Adieu aan de olifant (2)
DE VROUW
door LILIAN DUCELLE
George Earl heette hij, een vijftiger met een kleine maar goed beheerde en
renderende chemische wasserij. Ik deed soms wat vermaakwerk voor hem (in
Amerika nemen wasserijen ook verstel- en vermaakwerk aan) en praatte vaak
met hem. Hij hield ervan over zijn zaak en zijn werk te praten, hij was een ge
weldig vakman. Ik heb George wonderen zien verrichten met geplisseerde chiffon
en pailletjes, reinigingswerk dat geen andere stomerij aandurfde. Hij was kinder
lijk opgetogen als hij iets goed had volbracht, niets was hem teveel.
"George overwerkt zich," zei zijn
vrouw eens bezorgd, "hij heeft een
hartkwaal en vandaag of morgen is het
mis."
Het ging mis, op een dag bleef de
zaak dicht. En toen de deur weer open
was, stond George grauw en wankel
achter de toonbank.
"Ik moet de zaak verkopen Lilian,"
zei hij mat," de dokter zegt dat ik niet
meer zo lang mag staan en de tempe
ratuur hier is niet goed. Ik moet weg,
als ik nog langer wil leven."
Hij vertelde dat hij zijn leven lang
gewerkt en gespaard had voor een
eigen bedrijf. De inrichting met de
nieuwste stoom- en reinigingsappara
ten was de vervulling van een droom
geweest en het verwerven van een
goede klandizie was de beloning voor
zijn werken. Afgelopen.
"Probeer dan iemand te vinden die
de zaak voor je beheert, dat je nog de
baas blijft, maar niet zelf hoeft te wer
ken," stelde ik voor.
"Hier? In Amerika? Iemand vinden
die iets met hart en ziel zal beheren,
zijn tijd verkopen voor een salaris dat
ergens anders veel gemakkelijker kan
worden verdiend? Maar Lilian, hoe lang
woon je nu al hier?"
Het was de eerste keer sedert ik in
California woonde dat ik een Ameri
kaan verbitterd hoorde spreken over
de maatschappelijke mentaliteit.
lopend. Ik kende een dame die 12 jaar
Op een avond hij betrap; hij deruit hetrap,
Hij met Riekie der vandoor, zij zingen saam
de koor:
LA PALOMA
Nina, het uur van scheiden breekt ras voor
ons aan,
Nina, ik moet licht ver hier vandaan.
Een bede: Ach Nina, vergeet-verlaat
mij niet)
Mijn eed is mij dier, die gij mij toen) 2x
zweren liet.
Wacht dan, Nina, al zijn wij aan het scheiden,
ja...
Al zijl gij ook ver van mij en ik ook ver
ai icul ue vervUi-
ling van een illusie gehad. Wie beweert
dat echt geluk en tevredenheid altijd
moeten duren?"
"Altijd" is een onbekend begrip voor
de doorsnee Amerikaan. Zijn meest
.vooruitspringende eigenschap is zijn
Als ik mensen die nooit in Amerika
zijn geweest en het alleen kennen van
een publieke opinie, hoor schimpen en
schelden op deze Olifant, maakt het mij
woedend. Wat ik hier schrijf is niet
in de eerste plaats bedoeld als afbre
kende critiek, maar is een analyse van
feiten en ervaringen die mij bezeerd
hebben.
"We zijn alles beu", schreef kortge
leden iemand in Amerika me en even
voor ik vertrok raadde een ander me
aan: "Ach, je moet maar denken, het
gaat mij niet aan, maak je maar niet
druk om de manier waarop ze hier
leven. Bemoei je er niet mee."
Maar hoe kun je in een land leven,
vrienden hebben, interesses hebben, als
je je niet betrokken voelt bij alles? Je
bent boos en verdrietig dat het zo is
en dat je machteloos moet toezien dat
het allemaal nog erger gaat worden!
Als ik werkelijk nooit van Amerika had
gehouden zou ik misschien niet zo cri-
tisch durven zijn. Afterall heb ik er
gewoond, vind ik het er, met alle be
zwaren, nog steeds aangenamer wonen
dan Holland.
behoefte aan vernieuwing, en het ge
mak waarmee hij oude waarden over
boord zet, doet hem, voor mij althans,
keihard, spilziek en oppervlakkig schij
nen. Maar ik weet ook dat niet hij zo
is, maar het "welvaarts-patroon" waar
naar hij moet leven. Zo is hij opge
voed, zo hebben de oudjes die 50 jaar
geleden nog volkomen anders dachten,
het moeten aanvaarden.
De Amerikaan die ik heb leren ken
nen, raakt gauw uitgekeken, hecht zich
aan weinig dingen, want alles wordt
immers steeds beter? Het geld om die
nieuwe dingen te kopen weet hij altijd
wel te vinden. Nu praat ik aldoor maar
in het mannelijk enkelvoud, maar dat
George opende me voor het eerst
de ogen voor een vervelende realiteit:
idealisme, opoffering die niet nauw ge
paard gaat met winst in harde dollars
is nauwelijks meer te vinden. Werken
voor een net-genoeg loontje omdat het
werk prettiger is dan beter betaalde
arbeid, wie zal zo gek zijn in de 20ste
eeuw? Amerika is een welvaart-staat,
iedereen heeft recht op het beste, het
meeste en dan nóg beter en nóg meer.
Ik heb me ook constant verbaasd
over de onverschilligheid waarop werk
nemers (maar ook werkgevers) over
hun werk, hun beroep dachten. Het
overstappen naar een andere baan,
naar volkomen ander werk is volkomen
normaal. Men doet het dan ook door-
Mocht het velen niet lukken ooit de echte Olifant te ontmoeten om hem te leren kennen
(Amerika is zo enorm groot!) dan kan men zich troosten met de olifanten van Walt Disney
in een imitatie jungle. Natuurgetrouwe kolossen uit rubber en plastic die echt trompetteren,
water spuiten en bewegen. Een plastic sensatie van het grote avontuur, zonder het kvontuur
zelve. Het is voor velen genoeg. Waarom het risico van echt gevaar te lopen?
12