Kerk in het Kamptheater BEZOEK JE LAH JE KRIPOET 15 VERMAAT ZONEN maandagochtend kijkochtend Vaak zijn in Tong Tong de lotgevallen der krijgsgevangenen en geïnterneerden uit de Jappentijd ter sprake gekomen, doch slechts zelden hun "geestelijk leven". Toch bestond dit, al was het niet steeds zicht baar. Godsdienstige bijeenkomsten had de Jap meestal verboden. Zij werden daarom in het geheim gehouden. De "kerkgangers" zaten dan bij elkaar op hun tempatjes, met een spel kaarten bij de hand. Kwam er een sein, dat de Jap in aantocht was, dan greep men snel naar "duivel's prentenboek" en veranderde de "kerk" in een "speelhol". Dat mocht n.l. wèl. In het dubbele kamp van Tjimahi waren godsdienstoefeningen echter toegestaan. Ze werden gehouden in het z.g. "Théatre éter- nite", waar men op de weekdagen toneel voorstellingen en dgl. gaf. Deze grappige naam deed enerzijds aan de eterniet-platen denken, waaruit het toneel was opgebouwd, anderzijds zinspeelde het blijkbaar op het Franse éternité, eeuwigheid, waarvoor blijk baar gewerkt werd. In elk geval zullen de daar gegeven voorstellingen ons nog lang heugen. Zondags trad er als predikant dr. van Selms op, hooieraar te Preoria, een zéér bijzonder voorganger. Hij preekte zelfs voor de Britse krijgsgevangenen in het Engels, en zou het ook wel in het Afrikaans hebben kunnen doen. Hoe kwam deze theoloog on der de officieren? Hij was immers reserve kapitein. Als student in Nederland had hij niet van het voorrecht, dat a.s. geestelijken van de krijgsdienst vrijstelde, willen ge bruik maken. Hij was dus, wat men noemt, voor zijn nummer opgekomen. In zijn stu dententijd had hij ook deelgenomen aan de oudheidkundige opgravingen bij Sichem in Palestina, onder leiding van de befaamde prof. Böhl. Na enige tijd in Nederland pre dikant te zijn geweest, was hij in Zuid- Afrika tot hoogleraar in de Semietische talen benoemd. Doch toen men in 1940 ook op de Nederlanders buiten de lands grenzen een beroep deed, was hij met een contingent Zuid-Afrikaanse Nederlanders naar Indië overgekomen. Toen ze in Priok aan wal stapten, speelde de muziek "Sarie Marijs", als ik mij goed herinner. In Indië werkte hij o.a. mee aan het Indische Week blad en verzorgde o.m. de godsdienstige rubriek. In het kamp te Tjimahi had hij als offi cier niet op corvee behoeven te gaan, doch hij gaf er zich tóch voor op en ging twee dagen 's weeks met de "minderen" er op uit. De rest van de tijd werd heus niet in ledigheid doorgebracht, 'tgeen onze hoofd redacteur zich misschien nog wel beter zal herinneren dan schrijver dezes. Wij maakten n.l. deel uit van een door Van Selms op gerichte dichterkring, waarin ik slechts ne derig het proza vertegenwoordigde. Daar naast had Van Selms nog méér kringen, die in zijn nauw kamertje werden gehouden. Daar woonden ook de arts van het Petro- nella-ziekenhuis te Djokja, dr. Müller en mr. Chris Gunning, die ik nog uit mijn studen tentijd kende. Het was er in het benauwde hokje vaak stampvol, doch het waren on vergetelijke avonden. Meer mensen bereikte Van Selms in zijn kerkdiensten binnen de gastvrije wanden van het reeds genoemde Théatre éternite. Hij leidde er de protes tantse kerkdiensten. De Rooms-katholieken hoefden niet te komen, want die hadden hun eigen kerkgebouw, versierd met een prachtige kruisweg-statie, door een der ge vangenen vervaardigd. Ik hoop, dat die schilderingen oorlog en revolutie overleefd hebben. Meestal preekte Van Selms, en hoe! Niet saai of langdradig, maar kort krachtig en pittig. Eens stonden we na tien minuten al weer op straat, maar, om met Wim Kan te spreken, je had er wat van meegenomen. De zang werd op de piano begeleid door mijn collega H. van Beek, een duizend kunstenaar: oud-zendeling, theoloog, musi cus, knutselaar en ten slotte ook nog teken leraar. Aardig waren zijn fantasieën vóór en na de dienst. Eens. het was 31 augustus, de verjaardag van H.M., speelde hij varia ties op het oude kroningslied van 1898: 'Wees begroet met jubeltonen, Wees ge zegend blijde dag!" Gelukkig was er geen verrader in ons mid den, want anders had het Van Beek zijn