezelschapje bestond uit
"ouwe ezels" die de tijd nog gekend heb
ben van het primitieve leven in Indië op
verre buitenposten - de verste plantage -
de verlatenste KPM-steiger, met alleen
maar naakte huizen op naakte palen, waar
stadsmensen geen sjoege van hebben, WIJ
weten hoe het zou kunnen en het misschien
zelfs zou moeten als de wereld weer een
beetje gemoedelijker en eerlijker en rijker
zou kunnen worden.
Maar daarom zijn wij zuurpieten ook zo
erg "uit de tijd"...
T.R.
P.S. Dit zijn NIET de kankerende uitlatin
gen van een Indischman, die klaagt over
Europa. Wie dit denkt, is gewoon onbelezen.
Wie Europeanen zélf wil horen "kankeren",
leze: Spengler, Wells, Huxley, Ortga y
Gasset. Alleen onvolwassen mensen huppe
len kinderlijk onbezorgd achter de "lolly
van de gouden toekomst" aan. Serieuze
mensen studeren, denken.
15