BALLADEN
Net uit Duitsland ontvangen:
ERO VULPEN EN BALLPOINT in één (met resp. 3 en 2 extra
vullingen)f 10.
Een prachtig geschenk voor scholieren die niet mogen, en vaders die
niet met ballpoint willen schrijven! Maar er toch graag een bij de hand
hebben wil om wat neer te krabbelen!
Een ideaal Sint Nicolaas- of Kerstgeschenk. We hebben maar een
kleine partij, dus wees er gauw bij! TOKO TONG-TONG
BEZORGING KERSTNUMMER
Dit jaar brengt Kerst vier vrije dagen
in één ruk achter elkaar, nl. zaterdag
23 dec., zondag 24 dec. en maandag en
dinsdag Kerst. Dit zou tot ernstige
stagnatie in de postbezorging kunnen
leiden. Vermoedelijk om deze reden
heeft de PTT ons verzocht ons kerst
nummer reeds uiterlijk 13 december ter
post te willen bezorgen. Ook i.v.m. het
feit dat 30 en 31 december op zaterdag
en zondag vallen, komen wij met zo
veel vrije dagen zodanig "kedjepit" dat
wij geen kans zien om in deze maand
met twee nummers te verschijnen.
Het nummer van 15 december ver
valt dus, maar het nummer van eind
december 't (Kerst/Nieuwjaarsnummer)
maken wij extra dik, vermoedelijk wel
32 pagina's.
Het eerste nummer dat dus weer
verschijnt nadat U medio december
Tong Tong ontvangen hebt, zal het
nummer van 15 januari 1968 zijn.
Niet vergeten, lo!
POEKOEL TEROES
Het zal Bandoengers en orchideeën-
kwekers onder onze abonnees zeker
plezier doen te vernemen dat Prof. Dr.
L. v. d. Pijl ("Met Open Ogen door de
Stad") nog lang niet aan kaki-gojangen
toe is. Zo juist is weer een boek van
zijn hand verschenen, helaas ver van
hier, namelijk in Amerika. Het is een
studiewerk (natuurlijk): "Orchid Flo
wers and their Pollination" en het is
verschenen bij de Miami University
Press, Coral Cables, Miami, Florida,
USA. De prijs is 12,50 (attentie a.u.b.:
dollars, niet guldens!).
We wensen het boek van harte een
brede spreiding toe.
Nauwlijks heeft prof. v. d. Pijl de
ene studie beëindigd, of hij zit alweer
een volgende, maar daarvoor zou hij
graag contact willen zoeken met oude
klapper-planters, die veel kennis heb
ben van de praktijk van het klappers
planten. Wie namen en adressen weet,
lichte ons in en wij zorgen voor verder
contact. Toeloeng menoeloeng!
INDO ENTERPRISES INC.
Wij hebben voor het bericht over de
eerste Indo N.V., de „Indo Enterprises
Incorporated", tot ons genoegen heel
wat bijval gehad. Maar dan dat: ette
lijke verzoeken om nadere inlichtingen
zijn binnengekomen bij ziin president,
Frits v. Kriegenbergh, 603 West Ra-
mona Road, Alhambra, California 91803,
U.S.A.
We menen dat onze lezers er nog
iets meer van af mogen weten: An
dere bestuursleden naast de reeds ge
noemde zijn: Eric Klinkert (vice-presi
dent), Roy Steevensz (manufacturer)
en John A. Rijnders (sales).
Eerste aandeelhouders waren: Lode-
wijk Tamaela, L. M. Tamaela-Samson,
Johanna J. Tamaela, Louis E. Ondang,
Andries J. Rijnders, Feodora M. Klerks,
John Oly, P. Tollens, Frits J. Von Krie
genbergh, René Creutzberg, Udo Bru-
Ik geloof dat van beide kanten
fouten gemaakt zijnaldus lezen
wij in een sympathieke brief van Mevr.
P., die al het goede dat het Corps
B.B. in Indië gedaan heeft, niet ver
geten kan.
De lezer heeft er geen idee van in
hoeveel brieven over hoeveel onder
werpen deze regel telkens weer om
de aandacht vraagt. En hoe vermoei
end en deprimerend dit op den duur
bij ons op de redactie uitwerkt. Jaren
terug - toen wij net met Tong-Tong be
gonnen - waren wij EERLIJK bereid
zowel deugden als gebreken objectief
in rekening te brengen. En U weet
hoe fel en venijnig Van Hier en Gun-
der en vele artikelen van mijn hand
werden.
