VAN HIER EN GUNDER
Vervolg van pag. 2
halzend uitkijken naar nieuwe Tong-Tongs.
U kunt DIRECT beginnen als U wilt.
Verder zit er bij duizenden lezers voor
vele tonnen aan kapitaal elke maand, waar
van wij „per persoon" maar een paar gul
dentjes vragen, in ruil voor boeken, tegels,
handdoeken, enz. enz. per sé niet duurder
dan waar ook in Nederland.
Oh boy, WE ARE RICH! I I
Maar we weten het niet en we handelen
er niet naar...
En nou U weer, mijnheer Schulte!
T.R.
HOE MEN VERGEET
„Wie van onze lezers schrijft eens
over deze schilder?" Bij foto schilderij
Walter Spies in Tong-Tong No. 4.
„In Tong-Tong van 15 jan. '65 stond
een artikel met reproducties „Walter
Spies" 1895 - 191f2" van R. Bonnet."
Dit stond op een briefkaartje zonder
vermelding van naam en adres van de af
zender, maar gelukkig in een onvergeetlijk
handschrift...
Zie je dat Tjalie aftands begint te ra
ken?
TJONTO.
In de eerste plaats hopen wij vurig,
dat wij Tong 2 nog lang in de bus zullen
vindenmaar mocht het lot het anders
willen, dan hebben wij aan al de jaren,
dat dit wel zo was bijzonder prettige en
dierbare herinneringen.
Voor ons betekent het lezen van uw
tijdschrift het weer beleven van een
heerlijke periode in ons leven.
Daarnaast lezen wij met belangstel
ling de andere stukjes, dan, die bij ons
herinneringen powekken.
Het is „zinnige" lectuur en dat kun
nen we beslist niet van de meeste Ne
derlandse tijdschriften zeggen, welke
voor een heel groot deel uit sex en sen
satie bestaan.
In Tong 2 van 15 aug. j.l. op blz. 5
„Is onze strijd gestreden?" en blz. 11
„over tijger jagen" heb ik maar twee
ivoorden „Raak, Tjalie!" of „Zeer juist!"
In deze min of meer moegestreden
tijd, is uw blad voor ons een opkikkertje
en wensen wij u sterkte en een lang
voortbestaan.
Familie P. van Veen.
Tjonto van een brief zoals wij er zeer
vele ontvingen. Dank voor deze riem on
der het hart. En poekoel teroes maar weer.
Maar U apprecieert het toch wel dat wij
af en toe de zaken scherp stellen zoals ze
zijn, nietwaar?
HERKENNING
„Waaraan is een Totok uit Indië direct
te onderscheiden van andere Hollanders?"
(TT 30 aug., pag. 18).
In een café zei de man achter de
toonbank: „U komt uit Indië want u
spreekt de a hoog uit." Ik vraag me
af: „Is dat zo?" N.N.
Mijn vriend N (blank, blond, Delfts-blau
we ogen) vertelde me dat hij eens op de
tram stond vlak bij een Indische dame
toen de conducteur een doorweg zoekend
haar bij de schouder pakte en opzij zette.
De Indische dame keek sprakeloos in het
rond en toen, mijn vriend N. aankijkend
om begrip, sprak ze slechts één woord:
„Bangsat." Hoe wist ze dat N. uit Indië
kwam?
En hier moet ikzelf iets opschrijven dat
ik van DIVERSE Indische DAMES gehoord
heb: „Totoks uit Indië zijn niet lantjang
(lantjang overal met z'n vingers aan
komen. Als man heb ik daar natuurlijk niets
van gemerktT.R.
INDO.
„Je hebt jezelf al meerdere malen
een vat vol gebreken genoemd. Laat
ons dat desnoods weten of laat je het
zijn, wat doet het er toe? Niemand is
volmaakt en geen enkele tijdschrift
redacteur constateert het van zichzelf.
Waarom jij?" J.J.L.
De rubriek Van Hier en Gunder
heeft het m.i. wel duidelijk gemaakt.
