Dan volgde de prijsuitreiking en 's avonds
dansen op het platje aan zee van de zeil
vereniging.
Maar de onderlinge wedstrijden met jachten
waren ook mooie belevenissen. Er kwam
een hoop rekenwerk aan te pas, omdat alle
schepen van een iets ander type waren.
Hiervoor was het nodig geweest met inacht
neming van vroegere resultaten voor ieder
een handicap te bepalen. Het grootste jacht
"de Pinguin" behoorde aan de heer Mes
man, bijgenaamd Radja Laut. Hij bleef vaak
weken lang weg. Maar hij deed altijd mee,
hoewel zijn boot eigenlijk te zwaar en te
langzaam was. Daardoor kreeg hij een hoop
voor op het snelste schip, de Martha van
de Hr. Mr. van de Lloyd. Deze was onge
huwd, maar volgens algemeen gevoelen ge
trouwd met zijn jacht. Hij sprak altijd over
zijn "bini kajoe"", en had er een djaga op
zitten, die dag in dag uit aan het soppen en
poetsen was. Het schip glom alsof het zo
van de werf kwam. In de Oost moesson
werd er door bijna iedere zeiler na kantoor
tijd nog een uurtje gezeild. De Hr. Mr. die
in zijn jonge jaren op echte zeilschepen had
gevaren en o.a. eens om de Hoorn, door
spekte alles wat hij zei met zeemanstermen.
Hij kon je soms opbellen voor een bespre
king, hij was namelijk voorzitter van de
KMJC. en dan zei hij: "kom eens even
met je prauwen langszij". Hij bedoelde dan
met de nodige paperassen.
Dan had hij weer een prachtige race uit
gedacht. Op zee werd dan meestal een
grote driehoeksbaan uitgezet, waar scherp
gezeild moest worden.
Eens per jaar bij volle maan was er een
nachtwedstrijd. De hoekpunten, die in het
donker gerond moesten worden werden
zwaar gecontroleerd. Het was een spook
achtig gezicht, de witte jachten geluidloos
als spoken te zien opdoemen en weer in het
niet verdwijnen. De gemaakte tijden liepen
soms uren uit elkaar.
Het moeilijkste was die boei bij Taka
Pindjing te vinden. Die stak slecht af tegen
het zwarte land. Er stond geen licht op.
Dan werd dus veel tijd verspeeld met zoe
ken. Het zeilseizoen begon altijd met een
tocht naar het eiland Samalona, waar een
eenvoudige stenen passangrahan op stond.
De niet zeilers gingen aan boord van
twee of drie platte versierde prauwen van
de KPM. met een puffend sleepbootje er
voor. Aan boord was een strijkje en een
bar. Er werd op gedanst. Na op Samalona
gezwommen en gerijsttafeld te hebben gin
gen we weer huiswaarts. En het mooiste is
wel terugblikkend, dat er nooit een wan
klank was.
Toen mijn drie jaren er op zaten en ik
per convair naar Batavia terug vloog, trof
ik als gezagvoerder de zoon van onze wal
kapitein. Hij was zo vriendelijk over de
haven en de rede te vliegen. Ik zat naast
hem en dacht dat het een afscheid voor
goed was, maar dat liep anders. Vanuit de
lucht zag je aan de lichtblauwe verkleurin
gen rondom de eilanden en op de meest
onverwachte plaatsen de duizenden koraal
riffen, waar tussendoor de grote sche
pen altijd hun weg moesten vinden. Het is
maar goed, dat je dit vanaf de brug van een
schip niet kunt zien. Anders zou de moed
iedereen in de schoenen zinken.
Men navigeert natuurlijk op de vaste be
kende punten, maar je hebt eigenlijk geen
idee hoe dicht die riffen wel bij je koerslijn
liggen. Makasser kun je op twee manieren
bereiken. Voor de laatste oorlog was de
algemeen gebruikte route vanuit het Zuiden.
Doch deze ingang bleek na de oorlog on
bruikbaar, daar er accoustische- en magne
tische mijnen in de ankerplaats waren ge
legd, die zich voor de ingang uitstrekte.
