OLEH-OLEH VAN OVERAL NIEUW Ik zie ze nog het erf opkomen. Ba boe Jem in een gloednieuwe voile ke- baja met glanzende strepen. Onder de rechterarm het met een gehaakt kleed je toegedekte presenteerblad vol met goede gaven. Aan de linkerhand de kleine Soerjo. Parmantig kereltje met een veel te groot hoofd, wat maar zo leek vanwege zijn nieuwe en te grote pitji. Krakend stijf van nieuwheid zijn witte bloes, zijn groene broek met wijd uitstaande pijpen. Nieuwe bruine klos- schoenen (met veters hoor!). Ze roken naar bedak beras, kenanga. Lebaran. Lebaran, feest van een nieuw begin, van offer, trouw, dienbaarheid, adat, traditie. Het hele jaar is de mens sjofel en arm, maar met Lebaran presenteert hij zich, nieuw van uiterlijk en met nieuwe hoop in zijn oude hart. Hoe nieuw zijn wij in het nieuwe jaar? Van top tot teen vernieuwd. Om van bovenaf te beginnen: natuurlijk dragen we een pruik omdat het oude haar allang niet paste bij de nieuwe mode. En onder die glorieuze vracht haar hoorde een andere neus. Ook daar heeft onze nimmer aflatende weten schap voor gezorgd. Met een stralende lach ontbloten we spiksplinternieuwe tanden. We kunnen wel blijven lachen, dank zij onze naarstige medici die met elk deel van ons lichaam wel raad weten. Nieuwe armen, benen, voeten, handen, borsten, heupen, nieren, magen, alle maal noodzakelijkerwijs vernieuwd of verbeterd. Wat een zegen. Ons lief en leed ligt in handen van knappe chirur gen en als we van de operatietafel afkomen zijn we nooit meer de oude. Afrekenen met het oude dat toch niet deugt. Er zal nog wel een computer uitgevonden worden die babies bij de geboorte al zal "hervormen" omdat er toch niets van deugt. Met het kind krijgt u straks een kaartje waarop een specificatie van alles wat er aan en af is gekomen. Alles in één moeite door, dat bespaart veel moeite en el lende en vergemakkelijkt het kaartsys teem waaronder we toch moeten leven. En spreek niet tegen, bedenk steeds dat de wetenschap zeer gevorderd is, dat die zich uitstrekt van pruik tot val se teennagels. En het hart? Dat hart is maar een dom pompertje, een tussenapparaatie dat zorgt dat er bloed uit je vinger komt als je je prikt, of dat je dood bloed bij een kogelwond. Dat pompje kan ook vernieuwd, kinderspel. Nu is zo'n hartje maken wel iets ingewikkel der dan een nieuwe neus of pruik. Bij het doorsnuffelen van oude map pen kwam ik een kostelijke brief tegen van de heer Maas uit Vlaardingen. Hij gaf daarin o.a. "een bijdrage voor snoepers". Deze bestond uit een lijst van heerlijkheden die hij noemde: "Oleh-oleh en dingen die men meestal niet op declaraties kon verantwoorden na een dienstreis". Ik heb in gedachten gesmuld en hoewel ik op veel plaatsen niet zelf ben geweest om me te kun nen overtuigen hoe lekker de speciali tés wel smaakten, kon ik het me wel voorstellen. De lijst (die ik hieronder laat volgen) is natuurlijk niet compleet. Gelukkig maar, want nu kan ik U vragen om de aanvulling. Maar over een jaar of wat staat in Sappemeer ook 'n hartenfabriek, hoe ven we niet naar Zuid-Afrika. Pas als die hartenfabriek een feit is, kunnen we spreken van vernieuwing, want nu gaat het nog via het oude systeem van twee oude een nieuwe. Neem 6 halfdode mensen, 6 helemaal dode en maak daar 6 nieuwe levenden van. Straks wordt het een kwestie van: welke