kop kunnen kosten. Doch hoe werd er gezongen? Psalmboek jes en dgl. waren er natuurlijk niet. Geen nood! Een paar sterke knapen hesen een reusachtig schoolbord op het podium en een schoolmeester, die handig met krijt was, schreef er de tekst der te zingen liederen op, zodat iedereen mee kon doen. Eens stond er tot onze grote verbazing op het bord: psalm 94 vers 1: "Verschijn nu blinkend, God der wrake! Dat eens Uw arm voor ons ontwake. Vertoon Uw glansrijk aangezicht, gij Rechter, die de wereld richt. Sta op, verhef U en vergeld, hovaardigen hun trots geweld". Het was een dier liederen, welke bij velen als "vloekpsalmen" te boek staan, doch die wij juist in de oorlogstijd beter hadden leren waarderen. De krijgsgevan genen vonden daarom deze psalm ook zéér toepasselijk op onze situatie. Doch wie zou het wagen nu déze "vloekpsalm" aan te heffen? Als een verklikker het aan de Jap overbriefde, zou het weieens met onze kerkdiensten en andere "voorrechten" ge daan kunnen wezen. Terwijl we nog aarzelden, niet wetend wat te doen, beklom een der bordschrijvers opnieuw het podium, veegde psalm 94 uit en verving hem door het gezang 94. Het was een vergissing geweest. Het eerste vers van dit gezang luidde: "Sla, o God vol mededogen! Sla Uw ogen, Nu genadig op ons neer. Daar wij in Uw huis verschenen, ons verenen, naar Uw voorschrift tot Uw eer!" Dat was andere kost. Zelfs de fanatiek ste godenzoon zou daér geen bezwaar te gen hebben, en het was weer een goede dienst. We namen er wat van mee. Dr. H. J. de GRAAF Het was die ochtend al vroeg erg druk op de redactie op onze eerste etage toen er een telefoontje kwam van beneden dat er een meneer was die mij perloe direct moest spreken. ,,Ach, hoe kan ik daar se rieus tijd voor hebben", lamenteerde ik, ,,de post is net binnen, de telefoon staat niet stil en ik héb al een relatie op bezoek. Kan die meneer niet een andere afspraak maken in zijn eigen belang?" De bood schap werd overgebracht. Reactie: „Nee, deze meneer is helemaal uit... (een plaats hier ver vandaan) gekomen en hij MOET met iou alleen spreken". „Nou, in hemelsnaam dan maar een paar minuten Maar meneer was met een paar minuten niet tevreden. ,,U moet weten, mijn zoon in Indonesië wil terug..." „Maar meneer, dan moet U b.v. bij de Nassi we zen. Wij hebben werkelijk geen tijd om de omslachtige procedures van het hier heen halen van spijtoptanten af te werken." „Goed. Waar is die Nassi? En wat is dat eigenlijk?" „Onze contactpersoon met die instantie is het Kamerlid mej. ten Broecke Hoek stra..." „Waar woont zij? Ik ga er direct naartoe..." „Ach meneer, U kunt toch niet zo vroeg in de ochtend bij die dame binnen komen stuiven. Ze heeft bovendien altijd krank zinnig veel te doen en ook is het niet pa- toet om zo maar aan te bellen als de melkboer of zo..." „Ja, maar mijn zoon..." „Het spijt me (korzelig), ik geef dat adres niet. Jaren lang heeft U toen de Nassi hard werkte, wat kunnen doen, maar deed U niets, en nu moet mej. ten Broecke Hoek stra bij wijze van spreken vóór dag en dauw meteen voor U klaar staan!" „Ja, maar ik wist niets van die Nassi af!" „Tong- Tong heeft er maanden en maanden lang een volle pagina aan gewijd!" „Ja, maar ik ben geen lid van de tongtong. Ken niet... (gebaar van duim en wijsvinger)." „Mijn hemel, laat dat dan maar, maar belt U op zijn minst even beleefd op voor een afspraak, die hèar schikt!" „Ik kan niet opbellen. Ik ben doof. Belt U dan op voor me! Nooooooit val ik U lastig en dit is de eerste keer en U werkt helemaal niet mee! ledereen zegt dat U elke kleine Boeng helpt!...". Met een blik op het hor loge hebben we toen maar opgebeld..." T.R. iniiiiiiiiiiiiniituiiiiiiiiu!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin Speciaal voor onze trouwe lezers: (boekje vol Ind. humor) 1 Wij vonden ergens nog een zéér be- 1 perkte voorraad, weest U er dus gauw bij. Voorbestellingen gaan voor! Verzending na ontvangst van uw giro of wissel. Prijs f 2,95. iiiiiiitiminiminmuit Juweliers - Horlogers 3x Den Haag THOMSONPLEIN 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1967 | | pagina 15