KERSTSPROOKJE Jos. van Arcken Gelooft u in sprookjes? Neen, dat kan ik heel goed begrijpen in deze hyper-mo derne tijd. En toch is het me vorig jaar overkomen. Het was fantastisch! Daags vóór Kerstmis ging ik met één van de zoons de stad in om onze kerst boodschappen te doen. Er moest een prachtige kerstboom gekocht worden. Mijn zoon wist een koopman op de markt te staan, die dennenboompjes heel goedkoop verkocht. En zo zetten we onze eerste schreden marktwaarts. „Deze is de laatste kerstboom en die mag u gratis hebben." „Wat?" Ik kon mijn oude oren haast niet geloven. Het boompje zou zowat f 3,50 kosten. „Kijk, mevrouw", zei de marktkoopman, „mijn goede oude vader heeft altijd ge zegd: Jongen als je op Kerstmis een goe de daad verricht, dan zal je hiervoor be loond worden." Ik knikte en stamelde verlegen een „dank u wel". Dankbaar torste mijn zoon die als pakjesdrager fungeerde, de den nenboom. Nu een bezoek brengen aan een warenhuis. Want papa en de kinderen moesten met een cadeautje bedacht wor den. Het duurde nogal een tijd, om de juiste pijp, grote bal, gezelschapsspelen enz. te vinden. Eindelijk kon de winkeljuf frouw mij de bon geven en een nummer. „Hoe?" vroeg ik haar verbaasd. „Bij de kassa kunt u zien of u een ge schenk getrokken hebt. Het is een kerst attractie, ziet u. Veel succes!" „Misschien trek je wel een reep choco la," zei mijn zoon. In een lange file stonden de mensen voor de kassa te wachten. Voor de gezelligheid ging ik tellen en toen ik tot vierhonderd kwam, was ik eindelijk aan de beurt. „Je reep chocola," fluisterde zoonlief me in het oor. Ik vergeleek mijn nummer met die op de lijst, die op de toonbank stond. Jippy, ik had wel willen gillen van pret. Ik had een snoezig servies gewonnen. On willekeurig moest ik aan het aantal kop jes en schoteltjes, die gebroken waren, van het hele jaar denken. „Het wordt wel thuis bezorgd," zei de juffrouw van de kassa met een knipoogje. Heel gelukkig wandelden we het waren huis uit. En nu nog even een jumpertje voor zoonlief van vier kopen. Dan waren we klaar met onze kerstboodschappen. De wollen jumpers hingen in lange rijen aan het rekje. „Och, juffrouw, maar dit is een beeldig kleurtje en het zal mijn zoontje beslist goed staan." „Kijkt u eens," zei ze plotseling verschrikt. „De naad van het mouwtje is losgetornd. En het is notabene het laatste." Het klonk nogal spijtig. „Dat geeft niks," zei ik. Ik dacht: „Thuis kan ik het nog wel verhelpen." Verwonderd keek ik naar de baas van het spul, toen ik de rekening wou betalen: ,,U krijgt hierop korting." Het jumpertje kostte f 10,en ik hoef de maar 7,50 er voor te betalen. „Hemel, hemel, wat is mij nu overkomen," vroeg ik mijn zoon toen we weer op straat stonden. „Misschien is één of andere toverfee u goed gezind," was het laconieke antwoord. Hij kon gelijk hebben. Gelooft u nu in sprookjes? Ik wel, hoor! Mevr. L. v.d. Worm-Flohr Vervolg "Plantaardige" maar dan zijn ze dood en ook thuis kunnen ze niet aan de kust groeien Zelfs de voorkeur voor rivieroevers is niet duidelijk. Overigens - over grootheid gesproken - zijn er nede rige wieren in zee, die nog veel langei worden. Trouwens, de hoogste bomen (Sequoia en Eucalyptus) groeien bui ten de tropen. En dan nog iets, Tjalie! Spreek niet over uitbundige vruchtbaarheid van de tropen, die te zien zou zijn in het ge weldige regenwoud. Het regenwoud kan op vrij arme bodem leven, alle rijkdom zit boven de grond. Als dit bos gekapt is blijkt de intrinsieke ar moede al gauw. Het bos had langzaam alle voedingsstoffen in de bomen zelf opgezogen, de afgestorven delen ver gaan weer snel (dank zij