Marie Oord had een eigen Indo „Penny Opera CC „DE INDO'S KOMEDIE VERENIGING „DE EENDRACHT". Evenals elk ander volk ter wereld hebben ook de Indo's als aspect van een eigen cultuur een typisch eigen volkstoneelkunst gehad. En het spreekt vanzelf dat dit „marginale" volkje (levend in de marge tussen twee culturen) ook een merkwaardige marginale toneelkunst had. De stichter van het Indo toneel is August Mahieu geweest op het eind van de vorige eeuw. Zijn naam is bijkans vergeten. De specifieke naam van zijn toneel, de Stamboel, heeft hem nog lang overleefd, maar is langzamerhand verwaterd geraakt in Indonesische vormen: via de Bangsawan naar de Sandiwara. In tegenstelling tot de veranderingen en vernieuwingen van het toneelpa troon in Europa zijn de veranderingen in het Indonesisch toneel echter niet veroorzaakt door cultuurstromingen, maar door sterke sociale en politieke verschuivingen. Kon het karakter van de Stamboel nog in sterke mate be paald worden door het feit dat Indo's er domineerden, in het begin van deze eeuw werd de positie van de kleine Indo in de maatschappij aanmerkelijk gunstiger, zodat het aantal brodeloze Indo's (die geen regelmatige betrek king hadden) sterk afnam. Dus verloor het Indotoneel in steeds sneller mate zijn Indo-krachten, die meer en meer vervangen werden door Indonesiërs. Met deze Indonesiërs kregen diverse Indonesische cultuurpatronen geleide lijk aan meer invloed. Na August Mahieu kregen nog de gebroeders Jozef en Willem Hunter en Wim Kramer voor korte tijd voet aan de grond. Na hen was de laatste grote een vrouw: Marie Oord, die met haar „Komedie Wajang" (de naam „Stam boel" had vooral door denigrerende kritiek van de Indo's zelf zijn popula riteit verloren!) een veertiental jaren triomfen vierde door heel Indië. Maar ook bij haar toneelgezelschap, de „In do's Komedie Vereniging „DE EEN DRACHT" werd het tekort aan Indo krachten ten leste zó groot dat het oorspronkelijke karakter erdoor verlo ren ging en Marie Oord haar gezel schap ophief. Toen kwam de tijd van „De Stam boel zonder Indo's", met weliswaar nog steeds 't repertoire van de Indo-Stam boel maar met een zich steeds sneller voltrekkende Indonesische inslag. Nu kwamen sterren op als Miss Riboet, Miss Dja, Miss Tjitjih. De Bangsawan had ook veel meer een vaudeville-ka rakter dan de oude Stamboel. Tijdens de oorlog met Japan voltrok zich ge leidelijk de overgang naar de „Sandi wara", die overigens zeer sterk werd becóncurreerd door de snelle opkomst van de Indonesische film. De oudere Indo's onder onze lezers zullen zich de naam August Mahieu nauwelijks herinneren, maar, die van Marie Oord2) des te beter. Vele jaren lang - toen de bioscopen in Indië nog in hun kinderschoenen stonden - heeft Marie Oord haar toneeltalenten letter- De Indo-samenleving in Indië heeft een „deftig" toneel gehad met stukken van Jan Fabricius en Victor Ido, maar ook nèt als Duitsland een „Drei Groschen Oper", net als Engeland een „Penny Opera". Maar wij heb ben die kunst nooit gewaardeerd en zijn haar bijna vergeten. We vonden de 81-jarige Marie Oord bereid er alsnog over te vertel len. lijk door heel Indië opgeslagen, zowei in de grote steden als in verre onder nemingen. In die tijd leidden ook bios copen nog een „zigeunerleven", trek kend van tent tot tent en van goedang naar goedang; voor elk programma moest een vergunning worden aange vraagd en gedurende het begin van haar carrière heeft Marie Oord menig duel moeten leveren met bioscoop-ex ploitanten voor een eerste vergunning. Evenals trouwens met allerlei rond trekkende circussen. In haar beste tijd had zelfs het grote Harmston Circus tegen Marie Oord geen kans. Waar „De Eendracht" kwam, hadden andere ontspanningsexploitanten geen kans en men zei knorrend: „Tjoemi-tjoemi boetekin aer!" deze inktvis maakt voor ons het water donk&r. AUGUST MAHIEU Marie Oord heeft August Mahieu nog gekend, al was ze toen nog maar een meisje van 10. Mahieu was toen al op retour met zijn Stamboel. Hij woonde op Tjipelang Leutik aan de rand van Soekaboemi in een groot he renhuis in een streek vol vruchtentui- nen. In die tijd hadden kinderen nog geen specifieke kinderverpiaken en zwier ven vaak ravottend in de vrije open tuinen rond. Ook op het erf dus van Mahieu. Deze had, hoewel op gevor derde leeftijd, na een leven lang als regisseur en „producer", zijn ogen niet in zijn zak en zei toen al van Marie Oord dat zij bij het toneel „Sri Pang- goeng" (prima donna) worden zou. Maar Marie voelde als kind nog niets voor het toneel. Dat bovendien in een slechte reuk stond vaak. Ook dit is een specifieke karakteristiek bij elk toneel en alle toneelartiesten over de hele wereld: De brave gezapige bur- Marie Oorcl, bouwster van de laatste grote Stamboel die Indië tiende, beleend onder vele namen zoals Komedie Wa jang „De Eendracht", „Komedie Stam boel Eendracht maakt Macht" en „In do's Komedie Vereniging De Eendracht". Ook Marie Oord is in haar glorietijd onder vele namen bekend geweest, o.a. „De Gracieuze" en „Laila", al naar de stukken waarin zij de rol van prima donna vervulde. gerij moet niets van „Lichtzinnige bo hémiens en artisten" hebben. Stond ook niet Mahieu als „cherie des dames" bekend? Hoe vaak was hij al niet getrouwd geweest? Met Nellie Vos, met Lena Koppejans, wie weet met wie nog meer! In tegenstelling met alle in eer en deugd levende ambte naren leefden deze toneelgezelschap pen vaak samen in één huis. Niemand bedacht hoe arm ze het vaak hadden. Niemand begreep dat hier sprake was van een slag mensen dat liever op ei gen benen wilde staan, dan levenslang „doodvreter" te zijn in eer en deugd bij een ambtenaarsoom of tante, zoals toen zo vaak gebeurde. Wie echter Stamboelartisten gekend heeft - en ook het artistenleven in Eu- 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1967 | | pagina 4