DAY AND NIGHT
Nóg eens dit oude Chinese verhaal:
Voor mij als maar voor zéér weinig lezers (Goddank!) is het denken over het
lot van Tong Tong een zorg van dag en nacht. Dat is logisch: op het ogenblik
dat U na kantoor weer thuis bent, bestaan de zorgen van Unilever, Aramco,
Buitenlandse Zaken, de Gemeente Den Haag, of waar elders U ook werkt, niet
meer. Alle werkkringen van Tong Tong-lezers lopen "uit zichzelf" wel door. Ook
al zóu U zich kopzorgen maken over Uw werkkring, dit apparaat loopt uit zichzelf
toch wel door. En zelfs Uw overlijden brengt Uw werkkring niet in gevaar.
Het verhaal zegt dat toen Alex
ander de Grote op zijn onstuit
bare veroveringstocht van de
wereld aan de grenzen van India
kwam en aarzelde of hij voort
zou gaan of terugkeren, hij een
aantal yoga's vóór zich liet leiden,
aan wie hij de vreemdste vragen
stelde. Een van deze vraggn was:
"Wat is ouder, de dag of de
nacht?" De yoga antwoordde on
verstoorbaar en even cryptisch:
"De nacht is één dag ouder".
Zó geïmponeerd was Alexander
door de wijsheid van deze oude,
halfnaakte "bedelaars" dat hij af
zag van de verovering van India
en met zijn legers terugkeerde.
Zo zegt de overlevering.
Bij mij is dat helaas anders. Wat mij
treft, treft direkt Tong Tong. Vooral
's avonds, na beëindiging van de dag
taak, bij het kennisnemen van de ge
beurtenissen in de wereld uit krant en
TV-journaal, gaan die ellendige hersens
op hun eigen houtje met piekeren ver
der. Zó intensief vaak, dat ik er 's
nachts wakker van word. Enfin, in het
artikel "Tjilaka" (TT No. 4) heb ik U
er een idee van gegeven. Ik zie mezelf
als met een kleine Indonesische ma-
jang op een nachtoceaan met opste
kende stormen. Hoe zullen we ze het
hoofd bieden? Zullen we ze overleven?
De zorgen zijn tweeërlei: aan de ene
kant over de slechte zeewaardigheid
van mijn majang, en aan de andere
kant over de feilen en tekorten van de
schipper: Si Tjalie. Beide kunnen nood
lottig zijn in de dubbele betekenis van
het woord, nl. dat ze het einde kunnen
betekenen, maar ook dat ze "voorbe
stemd" zijn, m.a.w. onontkoombaar: ik
draag niet alleen al mijn oude feilen en
zonden met mij mee, die vandaag of
morgen kunnen "terug slaan", maar
ook is mijn aangeboren patroon van
tekorten wegbereider voor nieuwe ram
pen. M.a.w. het boeten voor fouten is
even onvermijdelijk als het leven zelf.
Om een voorbeeld te gebruiken: als
door onverschilligheid, gebrek aan vak
kennis of "vergeten door drukte" een
bint in de majang-kiel aan het losraken
is, dan merk ik dat NU nog niet, maar
straks als de nood het hoogst is, kan
de schuit plotseling fataal beginnen te
lekken. Voltrekt zich die ramp, dan zijn
alle verwijten verdiend en ik zal me
zelfs niet verdedigen, maar het Lot
voltrekt zich tóch. En al onze glorie
vergaat toch met die ene losse bint...
's Nachts of in de vroege morgen
opstaand speurt mijn geestesoog langs
alle wrakke plaatsen van de scheeps
wand en mijn eigen karkas en voorzie
ik de talloze mogelijkheden van ver
gaan. Men noemt dat pessimisme. Maar
als het pessimisme is, het is de "state
of mind" van Uw redacteur. Vergeet
dat nooit. Zo ben ik altijd geweest.
Ook toen ik de Piekerans schreef.
De nieuwe dag meldt zich al spoedig
aan met de ochtendpost. Brieven van
vele kanten. Simpele brieven met spel
fouten en met verzoeken om hulp. Brie
ven van kandjeng besars die eens ge
zag uitoefenden over gebieden groter
dan Noord Brabant en Gelderland sa
men, bankiers, generaals en admiralen,
beroemde voetbalkoningen of meisjes
die eens duizend aanbidders hadden.
En wier tijd voorbij is. Zoals voor ieder
mens de Tijd voorbij gaat. En die nu
zó onbekend en vergeten zijn dat ze
haast verontschuldigend hun naam
noemen bij een onbetekenend verzoek
je. Of een timide groet. Maar door de
een of andere fatale speling van het
Lot ben ik die namen niet vergeten.
