IS ONZE STRIJD GESTREDEN? (f 1500.schoon in kas en verder eten, drinken, transport en huisvesting, kortom alles vrij). Wij brachten toneel, gamelan en Javaanse danseres, pentjak (Anang alleen) en krontjong. Daarna kregen we een enga gement van 1 week in de Koloniale Ten- toonstelliing in Parijs, ik meen zomer 1929. Weer later kwam vorengenoemde hr. Meijer uit Amsterdam ons vragen of wij er niet voor voelden grammofoonplaten te maken te Londen bij de Edison Bell. Hij zou alles arrangeren; geen honorarium maar weer alles vrij (dit was ook voor Parijs zie boven geconditioneerd). Er werden geloof ik 12 platen gemaakt aar. 2 kanten bespeelbaar - klein formaat, waar de hr. Meijer dik aan verdiend heeft dooi ze voor de radio Hilversum te laten spelen en veel Hollanders een plaatje kochten en vooral de oud-Indisch gasten en vriendjes en vriendinnetjes van de Indische studen ten. Meijer heeft ons naar aanleiding daar van nog wel extra getracteerd op lekker eten enz. maar wij hadden er rijk van moe ten worden en niet hij.... Enfin basta. Onze successen hadden tot gevolg dat er meerdere Indische krontjong orkestjes werden opgericht, maar daar weet ik de namen niet meer van. Die muziek werd een soort rage in Holland. Hoe het terugliep en Eurasia tenslotte werd opgedoekt weet ik niet meer. Platen die veel aftrek vonden waren: Krontjong Betawi, Krontjong Soerabaja, Stamboel 1, Stamboel 2, Nonna Manis siapa jang poenja, Kasian si Patokaan, Balengang Saparoea, Rasa sajang kené, Wora wora tjientjien, Djangan madi kali Persapèn, Nina Bobo, Oh Ina nikéké (Menadonees Nina bobo), Lief Indië, Wat brandt daar op de bergen, Saja Doedoek soesah. F. DE KOOK Portals Nous Mallorca Raken wij ingeburgerd? Is men aan Tong Tong gewend geraakt, is er meer inzicht opgebouwd en komt er nu een tijd van gezonder samenwerking? Vragen als deze bereiken ons regelma tig en wij betreuren het te moeten zeggen: "NEEN!" Ook al getuigt Tong Tong er niet van, ook al houden wij onze rubriek "Van hier en gunder" zo kalm mogelijk, ook al ver mijden wij twisten en "zeggen meestal niets terug", denk daarom niet dat onze be- staanshorizon nu klaar en helder is. Er is nog steeds veel (hatelijke) critiek en er zijn doorlopend verborgen en open lijke aanvallen. Er zijn ondermijnende ac ties. En waar door ons fouten gemaakt zijn in het verleden, worden ze ons eindeloos aangewreven. Ons bestaan is nog even moeilijk als elf jaren terug... en onze gelederen worden dunner en dunner... over niet al te lange tijd zullen zij zó dun zijn, dat er geen "zaak" meer op te bouwen valt. Dat is een feit. Vaak vraag je je dan af: wat voor plezier heeft men toch in het afmaken van alles dat toch ontegenzeggelijk GOED is aan Tong Tong? Waarom men "de Indische oudjes" (want dat ZIJN wij!) een laatste gelukkige dag met wat dromen en wat ide alen dit laatste geluk niet gunt. Waarom men zo graag de knuppels uit het Indone sische hoenderhok en het Nederlandse hok ook in ons rennetje werpt om tweedracht te zaaien, waar de andere hokken zélf niet eens uit kunnen komen. Iedere "criticus" of aanvaller wéét toch dat ons bestaan ten einde loopt? Dat vóór de eeuw is afgelopen De Laatste Indisch man ten grave gedragen zal zijn, waarna men met onze kinderen en kleinkinderen "vrij spel" heeft? Waarom dan NU deze onverdraagzaamheid? Een lezeres die ons vanmorgen opbelde, noemde één der hoofdoorzaken: dit is een verwende samenleving. En zoals in elke verwende schoolklas, in elk verwend gezin, is men redeloos twistziek en hatelijk. Onze lezeres sprak over het leven van haar dochter in een "achtergebleven gebied", waar de huisvrouw alles wat op tafel komt, zelf maken moet. Niet zoals hier in Neder land waar alle winkels zó uitpuilen van rijkdommen, dat wij alles wat ons hartje begeert kunnen kopen