van zijn mededelingen aan te tonen.
De normale procedure was een ver
volging wegens belediging met het
effect als geschetst in de aanvang van
dit stukje, waarop onvoorwaardelijk 'n
veroordeling zou volgen, want Zent-
graaff was zeer zakelijk maar ook zeer
beledigend geweest. Het parket te
Soerabaja besloot echter het was
in 1922 op verzoek van verdachte
een vervolging wegens laster tegen
hem aan te spannen. Dit bracht mede,
dat de schrijver werd toegelaten tot
het bewijs van zijn mededelingen.
Zentgraaff kwam met vlag en wimpel
brandschoon uit dit proces: de leiding
van de Boekit Asem mijn was onmoge
lijk geworden en zo had, voor het eerst
in de geschiedenis van het Indisch
strafrecht een journalist het pleit ge
wonnen tegen de doofpot.
Zentgraaff was een merkwaardig man:
zijn geweldige prestaties vonden hun
bekroning in een aantal boeken waarin
publicaties van zijn hand werden ver
zameld en die ook nu nog het lezen
meer dan waard zijn. Hij was ook een
bijzonder onscrupuleus man een
twee-eenheid van grote bekwaamheid
en schrijvertalent enerzijds, een man
anderzijds, die geen middel schuwde
om zijn doel te bereiken. Hij was in
alle opzichten een representant van de
"oude" Indische journalistiek. Overi
gens: zeer goed en snedig gezelschap
als hij u mocht of toevallig geen
ruzie met u had. Twee voorbeelden.
Terechtstaande voor de Raad van Ju
stitie in Semarang voor de zoveelste
beledigingszaak greep de president
van de rechtbank na het stellen van
de gebruikelijke vragen verstrooid naar
een vel papier, waarop enige vragen
ten behoeve van de toen pas ingevoer
de criminele statistiek waren gesteld.
Tot verbazing van de verdachte, de
leden van de Raad en de belangstellen
den klonk het vervolgens uit de Edel
achtbare mond: "Beklaagde, kunt gij
lezen en schrijven?" Waarop beklaag
de: "Helaas ja, Edelachtbare, anders
stond ik hier niet"...Het vonnis viel iets
zwaarder uit dan gewoonlijk voor een
persman-recidivist.
En bij een andere gelegenheid jaren
later toen in de vereniging van
hoofdredacteuren van Indische bladen
Zentgraaff voorstelde elkander niet
meer uit te schelden geschiedde het
volgende.
Wybrands sputterde: "Ik mag het gou
vernement niet meer uitschelden, en
de ambtenaren evenmin en nu zou ik
ook mijn collega's niet meer hun vet
mogen geven. Wat moet ik dan in mijn
krant zetten?" Waarop Zentgraaff: "U
zou het eens met nieuws kunnen pro
beren"...
Onder de invloed van allerlei maat
schappelijke en politieke invloeden ver
anderde geleidelijk niet alleen de struc
tuur maar ook de toon van de pers. De
verhoudingen spitsten zich toe naar
mate de Indonesische beweging meer
macht en aanhang kreeg.
De reactie daarop in de vorm van de
oprichting van de Vaderlandse Club
maakte de situatie niet gemakkelijker.
De Nederlandse pers in Indië schoof in
beslissende getale naar rechts, al
kreeg de liberale linkervleugel ook
enige versterking. Tegen het uitbreken
van Wereldoorlog II was er zelfs een
krachtige pro-NSB-stroming merkbaar.
Dat veranderde natuurlijk met de Duit
se aanval op Nederland.
Van Berretty is in deze aantekening
nog geen woord gezegd. Hij begon als
journalist in de gebruikelijke zin, en
ook alweer bij het Bataviaasch Nieuws
blad. Catalani, de lezers van Tong
Tong wel bekend, had op het postkan
toor in Batavia Centrum een jonge
postambtenaar onder zijn hoede, die hij
"te goed" achtte voor het werk dat hij
te doen had. Hij belde zijn vriend Zaal
berg op, die niet alleen een groot jour
nalist was maar ook een groot mensen
kenner en Berretty's loopbaan, die
zulk een meteoorachtig karakter zou
dragen, was begonnen. De geschiede
nis van de oprichting en de eerste suc
cessen van ANETA zijn bekend ge
noeg. Met de komst van de luchtpost
uit Nederland, een tiental jaren later,
werd de arbeid van het persbureau,
dat eindelijk de bladen uit het koloniale
isolement had verlost en een venster
op de wereld had geopend, afgerond.