Het bleek te riskant om die nog op te
ruimen. Daarom ging men een andere in
gang gebruiken, die voor de oorlog weinig
in zwang was. Halverwege het lange Lai-
Lai breakwater was 'n onderbreking, waar
op het zogenaamde Hoven vaarwater aan
sloot; genoemd naar een KPM-er, die dit
het eerst ontdekte. Het liep dwars tussen
de riffen dodt. Er was ergens een plek waar
je in het helderblauw water de bodem met
grote witte vlekken kon zien. Dit waren
stenen of klompen koraal, waar het échip
overheen voer. Er stond natuurlijk genoeg
water boven, maar het was een frappant
gezicht de eerste maal, wanneer men er
door de loods op werd attent gemaakt.
Tweemaal zijn vreemde schepen, die niet
op de hoogte waren, des nachts in het
mijnenveld voor anker gegaan, om te wach
ten op de loods. Wij schrokken ons dood
toen we des morgens vroeg een schip op
die plaats ontdekten.
Na gewaarschuwd en geadviseerd te zijn
gelukte het de schepen er zonder ongeluk
ken weer uit te krijgen.
Hoe lang zulke mijnen gevaarlijk blijven
weet niemand met zekerheid te zeggen.
Vermoedelijk liggen ze er nog.
Toen de tijd voor toengoeh mati was
aangebroken, bleek de rol van het water
nog lang niet uitgespeeld. Nog zeven jaar
kon ik in een voor de scheepvaart nuttige
werkkring uitzien over het water van de
Maas. Met aan de overzijde de kaden van
de Holland Amerika Lijn.
Weer, praktisch voor de deur werden alle
grote binnenkomende schepen bedraaid.
Ook bezoekende vreemde oorlogssche
pen, onze eigen kruisers en niet te vergeten
de "Karei Doorman", werden rondetjurkt,
zoals dat een dagelijks gezicht was in het
aloude Priok.
En vanuit mijn flatje, zie ik het water
onder de Maasbruggen naar zee stromen.
Nog lang naar ik hoop. Ook al kijkt men
er niet geregeld naar. Het gevoel dat het
er is, déar gaat het om.
Het land is mooi, de bergen mooier, maar
het water het mooiste voor mij.
In Kiplings Kim staat ergens, als ik goed
citeer:
What the waves are -.for the mariner, are
the mountains for the hillman.
Aye, so it is.
J. VAN NOORTWIJK
OUDE MELODIEëN
Jongbloed uit Leersum herinnert zich nog
gaarne liedjes die hij eens door Miss Ri-
boet heeft horen zingen. We laten er hier
één volgen met de vertaling. Wie herinnert
er zich meer?
Wong-wong sopo sing gelem
Sing gelem td dongengi
Ono arek teko goenoeng
Matane bolak iroenge mantjoeng
bis
Areke kondo mengkene
Bapake lan iboene
Jen akoe saiki wis di takoake
Akoe kondo sing gelis-gelisake
bis
]o iboe arek saiki
Tjilik tjilik koedoe rabi^)
Doeroeng weroeh opo dailine
Wis koedoe gawe karepe dewe
bis
V huwen manjvrouw
Mensenals gij luisteren wilt,
zal ik u een verhaal vertellen;
een kind in de bergen, haar ogen
schitteren en een spitse neus.
Het kind zegt:
"Vader en moeder, wanneer ik thans
een aanzoek zou krijgen, zal ik
gauw moeten beslissen."
Inderdaad is de tegenwoordige jeugd zo,
hoewel ze minderjarig zijn en
nog niet weet wat er worden zal,
zet zij toch haar wil door.
GESCHIEDENIS
Op Zondag 24 Februari 1619 zegende de
dominéé te Batavia het huwelijk in van zes
Nederlanders, die trouwden met inheemse
vrouwen, welke laatsten eerst werden ge
doopt.
G. G. P. van der Parra, geboren Colombo
(1714-1775), zoon van Cornelis en Geer-
truyda Suzanna Spanijt of Spanuyt, is nooit
in Nederland geweest, evenmin als zijn
vader.
EEN
ONOVER
TROFFEN
ARTIKEL
VAN
TONG TONG
HET MEEST
GEVRAAGD
RANTANG f 11,f 1.50 verzendkosten
Zoals U weet zijn onze rantangs afkom-
stig uit oorlogsproductie, dus perfect alumi-
nium-alliage, solide model (je kan er in ko
ken!), keurige afwerking. Probeer zélf een
vergelijking met elke andere rantang!
Een nuttig ding dat tjoetjoek nog ge
bruikt over een halve eeuw
9