en niets meer zelf hoeven te maken. Als er dus tóch al meer is dan het gulzigste buikje op kan, waarom maakt men dan nog zo felle opmerkingen over Indisch eten of niet? Waar de textiel winkels meer jurken en meer stijlen aan bieden dan men kopen kan, waarom maakt men dan zulke valse opmerkingen over sarong-en-kebaja? Wat ons in alle twisten verbijstert is de volslagen nodeloosheid ervan. Maar wat veel erger is: de volslagen blindheid voor wat er - naast eventueel veel slechts - aan GOEDS is in veel wat we doen. Waar onze lezers en medewerkers letter lijk overvloeien van mooie herinneringen aan Indonesië, schijnen de anderen niet alleen geen enkele prettige herinnering te hebben, maar ze lopen voortdurend over van ergernis over wat NU fout en corrupt is of zou zijn. Alleen maar dat. Alleen maar dét. Eindeloos. Met een verbijsterend ge mak worden bij een kopje koffie de wreed ste dingen uit de doeken gedaan over men sen die wij kenden. Die vaak zó enorm veel goeds doen, dat wij het hun gaarne vergeven als ze eventueel dief of moorde naar geweest waren. Wat een vreemde mensen, die ook in deze maatschappij die voedt en veiligheid geeft, alleen maar uit kunnen zijn op eerroof (want dat IS het in wezen). Na een aantal beginjaren van gedach- tenuitwisseling met deze "critici", zijn we tegen wil en dank aparte maatstaven van beoordeling gaan ontwikkelen, want a. Tijd om elk twistpunt uit te knobbelen is er niet, b. ZIN om elke twist uit te zoeken, is er niet. We houden tenslotte maar één maatstaf over: "Wat doet de afkammer uit zichzelf aan GOEDS voor de samenleving?" En als hij (zij) inderdaad goede dingen doet, né men we zonder verder twisten zijn (haar) aanval. Wat we echter tot nog toe gevonden hebben is dat zoveel onverdraagzame men sen uit en voor zichzelf of anderen NIETS goeds doen. Omdat vaak doodgewoon een goede inborst ontbreekt. Ze zitten ergens in hun hart met een kolossale leegte, die zelfs met een weelderig leven niet gevuld kan worden. Wat doet men dan? Die leeg te vullen met ellendige gedachten of daden. Doodgewoon OMDAT MEN OOK LEVEN WIL. Dan leeft men DUS als Sjiwa, de verdelger. Natuurlijk (en helaas) is dit verschijnsel niet alleen waar te nemen in onze eigen gelederen. Wie kranten goed leest, merkt dat deze geest ook leeft in de Nederlandse, de Europese, de Aziatische maatschappij. Het is een algemeen tijdsverschijnsel, van een schrikbarende omvang. En zoals twee duizend jaar geleden, bij het eind van de Romeinse wereldbeschaving, kunnen ont stelde toeschouwers alleen stamelen: "Vergeef hen want ze weten niet wat ze doen..." En op deze barre wereldzee dobbert het kleine Indische prauwtje van Tong Tong. Hoe lang al? Hoe lang nog? Is een reddend strand nabij? Of zullen wij kansloos ver gaan! Hoor eens. We gaan alleen omdat Ergens een Op perste Wil dat van ons verlangt. Die Wil kunnen wij nóch meten nóch doorgronden. We kunnen alleen gehoorzamen. En tellen nóch de vóór- noch de nadelen. Want alles in dit leven is Goed omdat Het Moet... TJALIE ROBINSON Mlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll|l EEN NUTTIG VOORDEELTJE I Neemt onze DJAGOER ballpoint in huis: I «18 cm. lang, 11/2 cm. breed, Driekantig van vorm; rolt nooit 1 weg; raakt nooit zoek! Ligt lekker in de hand, schrijft een koene, duidelijke letter. Ideaal voor bureau of keuken. Gaat héél lang mee; vulling overal verkrijgbaar Is een tanda-mata: Tong Tong in goud opdruk. Omdat we zo'n nuttig ding in elk Tong Tong-huis willen hebben, hebben we de prijs zo laag mogelijk gehouden: f 0,50 (incl. porto) Sluit een postzegel van f 0,50 in Uw j bestelbrief in (NIET op briefKAART 1 plakken!) en klaar is kees! (P.S.: neem er TWEE. Voor bureau j EN dapoer!) iinim 5

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1967 | | pagina 5