Zijn werk is van nauwelijks te schatten
betekenis geweest voor de ontplooiing
van de pers in de laatste periode van
't bestaan van Nederlands-lndië. Want
met de bezetting van dit onvergetelijke
land breekt de geschiedenis af, al zijn
er dan tussen 1945 en eind '57 nog wel
weer Nederlandse kranten in Indonesië
verschenen. Maar met de Japanse in
val werd de periode van de "Indische
Pers" afgesloten.
In het voorafgaande is alleen sprake
geweest van de figuren, die in de eer
ste decennia van deze eeuw hun stem
pel hebben gedrukt op de werkzaam
heid van de Indische pers. Zij vorm
den, wat hun invloed op de publieke
opinie betreft, de top van de pyramide.
Maar hun werk was niet mogelijk ge
weest zonder de onbezweken ijver,
verbeeldingskracht en trouw van een
groot aantal medewerkers in de redac
tiebureaus en daarbuiten. Hoofdartike
len waren de vlag van de krant, maar
het schip werd tenslotte voortbewogen
door de tallozen die als redacteur of
verslaggever of beide zorgden voor de
inhoud en de opmaak van het dagblad.
Een voorbeeld van een bijzonder vak
bekwaam, integer en loyaal journalist,
die onlangs bijna vergeten is gestor
ven, was E. W. Ostreig en in hem
herdenken wij de talrijke naamlozen,
die zonder ooit algemene bekendheid
te verwerven zoveel gedaan hebben
om de Indische pers tot een boeiend
verschijnsel te maken. Ostreig was on
getwijfeld de primus interpares van
deze groep van stille werkers. Zijn
grote verdiensten kwamen eerst na de
oorlog volledig tot erkenning en spe-
W. CH. J. BASTIAANS
Aan het begin van dit nieuwe jaar
maakten de Groningse nieuwsbladen
melding van het feit dat W. Ch. J.
Bastiaans het praktisch geheel door
hem alleen gedreven Comité Voor Ge-
repatrieerden in Groningen ophief we
gens ver gevorderde leeftijd (hij werd
1 januari 70 jaar en dat is "tjoekoep"!)
en omdat de repatriëring van Indische
Nederlanders nu praktisch afgesloten
Is.
In vele opzichten heeft Chris Bas
tiaans de Indische gemeenschap met
raad en daad bijgestaan in de meest
uiteenlopende problemen en is hier
door de officiële instanties tot zoveel
nut geweest dat praktisch alle "kan-
djeng besars" in het koude noorden
hem persoonlijk kennen. Hij aarzelde
ook in 1960 geen moment bij de des
tijds opgezette nationaal opgezette ac
tie voor hulp aan spijtoptanten en richt
te in Groningen een plaatselijk sub
comité op, dat gelden verzamelde en
bij inburgering en werkverschaffing
hielp.
Trouwens voor alle Indische activi
teiten in Nederland heeft Chris altijd
actieve belangstelling gehad. Hij is
"dus"' ook abonnee van ons tijdschrift
en aandeelhouder van onze N.V. Meer
dan dat: hij heeft nog nooit een alge
mene aandeelhoudersvergadering over
geslagen en wie van de andere aan
deelhouders kan hem dat nadoen?
Kortom: als Indischman is hij al deze
jaren zijn groep én zijn nieuwe maat
schappij tegelijk van dienst geweest,
ACTIEF en voornaam op elke bres.
Zulke mensen zijn uiterst zeldzaam in
onze groep. Wie er dan op zijn 70ste
jaar mee uitscheidt, mag met het volste
recht zeggen: "Boleh bilang tevreden".
Chris Bastiaans kennend, weten wij
dat we het hierbij moeten laten en niet
verder uitwijden. Volgens oude (en
goede) Indische opvatting moet plichts
vervulling niet worden geconstateerd
met de loftrompet maar met de een
voudigste vermelding. Hetgeen hiermee
is geschied.
ciaal na zijn vertrek naar Nederland,
waar hij in verscheidene voorlichtings
functies en door zijn werk voor de
wereldomroep grote waardering oogst
te. Hij kan gelden als de personificatie
van de vele stille werkers, die het
mogelijk maakten dat de leidende fi
guren de invloed konden bereiken, die
hen in hun tijd grote faam bezorgde.
7