Er is in onze lezerskring een andere
verhouding tussen redacteur en lezers
dan bij welk ander tijdschrift ook. Men
ziet mij hier ook als een soort voor
ganger, een voorbeeld. En dat voor
beeld moet smetteloos blank en rein
zijn. De Indischman, opgegroeid in
een maatschappij vol veroordeling en
roddel, zoekt nog steeds naar een
soort heilige, een Christus (vergeef
mei). Men zou de leiding van Tong-
Tong wel willen accepteren als ik bv.
van nobele Nederlandse of Indone
sische afkomst was. Zinspeelt niet
elke Indo graag op verontstelde adel
lijke afkomst? Zwijgt de Indische To
tok niet bij voorkeur over zijn nede
rige Hollandse afkomst? In een maat
schappij waar „Het Europese Pres
tige" coüte que coüte hoog gehouden
moest worden, verlangde men als
leider graag een sociaal voorbeeldig
mens. En natuurlijk moest deze per
soon ook vrij zijn van alle zonden,
waar „de gewone man" zoveel last
van had (en vaak een minderwaardig
heidsgevoel). Van het hoogaangesla-
gen Europa verlangde (verlangt) men
dat niet. Hier is Alles Hoogcultuur en
Belangrijk. Geen Indischman haalt het
zich in zijn hoofd om meer van zijn
lievelingsschrijver of hoofdredacteur
te weten. Men kent de mens nauwe
lijks; hij is een ononderzocht status
symbool. Informeer, onderzoek niet.
Doe chique I
Uiteraard is Tjalie dan een bijzon
der lastige orang. Niet alleen „bekent"
hij kalm dat hij mengbloed is (terwijl
bv. de Nederlandse literatuur hem er
kent als Nederlands schrijver en hem
dus een veelgewenste pluim op de
hoed steekt), maar hij spreekt ook
kalm over zijn nederige afkomst zowel
van Nederlandse als Javaanse zijde.
Een schandaal! We moeten hem mo
res leren: spreek zoveel kwaad van
van hem als je kan, dan dondert hij
wel!
Was het in Indië niet generaties
lang voldoende dat je een Indo of
Totok kon uitwerpen als mens als hij
Pas ontvangen bij
Boekhandel Tong Tong:
Batavia seint Berlijn,
door C. van Heekeren 19,50
Werd besproken in TT van 30 aug.
bv. dief was? Iedere Indischman wil
de dus zo hard mogelijk braaf burger
zijn, erudiet, Europeaan. Desnoods al
leen in de schijn. En we kregen alleen
maar een maatschappij die kleinbur
gerlijk Holland de loef afstak in hypo
crisie en bigoterie. Men heeft mij eer
willen bewijzen door me in te delen
bij de Grote Boengs en ik ben er vol
maakt onverschillig voor. Men heeft
mij willen afschrikken door mij in te
delen bij de Kleine Boengs en ik heb
met trots mijn kornuiten van Kemajo-
ran en Krembangan aan u voorge
steld. Men heeft mij willen inpalmen
als Nederlander en ik heb met vol re
spect voor mijn Nederlandse vader en
mijn geboorteland kalm gezegd: „Ver
gis u niet; ik ben Indo." En men heeft
mij vervloekt als Indonesiër en ik heb
mijn Tjang geëerd. Nu al dat getwist
niet helpt wil men mijn gebreken te
gen mij uitspelen. De Grootste Troef
in het oude Indië: alle braven bij el
kaar en de niet-braven de woestijn
in! Mijn waarden, laat mij u vertellen
dat ik liever in de woestijn ben met
rovers en zondaren, maar echte men
sen, dan bij de zoete laffe kwezels
te zitten met hun Europees parapluutje
en hun hoge hoed van Farizeïsche
braafheid. Tong Tong is en blijft echt.
Howgh I T.R.
JE KAN ER NIET BUITEN
„Die Tong-Tong van jou, ik snap er
niets van. Je kankert erop, er is altijd
wat op aan te merken, je hebt er vaak
kolossaal de duvel aan, maar je kan
er toch niet buiten
K. Mahieu.
Ja, op een merkwaardige manier is
dit blad als het Leven zelf, waar we
ons leven lang niet tevreden zijn en
waar we altijd wat op aan te merken
hebben, maar waar we toch niet bui
ten kunnen
T.R.
Op 20 sept. 1967 overleed plotseling
te Coin bij Malaga onze geliefde
echtgenote en moeder
STEPHANIE ERNSTINE
SORIN - CLARENBACH
geb. 1-10-1891, Semarang
Zij ruste in vrede
Eugene Sorin, Coin.
Fam. dr. G. A. Catalani,
Blaric.str. 28, Huizen N.H.
De crematie vond 26 sept. j.l. te
Wetserveld plaats.
20