maat, welke sterkte, welke prijs? Een particulier hartje of een zieken fonds hartje? De vraag blijft dan: hoe vaak mogen en kunnen we dat batterijtje verwisse len? Maar het is nog niet zover. Als ik bof dan is de wet voor het eeuwige leven nog niet door de Kamers goed gekeurd en mag ik op mijn eigen tijd dood. De tijd die God bepaalde toen Hij nog bestond. Nu weet ik dat ik roekeloos en on wetenschappelijk zit te kletsen. Want, zegt de doordenker, wat moeten we met de knappe mensen die dingen uit vinden om de mens te vernietigen, niin te doen, onbruikbaar te maken, als we daar tegenover niet zetten een team van knapperds die proberen diezelfde mens te redden? Niet leef en laat le ven, maar probeer te doden en dan te redden. Dat je een ongelooflijke knoei boel van de wereld maakt, dat geeft niets, Onze Lieve Heer (o, laat hem toch alsjeblieft nog bestaan) ruimt straks wel op. Zo mooi ziet het er in begin 1968 niet uit en mijn wensen zijn maar qe- ring. Geef ons heden onze dagelijkse rijst, moge de griep gauw uitgewoed zijn. En, als de dood op de hoek van de Prins Mauritslaan op me wacht, laat me dan gaan alstublieft met mijn gammele hart, blijf er met je vingertjes van af dr. Barnard. Laat me het erf afgaan met mijn glanzende nieuwe kabaja en sarong, op mijn nieuwe slofjes en met het pre senteerblad met 't opgevouwen kleed je nu leeg onder de arm geklemd. De njonja heeft mij óók bedacht, ik ben tevreden, het is goed zo. Laat me gaan, oud en wel. Lilian Ducelle Lezers, lezeressen ajo, klim in de pen en vertel over de bijzondere dingen uit de plaatsen waar U gewoond hebt. Ook lezers in het buitenland, ja juist U. Vertel ons, maak ons wijzer en ge lukkiger, want zo'n rubriek vinden we in geen krant, geen televisie-program ma! Dan is hier het lijstje van de heer Maas. De Gado-gado, Nasi-rames, bami Se- nen uit Djakarta; De lumpia Klenteng, tahoe Pelentoong en Es Sekoteng uit Semarang; De Empe-empe of Bah-so van 16-llir Palembang; De "brem" (tapé-water) uit Ampenan; De rendang pedis uit 'n kedai Padang; De soto Madura en sate ajam Soera- baia; De goedek, kopjor en tjendol uit Djocja; De sate babi Denpaser of speenvarken Tabanan; Bolang-baling, Ting-ting en Gandjel-rail uit Semarang; De Djadah station Medarie en Wengko station Babat; De Sio-bah Tandjong-Karang(?) (Niet zeker van de naam, maar het is een Chinees met een kleine pikoelan. Soort boeboer met varkensvlees. Lema Ny- anl). Ontjom Raos en Peujem uit Bandoeng; De dendeng, de sopi en honig uit Timor Kupang; De djenang van Koedoes en djenang uit Moentilan; De sate kambing in Pekalongan en die van Tjakranegara; De Getooh Lindrie en de petjel uit Magelang Passer; Roedjak Gobet Djakarta en de dodol Depok; De tahoe-petis, de semangi en koepang uit Soerabaia; De kroepoek Sidoardjo en kroepoek (net vingers) uit Palembang; Asinan en vruchten/ijs in Glodok Dja karta; De letji, de salak, wani, tongkol, sate penjoe uit Bali; De ananas, doekoeh (en kleine doeri ans) uit Palembang; Mangga madoe (indrajoe) en golek uit Proboiinggo; De Semangka/Blewa van Banjuwangi of Pandaan (of dichterbij Soerabaia); Papaja Tjibinong, doerians Banjumas (Tjilatjap) of klengkeng Ambarawa; De djeroek Bali en djeroek keprok uit Malang (Batoe). Redactie MYANA 14

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1968 | | pagina 14