warmte, schimmels, en termieten), maar de ontstane zouten komen direct weer in circulatie. De snelle groei wordt niet geremd door een winter en de planten behoeven niet daarvoor zetmeel te sparen op de bank. Een mooi geval van (ook physiolo- gische) eenheid en integratie, maar 24 als economische onderneming gelijk aan..., zonder reservekapitaal. Na grondige vernieling komt er ook direct weer een regenwoud. Trouwens de zaden zijn ook al opgebruikt, konden niet wachten. De eerste twintig jaren komt er, na wat kruiden, een vegetatie van meer brutale en agressieve pio niers, die wèl taaie, zuinige zaden be zitten, en die wèl in het volle licht kun nen kiemen. Dit is het zgn. secundaire bos (blu- kar). Het bevat uitbundige, ook boom achtige, maar sneller groeiende on kruiden. Later zullen deze door de langzamer groeiende aristicraten weer ingehaald, overschaduwd en gedood worden. Veel zogenaamd bos is zulk boomachtig onkruid. Ja, Tjalie, je zou nu kunnen zeggen: in de tropen is gras een bamboe en onkruid een boom. Ook: de bomen in het Noorden (nog in de naweeën van de ijstijd) zijn pio niers, die alsmaar voorlopig blijven om dat er niets hogers is. Tjalie zegt: Ik weet nu wie de lang ste boom kan opzetten uit een klein zaad van een vraag. EEN KERSTMIS, DIE MIJN OUDERS NOG LANG HEEFT GEHEUGD! De dagen voor Kerstmis kenmerk ten zich bij ons steeds door een on gekende bedrijvigheid, 't Hele huis werd grondig „gebongkard" en vooral de logeerkamers kregen een extra beurt. Want vele familieleden en vrienden wilden graag met de vrije da gen bij ons op de onderneming een koude neus halen. Maatje confereerde dagenlang met kokki over de „maka- nan besar" op de 25e december. Natuurlijk moest ik ook „helpen" en nu nog bewonder ik het geduld en lankmoedigheid van de bedienden, waarmee ze mijn voor-de-voeten-lope- rij verdroegen. Niet alleen het huis kreeg een goe de beurt, ook de kebons waren dagen lang bezig het tuinvuil in een verre hoek van het grote erf te „sapoeën" met de bedoeling het daarna te ver branden. Nu was het altijd mijn ge woonte vaders prullemand daarboven op leeg te storten. Maar voor 't zover was, zocht ik eerst naar mooie plaat jes uit catalogi enz., die ik dan uit knipte en in een doos bewaarde. En zo ook die ochtend voor Kerstmis. Reeds had ik mijn hand halverwege de prullemand gestoken met de be doeling er in te graaien of er iets van mijn gading zou zijn, toen ik me plot seling bedacht, mijn hand snel terug trok, de prullemand oppakte en naar kebon holde. Was ik misschien bang dat hij niet op me zou wachten, wat nog nooit was gebeurd, en dat hij, zonder mij, er de brand in zou steken? Nu, meer dan 50 jaar later, weet ik nog niet wat me toen weerhield te doen, wat ik altijd deed. In elk geval, vrolijk in het vooruitzicht van een ge zellig vuurtje, schudde ik de prulle mand boven de berg tuinvuil leeg. En meteen voelde ik een hevige ruk naar achteren. Kebon, die met zijn sapoe naast mij had gestaan, had mij met kracht achteruit getrokken. Want ge lijk met de snippers uit de prullemand, viel er een zeer giftige oeler-welang uit, die zich voor mijn blote voeten kronkelde! Later zeiden mijn ouders altijd, dat ze er niet aan moesten denken wat voor Kerstmis ze gehad zouden hebben, als ik mijn hand in de prullemand ge stoken had. Vooral omdat we in die tijd geen auto of zelfs telefoon had den om snel medische hulp te verkrij gen, die bovendien 7 paal van ons ver wijderd was. M.R.S. Ruime sortering I GOUDEN RINGEN bij Laan van Meerdervoort 520 Den Haag - Telef. 33 64 41

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1967 | | pagina 24