Want als er wat „uit de doeken" ge
daan kon worden naar Indische kant,
bleek dat net zo goed te kunnen ook
naar Nederlandse en Indonesische
kant. Maar wat is de bedoeling? Dat
wij één grote en tot op de laatste cent
verantwoorde boekhouding in Tong-
Tong gaan opzetten over alle plusjes
en minnetjes? Zijn wij kruideniers of
zijn wij mensen? Kan je nooit eens ge
lukkig zeggen: ik heb een reuze resi
dent (of politieman of onderwijzer of
planter, enz.) gekend zonder dat een
zure, onverdraagzame of „objectieve"
toeluisteraar weer moet opmerken: „Ja,
maar er zijn ook hoopjes beroerlin
gen bij geweest hoor?!" Het lijkt af
en toe het politieke praatuurtje voor
de TV wel, waar er óf opgepoetst óf
afgekraakt móet worden en elke be
schouwing verwatert in eindeloos ge
krakeel, waarbij je na zekere tijd alleen
maar moedeloos de TV kan afzetten,
omdat je op het laatst NIEMAND meer
vertrouwt of waardeert. We zijn echt
in het Landje van Sinterklaas, waarin
„wie zoet is, lekkers krijgt en wie stout
is, de roe", maar waarbij op het laatst
alle plezier om wat zoet is, wordt ver
gald door roe-slagen.
net, Mrs. G. C. Gebhardt, Roy Stee
vensz, R. van der Horst, M. Schenkhui-
zen, Victor Ripassa, Gerald L. Doppert,
Herman C. Doppert, Dick Jans, Paul
L. van Ligten, Frans Creutzberg, Karei
Jacobs, Mrs. Gustave E. Oost, Mrs.
E. Gemser, J. C. Braceros, John C. de
Bruyn, Jan J. Boon, H. J. Hartevelt, E.
Klinkert, B. C. Van Maarseveen, H. B.
Van Lingen en H. Josephine Soewarti.
Poekoel teroes, anak-anak koe!
Het is al lang veel erger geworden
dan een verlangen om eerlijk te zijn,
er is een steeds dieper afzakken in een
al bij voorbaat in roet en bitterheid te
wroeten om één gehavende en vieze
pepernoot op te diepen. „Nostalgie de
la boue" noemt de Fransman het: een
verlangen om in narigheid en modder
te wroeten. Het is een ziekte gewor
den.
En waaróm is het een ziekte gewor
den? Omdat er niet verlangd wordt
naar begrip, loutering en barmhartig
heid. Omdat er alleen maar met een
venijnig schoolmeesterspotloodje rode
halen gezet worden door een zeker
niet foutloos geschreven ballade, maar
dan toch een BALLADE, mensen! De
BaMade van het Oude Indische Leven!
En alle balladen beschrijven fouten en
teleurstellingen en droefheden, maar
daarom zijn het ook balladen, die ge
zongen worden, eindeloos, zoals alle
vormen van leven eindeloos zijn, maar
ook vol van menselijkheid
Holland kent geen balladenschrij-
vers. Wie balladen lezen wil jonger
dan die van de Middeleeuwen, leze
de balladen van die Indischman Par
Excellence Rudyard Kipling. Wij schij
nen hier in Holland alleen boekhou
dingen te kunnen maken, maar waarom
moet dat dan met Tong-Tong? Maken
wij dan niet alles KAPOT wat ons lief
was, en wat desnoods met al zijn ge
breken (en juist daaróm) zo diep men
selijk en hartverwarmend was? Móe
ten wij bij het huwelijk van Prinses
Irene met een zuur gezicht zeggen:
„We moeten Alva niet vergeten!"? En
zo het rijtje langs gaan van Van Lin-
schoten tot Coen tot Deendels tot van
Heutz, al die tijd wakker het rode pot
loodje hanterend en telkens het punt
je likkend tot onze mond rood is als
bloed? Drie en een halve eeuw Blan
da's in de Oost maken tot één lange
kruideniersrekening?
Alleen als we daaruit kunnen komen,
alleen als we ook als broeders en zus
ters een warm hart kunnen hebben
voor de „fouten", de „boosdoeners",
voor Valckenier en Pieter Erberfeld en
Mata Hari - en sleep er verder alle
schurken bij die U zelf kent - die sinds
lang „ontslapen" zijn na geboet te
hebben, zoals ook U ontslapen zult als
U geboet heeft (want leven op aarde
IS boeten!), dan zijn wij rijp voor een
gelukkiger leven met Tong-Tong. En
met de mooiste herinneringen die deze
„Kroniek van Balladen" brengen kan.
T.R.
4