Of als het "onbetekenende" mensen
zijn, proef ik de aparte kleurrijke dier
baarheid van hun simpele verleden, zo
als ik bij het duurste wildbraad de sim
pele nasi oedoek niet vergeten kan. AL
die brieven geven mij een grote be
wogenheid, waarbij alle actuele sen
saties en belangrijkheden in het niet
zinken.
DIT was het leven.
Dit IS het leven.
Ik kan er niet van scheiden. Het be
staan van al deze mensen met hun
bijna vergeten lot is het lot van Tong
Tong. Dus ook van mij.
En op het moment dat juist deze
"sentimentele ochtendpost" de laatste
druppel schijnt te moeten zijn die de
Bitterheidsbeker van de Nacht doet
overlopen, als je denkt: hoe eerder
Tjalie en zijn krankzinnige tong tong
het hoekje om gaan, hoe beter, dan
doe je als onverbeterlijke straatslijper
tóch nog een stap om dat hoekje...
En wat vind je?
Onze tijd óók voor hen die nu nog
niet voorbij zijn...! Er zullen ALTIJD
ouden van dagen zijn! Er zullen ALTIJD
"voorbijen" zijn. Hoe hard een "op de
jeugd en de toekomst ingestelde maat
schappij" de wereld ook verovert, hóe
men ook diensttijden en pensionerin
gen vervroegt, hoe onverbiddelijk men
ook de "onbruikbaren" naar bejaarden
tehuizen verwijst, hóe men conserva
tisme en "tempo doeloe" ook de nek
om draait, ALLE MENSEN WORDEN
OUD. Het oud worden en "voorbij zijn"
is een absolute menselijke eigenschap.
En ook de onverwoestbare zestigers,
de stoere vijftigers, de gelaten veer
tigers zullen de Laatste Stappen door
het Leven maken moeten, alle op hun
tijd. En die tijd schuift kalm en onver-
stoorbar met ons mee...
Alleen als het maar lang genoeg
duurt zal de mensheid merken dat
het FOUT is mensen te vroeg af te
danken. Dat het FOUT is te denken
dat oude mensen onbruikbaar zijn. Dat
het GOED is dat oude mensen nog
steeds een taak hebben in het gezin en
in de maatschappij.
Kortom: dat het oud zijn ZIN heeft.
Pas als wij sterven, is onze taak vol-
zie verder pag. 5, 1e kolom
In een bos leefde een arme houthakker met zijn zoontje. Ze leidden een armoedig,
moeilijk bestaan. Bovendien hadden zij veel last van htm heel oude en hulpbehoevende
grootvader, die te zwak was om mee te werken, veel hulp nodig had, en morste
bij het eten. Lastigl Dus besloot de houthakker zijn oude vader diep in hel bos
te brengen en daar achter te laten. Daar zou hij snel verkommeren van honger of
door de wilde dieren gedood worden. In beide gevallen zon hij "spoediger uit zijn
lijden verlost worden"
Dus maakte de houthakker een draagbaar en samen met zijn zoontje piekelde
hij de grijsaard diep het bos in. Daar tilde men de oudeheer van de draagbaar en
aanvaardden de weg terug naar huis. Tot zijn verbazing sleepte nu het zoontje de
draagbaar mee. "Waarom doe je dat?" vroeg de houthakker. "Om ook U later
naar het bos te dragen met mijn zoon"legde het zoontje uit.
Een ogenblik stond de houthakker perplex. Toen gingen ze zwijgend naar de
grootvader terug, tilden hem weer op de baar en droegen hem naar huis om daar
voor hem te zorgen tot zijn laatste dag.
Het verhaal vertelt er niet bij of dit zorgen tot de laatste dag alleen maar was
een kassian-systeem van opbergen en verzorgen als een zieke. Of dat deze ouden in
het huis met kleine doeningen en rustige adviezen nog een CONSTRUCTIEVE
functie hebben, een beschermende en leidende zelfs. Wij uit Indi'é die weten hoe vér
de zorg en liefde van Oosterlingen gaat voor ouden van dagen (b.v. de kesepoehan"
(paviljoen der Ouden) in elke Kepatihan; (de ouder- en zelfs vóórouderzorg bij
Chinezen) weten dat het een FILOSOFIE is van heel diepe inhoud en onmeetbare
waarde. Hoe jammer dat wij niet aan Europa kunnen leren...
4