terst noodzakelijke wijze heeft moéten voeren. En dat zoiets een reusachtige natuurwet zou zijn: een heelal als be staansbasis voor denkbeelden. Dat is moeilijk te geloven. Zoiets moet men wéten. Als dit juist is, moeten de men sen beschikken over allerlei, waaruit deze natuurwet op logische wijze kan worden verklaard. Het zijn nu juist de onopgemerkte waarden die dit standpunt bevestigen. Niet alleen dat: ze geven ook de in zichten en de manier van werken aan, om de mensheid gelegenheid te geven te voldoen aan hun grote bestaans reden. Zo'n natuurwet is ergens voor. Die is er niet zomaar, niet voor niets. Het denken, het bewust beleven van het leven, méér dan alleen maar te zor gen dat men bestaat, is ergens voor nodig - het is zo nodig, dat er een heel heelal is gebouwd om het moge lijk te maken. De mensheid vertegen woordigt een enorme waarde, en is er zich op dit ogenblik niet van bewust. Ze kan naar haar feitelijke waarde niet handelen, omdat ze haar niet kent. Wij zijn waarden voor het hele heel al, zelfs voor méér dan dit heelal. Maar als we niet aan die waarden vol doen moeten we onszelf verdelgen - ook door onze intelligentie. Een in telligentie, die niet aan het leven vol doet kan niet bestaan, en schept al lerlei om daarmee zichzelf uiteindelijk te elimineren. Dat is de consequentie, die bij de grote natuurwet behoort. De bescherming van onze wereld bevolking kan dus alleen maar ge schieden door de werkelijke mense lijke waarde in het heelal te leren en te doen kennen, opdat onze planeet bevolking in haar geheel naar die waarde in het heelal kan optreden. Het betekent, dat ons werkterrein inder daad buiten onze planeet in de we reldruimte ligt, teneinde het heelal zelf te ontwikkelen. De ruimtevaart is een indicatie in die richting, maar niet de manier waarop het gebeuren zal of kan. Zij is tenslotte nog een product van de ontwikkelde primitiviteit. Tegelijk met een geestelijke verhef fing (het kennen van onze waarde als geest en geestkracht) doet zich nu een enorme mogelijkheid voor, nl. die van een groot ontwikkelingsproject van het stelsel waarin we zelf leven - van het hele zonnestelsel, en dat met stof, die we evenmin nog hebben ontdekt. We beginnen helemaal opnieuw, met nieu we kennis, waarvan de beginsels te voorschijn zijn gebracht. Het is duidelijk, dat we heden een grote tijd beleven. Een beslissende tijd, waarin het bestaan van onszelf de inzet is. De wereldgeschiedenis heeft uit de aard van het leven en de bewustwording daarvan déze hoofdlijn moeten volgen: de mens begon zonder kennis, vrij wel zelfs zonder intellect. Hij moest zichzelf ontwikkelen. Uiteindelijk zou hij zich moeten ontwikkelen tot het besef van zijn waarde. Maar daarvoor is een lange tijd vereist. De druk om te kunnen bestaan in een natuur, die nog wildernis was, vroeg zijn volle aan dacht, ook al had hij gevoel voor „ho ger leven", dat buiten het bestaan op en van deze aarde werd gedacht. Hij moest zich ontwikkelen - zijn eigen leven ontwikkelen. Daarvoor ver meerderde hij zijn bestaanskennis, om met de gegeven materie van zijn aarde, zoals ze hem oppervlakkig voorkwam, te kunnen handelen. Maar die primi tieve mentaliteit, die door de bestaans- zorg bij hem groeide, en waaruit hij alles verklaarde, bleef hem op die weg bij - tot nu. Intussen toch ontwikkelde hij in zich zelf de eigenlijke waarden, zoals ze in het culturele leven zijn neergelegd - trouwens, heel het culturele leven is zelf de waarde, die bij de werkelijke mens met de vereiste capaciteit be hoort. Hij bracht die waarde voort, en gebruikt haar. Het alfabetisme is er de basis van. Maar eerst n u wordt hij zich van die waarde bewust: van het feit d a t de culturele waarde bij hem behoort als natuurkracht, ajs noodza kelijk onderdeel van de natuurwet, vol gens welke hij bestaat in het heelal. Als nu, zoals thans wordt gedemon streerd de primitieve oermens ten hoogste is ontwikkeld, en hij tevens intelligent zich heeft geoefend, heeft hij óók in zijn ontwikkeling het mo ment bereikt, waarop hij in staat is zijn waarde te begrijpen, en zijn feite lijke en echt menselijke capaciteit te gaan zien om haar verder te ontplooi en. In de uiterste woede van de ver woesting komt tevens het moment van de bevrijding uit de primitiviteit. Dat is het punt in de geschiedenis, waarvoor we thans, op dit moment, staan. Teilhard de Chardin had gelijk toen hij het idee kreeg dat de mens heid naar het punt „Omega" conver geert. Maar hij kon nog niet weten wat dat precies was. Wij, dertig jaar ver der in de geschiedenis, beginnen het te begrijpen. Als dit punt werkelijk bin nen enkele jaren is bereikt, zal in al ons denken en doen een omwenteling hebben plaats gevonden zoals we nog nooit hebben meegemaakt in de ge schiedenis. ledereen zal er geestelijk, ja zelfs lichamelijk bij betrokken zijn. J. H. Andriessen. Vanaf december bij boekhandel Tong Tong verkrijgbaar: "NAAR OMEGA" door J. H. Andriessen. 6,90 f 6,incl. porto. Mag in geen biblio theek ontbreken! Stadswapen sleutelringen ZIJN ER WEER serie compleet 26 st. 10, serie van 12 (naar keuze) 6, per stuk 0,75 Blanco om zelf een foto of plaatje in te doen f 0,50 Een leuk (en goedkoop) cadeau! Toko TONG TONG Placemats plus servetje (Kebogan motief) zijn UITVERKOCHT Tong Tong (piate) gasaansteker met fijn gegraveerde wajang-figuur Prachtig Kerstgeschenk f 30, (kleine voorraad) PON PAHING PON Zoals wij in ons vorige nummer in de rubriek Van Hier en Gunder meld den, komen we dit jaar NIET met een Tong Tong-kalender uit met de pasar dagen. Deze kalender is voor ons jaar in jaar uit een strop geweest door te weinig bestellingen. We willen echter onze lezers die er erg op gebrand zijn niet teleurstellen en daarom hebben we IN KLEINE OP LAAG een simpel kalenderTJE met de pasardagen laten aanmaken, een ka lender van één velletje maar, dat men eventueel in een andere kalender kan plakken of als legger in keuken of bu reau gebruiken. Of in de damestas meenemen! Prijs f 1,(stuur postzegel op van f 1,of gireer). De kalender verschijnt medio december. Verkoop alleen zo lang de voorraad strekt. Als het niet mooi en duur kan, dan maar sederhana... 9

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1967 | | pagina 9