Vier sterren van de Komedie Stamboel van Marie Oordzoals een bijna verga ne foto ze nog voor het nageslacht be waard heeft. Staande: Marie Oord; zit tend v.l.n.r. Mevr. Snellaers, Theo Mac- Lennan en NellieHoutzagers. Zoals de naam van de middelste figuur duidelijk „crew" van maar even 68 man, met o.a. een vaste blikslager die alle „blik- werk" maakte, van medailles af tot kro nen en harnassen toe. Berdiri di kaki sendiri en poekoel teroes! Net als bij Tong-Tong! „OEAH Intussen was een woonhuis gehuurd, waar het personeel gemoedelijk en broederlijk (en zusterlijk) bijeen woon de. Hier werden de rollen ingestudeerd die Marie Oord zelf schreef. Niet alleen de oorspronkelijke Stamboelstukken uit de Verhalen van 1001 Nacht (Ali Baba, Aladin en de Wonderlamp, enz.) en b.v. Genoveva van Brabant, maar ook Njai Dasima (een best-seller), de Koopman van Venetië, Hamlet, Cleo patra en „het eeuwige succes" tot in de Sandiwara-tijd toe; Djoela-djoeli Bintang Tiga". Het grote publiek „vrat" de stukken met huid en haar. Als Shy- lock met zijn weegschaaltje voor de dag kwam om het pondje vlees van An tonio af te wegen, stamelde de zaal vol ontzetting: „Oeah! Orang poenja daging di oekoer Aangezien Marie Oord de „brains" was van de hele Komedie, las ze „al les wat los en vast zat": alle treur- en blijspelen die ze te pakken kon krij gen en alle romans. Terwijl de brave Indo-schooljeugd onderwezen werd in de deugden van Ot en Sien, leerde 't publiek van Marie Oord's Komedie kennismaken met de drama's van Sha kespeare en in drama's of blijspelen verwerkte maatschappelijke problemen van de tijd. Eens riep de toenmalige hoofdredac teur van „De Preangerbode" de later befaamde E. F. E. Douwes Dekker, haar bij zich en vroeg haar om een zegt is dit geen vrouw, maar een man. Door het grote verloop in het artisten- gezelschap moesten vaak vrouwen voor mannen invallen en omgekeerd. Hierbij deed Theo MacLe->inan zich kennen als een all round kunstenaar tot in de vin gertoppen. toneelstuk te schrijven n.a.v. een feuil leton die hijzelf voor zijn blad schreef, die tot onderwerp had de toentertijd beruchte moord op Darmakoesoema door de slagersknecht Baloedi, op aanstichting van zijn vrouw. Marie kón het. Men realisere zich hierbij nog eens dat de „gezeten" Indo-groep op de planken zelden of nooit wat behoor lijks heeft kunnen brengen en in elk ge val (op een enkele uitzondering als v. d. Wal na) nooit heeft kunnen to neelschrijven. En dit ongestudeerde meisje dééd het. Douwes Dekker bewonderde haar haar dus ook zeer, ontbrak geen enkele avond als de Komedie in Bandoeng was. Ook elders waren vaak „men of distinction" in de zaal te vinden. Ma rie Oord denkt graag met warmte te rug aan de gouverneur van Sumatra's Westkust Ballot, vele bestuursambte naren en administrateurs van grote on dernemingen. SOERO EN MOEN Over het algemeen echter was de belangstelling en medewerking van het Europese bestuur klein; zonder uitzon dering daarentegen is van de zijde van regenten altijd warme interesse en roy ale hulp ondervonden. Marie Oord her innert zich nog een aardige anecdote. Eens op bezoek bij de Regent van Gris- see zag Marie Oord daar twee dwer gen. Ze heetten Soero en Moen en waren kinderen van een normale vrouw en een dwerg, behorende tot het „aan hangend personeel" van de regentswo ning, waar zoals men weet wei vaker familieleden aan vast bleven plakken. Marie Oord vond de dwergen koddig en dat opmerkend vroeg de regent of zij Soero en Moen wilde hebben. Op het bevestigend antwoord van Marie beschikte de regent met een luchtig: „Goed, neem maar" en daarmee wa ren Soero en Moen op slag ingedeeld bij het toneelgezelschap, waar ze zich best thuis voelden en jarenlang zijn blij ven meetrekken. Het bleken vlotte ac teurs te zijn die menige wonderlijke voorstelling prachtig opluisterden. Soe ro ontpopte zich verder als een uitste kende kok. Dus waren maar drie woor den van een Regent voldoende om bei de „nutteloze" dwergen een goed be staan te verschaffen. Overigens was dit ook de tijd van opkomst van de Nationale politiek in Indië (Indische partij, P.S.I.) en van publieke samenkomsten werd vaak ge bruik gemaakt om openlijk of bedekt kritiek uit te oefenen. Ook al hield de Indo's Komedie zich verre van alle po litiek, er was dus altijd politie-controle. In Batavia zat altijd de commissaris van politie in eigen persoon op een speciale stoel op het toneel, waar hij zich overigens uitstekend vermaakte. Een andere bedreiging voor de uit voeringen vormden besmettelijke ziek ten. Als in een ressort de cholera of andere epidemische ziekte heerste, werd geen vergunning voor opvoerin gen verkregen. De komst van de Indo's Komedie in Sociëteiten in kleine plaatsen of onder- nemings-besarans bracht altijd knal fuiven, waarbij vaak halverwege al de stoelen aan de kant gingen en het or kest dansmuziek speelde tot het glo ren van de ochtend. DE ARTIESTEN Het muziek-orkest vormde altijd de backbone van de Komedie. Vaak niet meer dan zes man tellend, studeerden de strijkorkestjes serieus. Allen speel den van blad. Muziek werd o.m. ge kocht van Belloni. Er waren vaak Fili pino's in het orkest en een speler als Rahili werd vaak uitgenodigd om mee te spelen voor de Stafmuziek. Ge speeld werden alle schlagers uit die tijd, maar ook zulke volksmuziek als „We gaan naar Zandvoort aan de zee", „Ik heb een potje vol met vet", enz. enz. Zelfs is een volbloed Engelse dame aan de Indo's Komedie verbonden ge weest, die de „cake-walk" introduceer de! Ook ontwierp Marie Oord zelf alle kostuums. Decors werden zelf vervaar digd. Een meesterlijk decorschilder was Johan Snellaers. Populaire grappen makers (in de trant van Willy Walden en Piet Muiselaar bij de Snip en Snap- revue) waren Dirk van Spree en Jan Smit. Goede acteurs Edwards van Muy- en en Theo MacLennan. Van de ac trices herinnert Marie Oord zich nog graag de namen van Nora Heupner (Cleopatra), Nellie Houtzagers, Victo- rine Herwerts, Lien Hemser. Ook de „kapelmeester" Frans Paulus vergeet ze nooit. Geen arrangement was hem te moeilijk. In de veertien jaren van de Indo's 6

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1967 | | pagina 6