II
PRINS DIPA-NEGARA
Rebel of Nationale Held?
HOE ZAG HU ER JIT? door Dr. H. J. de Graaf
In de meeste leerboeken voor Indische geschiedenis, in gebruik op de scholen
in het voormalige Nederlandsch-lndië, kwam een portret van pangéran Dipa-
Negara voor. Gelijk bekend heeft deze Djokjase prins door zijn verzet het
Gouvernement vijf jaar lang handen vol werk gegeven (1825-30).
Geen wonder dus, dat in de dertiger jaren menig Indonesisch jongere hem
als een nationale held beschouwde. Zijn portret werd uit de leerboeken geknipt
en aan de muur van hun slaapkamertjes geprikt. Zo bezit ik een vrij goed exem
plaar van De Steuers' Gedenkschrift van de Oorlog op Java van 1825 tot 1830,
waarin alle portretten nog aanwezig zijn, uitgezonderd dat van pang. Dipa-
Negara. Het is er vast en zeker uitgeknipt om de studeercel van een jeugdige
nationalist te versieren.
Daar de in verschillende boeken af
gedrukte portretten van pang. Dipa-
Negara sterk op elkaar lijken, zou men
denken, dat zij alle op één voorbeeld
teruggaan. Wanneer men echter deze
konterfeitsels nauwkeurig bekijkt, ont
dekt men, dat de grote rebel (of held)
twéé maal is afgebeeld.
De eerste keer gebeurde dit op 2
april 1830 te Semarang. Pang. Dipa-
Negara had zich op 28 maart 1830
"overgegeven" (of was tegen de af
spraak gearresteerd; dit is een pro
bleem, dat we voor later bewaren).
Hij was in elk geval een gevangen man
geworden en werd nu o.a. door een
hoog officier, de adjudant van generaal
De Koek, de majoor Frangois Vincent
Henri Antoine, Ridder de Stuers, per
rijtuig naar Semarang gebracht. Daar
scheepte hij zich op 5 april in op een
der eerste stoomboten, die Indië toen
rijk was, waar Dipa-Negara, die ver
moedelijk nooit de Java-Zee had ge
zien, van zal hebben opgekeken.
Ruim een week ging de gevangen
prins op gemoedelijke wijze om met
zijn begeleider (of: bewaker?). Nu was
De Stuers behalve een goed militair,
die het eens tot legerkommandant van
Ned.-Indië zou brengen en als voor
zitter van het Nederlandse Rode Kruis
in 1881 zou overlijden, ook nog een
amateur-tekenaar van zekere verdien
ste. Zo heeft hij vrij aardig pang. Dipa-
Negara's intocht in Magelang afge
beeld. Doch bijzonder heeft hij zich
bevlijtigd om de leiders van de opstand
uit te tekenen. Zo beeldde hij in de
cember 1828 te Salatiga kjai Madja of,
de geestelijke leidsman van pang. Dipa-
Negara uit, nadat hij door de Neder
landers was gevangen genomen. An
derhalf jaar later tekende De Stuers te
Djokja-Karta het portret van radèn
pasja Prawira-Dirdja, beter bekend als
Sentot, de bekwame legeraanvoerder
van Dipa-Negara's troepen, die naar
het Gouvernement was overgekomen.
Het is dus begrijpelijk dat De Stuers,
toen hij daartoe de kans kreeg,.ook de
grote verzetsman zelve heeft afge
beeld. Dit gebeurde, gelijk wij zagen,
op 2 april 1830 te Semarang, drie
dagen vóór de inscheping naar Bata
via.
Ofschoon De Stuers de prestaties
p <5
Afbeelding van Dipa Negara vervaardigd door
de Stuers te Semarang.
van de gevangen rebel, die, zoals hij
later schreef, zich vaak stelde "aan
het hoofd zijner strijdende benden, wel
ke hij door zijn moedig voorbeeld aan
vuurde, waarbij hij zelf twee maal ge
wond werd", zeer waardeerde, raakte
hij toch niet onder de indruk van zijn
uiterlijke persoonlijkheid. "De flauwe
trekken van zijn weinig betekenend ge
laat zullen in Europa nauwelijks doen
geloven, dat dit de man is, die ge
durende zulk een lange tijd ongeveer
30.000 man troepen tegen zich in het
veld kon doen houden". Inderdaad zijn
die flauwe trekken op De Stuers teke
ning, die een wat matte indruk maakt,
vrij opvallend. Wij zullen hierna zien,
hoe die "matheid" zou kunnen ver
klaard worden. Zij is zeker niet alleen
het gevolg van een gebrek aan teken
talent bij De Stuers.
De Stuers liet zijn tekening van
pang. Dipa-Negara, met die van kjai
Madja en Sentot op steen overbrengen
en reeds hetzelfde jaar 1830 verscheen
een groot boek in folio-formaat, bevat
tende de drie portretten met zeer uit
voerige bij- en onderschriften. Vervol
gens werden de drie afbeeldingen nog
maals, maar verkleind opgenomen in
De Stuers' Gedenkschrift van de Java-
oorlog, eerst in het Frans (1833), daar
na in het Nederlands (1847).
Meermalen is deze steendruk van
Dipa-Negara's portret gereproduceerd.
Een der laatste keren was in het hand
boek van F. W. Stapel, de z.g. "kleine
Stapel", waarvan de 2e druk in 1943
het licht zag. De bekende felle Suma-
traanse nationalist Muhammad Yamin
heeft dit weinig inspirerende konter
feitsel van zijn held in zijn levensbe
schrijving van Dipa-Negara zeer slordig
laten afdrukken.
Te Batavia is pang. Dipa-Negara
voor de tweede maal door een Neder
lander uitgetekend, n.l. door een meer
burgerlijke persoonlijkheid, de beroeps
-tekenaar A. J. Bik.
Deze vakman, geboren in 1790, was
met zijn jongere broeder in 1815-16
naar Indië gevaren, ter begeleiding van
de geleerde plant- en dierkundige, prof.
Reinwardt. Hun taak was voor deze
vermaarde natuuronderzoeker tekenin
gen te vervaardigen van landschappen,
bomen planten, Inlandse typen, zo
mede van Hindoe-Javaanse oudheden.
Men bedenke, dat destijds de fotogra
fie nog moest worden uitgevonden, zo
dat alles moest uitgetekend worden.
Terwijl de hoogleraar reeds in 1821
naar Nederland terugkeerde, bleven de
gebroeders in Indië achter. Na nog
enkele reizen ondernomen te hebben,
werd Adrianus Johannes in 1828 tot
baljuw (of hoofd der politie) te Bata
via benoemd. In die functie heeft hij in
april 1830 pang. Dipa-Negara ontmoet,
die toen op het oude Stadhuis in de
Benedenstad logeerde. Hij zal hem dus
hebben moeten bewaken. Op maandag
3 mei 1830 begeleidde hij de balling
aan boord van Z.M. korvet de Pollux,
waarmede deze naar zijn verbannings
oord, Menado zou varen. Op deze of
voorafgaande dagen zal Bik ruim
schoots gelegenheid hebben gehad,
om van Dipa-Negara's uiterlijk een in
druk te krijgen. Mogelijk heeft deze
7
Tekening ran Dipa Negara door A. J. Bik
te Batavia gemaakt.
6