Laodie Afioe en diens noodlot. KINDERGEBED Laodé Afioe, de zoon van de door de oude waringin gevelde Radja van Moe- na, Laodé Achmad, werd later diens opvolger. Dit ging echter niet zonder grote moeilijkheden gepaard. Hij bracht het zelfs enige tijd tot sultan van Boe- ton, maar kon ondanks steun van velen zijn nodolot uiteindelijk niet ontlopen. Ongeveer een maand na de dood van Laodé Achmad kwam om 10 uur 's avonds mijn trouwe tolk Maharadja m'n kantoor binnen met een ernstig en be drukt gezicht. "Er is slecht nieuws, mijnheer", zo begon hij. Laodé Afioe heeft zich met ong. 15 getrouwen in het wit gestoken, zij hebben zich te Waléalé Moena, een gehucht niet ver van Raha, ten dode gewijd en willen tegen de "kompenie" vechten. Laodé Afioe heeft positieve berichten uit Boe- ton ontvangen dat de gezaghebber van Boeton, de kapt. de Jong, hem onge schikt heeft verklaard om zijn vader als radja van Moena op te volgen. Een hoge Boetonse Laodé is voorgedragen om tot radja van Moena te worden benoemd. Laodé Afioe is nu "maloe" en zoekt de dood. Er gebeuren soms in zulke onbekende streken als Moena en Boeton dingen die iemands verstand en gevoel voor tact op scherp stellen om bepaalde nare situaties tot een goede oplossing te kunnen brengen. Dit bericht overviel mij zo, dat ik in mijn kantoor een tijdje heen en weer moest dazen om tot een besluit te komen. Maharadja droeg ik op om onmiddellijk naar Laodé Afioe en zijn vrienden te gaan en hem te zeggen dat de gezaghebber van Boe ton heus geen godheid is die alles te bedisselen heeft. Boven hem toch staat te Boeton de ass. resident Van de Rivière, en boven die te Makassar de Gouverneur Vrijling, drager van de M. W.O. en diens kundige adviseur, de ass. res. Goedhart. Zodra Maharadja vertrokken zal zijn schrijf ik een brief aan gouv. Vrijling door tussenkomst van de a.r. van Boeton, waarin ik uit voerig de bezwaren uiteen zal zetten die Laodé Afioe heeft bij de beslissing van de gezaghebber van Boeton om hem niet tot radja van Moena te be noemen. Die brief zal door Laodé Afioe moeten worden ondertekend waarna onmiddellijk daarop de verzending naar de a.r. zal plaats vinden per motorboot. De werkbaas Pella zal worden belast met het eigenhandig bezorgen van die brief aan de a.r. van Boeton. Dit alles zal echter eerst plaats hebben, zodra Laodé Afioe zijn witte kleren heeft afgelegd en naar zijn standplaats Raha komt. Zijn getrouwen moet hij dan te vens opdragen naar hun woonplaatsen terug te keren en daar af te wachten op de beslissing die gouv. Vrijling ten aanzien van deze zaak nemen zal. Maharadja is daarop direct naar Laodé Afioe vertrokken om hem mijn raad over te brengen. Om 3 u. 's nachts kwam Laodé Afioe bij mij op kantoor, blijkbaar opgelucht omdat hij de moge lijkheid inzag dat zijn rechtvaardige aanspraak om tot radja van Moena benoemd te worden toch gehonoreerd kon worden. Laodé Afioe verstond het Nederlands, omdat hij te Makassar de hoofdenschool heeft bezocht. De door mij aan gouv. Vrijling opgestelde brief ondertekende hij, waarna baas Pella direct daarop met de motorboot van het Boswezen naar de a.r. van Boeton vertrok. Deze zond de brief door aan de gouverneur met de aantekening dat de gezaghebber van Boeton vaak zeer belangrijke beslissingen nam, zoals het onderhavige, zonder hem als zijn chef daarin te kennen. Daarom verzocht hij dan ook de kapitein-gezaghebber over te plaatsen daar hij onmogelijk met hem verder kon samenwerken. Drie dagen later ontving de gouverneur de brief, die met een KPM-er van Ambon via Boeton naar Makassar voer. Direct daarop werd de militaire commandant, een overste, ontboden en werd hem verzocht een andere kapitein gezag hebber voor Boeton aan te wijzen. De keus viel op kapt. de Berge, die nog dezelfde dag per "kapal-poetih" naar zijn nieuwe standplaats vertrok. De daarop volgende dag nam deze kapi tein het werk over van de kapt. de Jong, die daarna (met al zijn huisraad) met de gouv. stomer naar Makassar terugvoer. Dit snelle ingrijpen maakte grote indruk op Raha. Een paar maanden later werd Laodé Afioe benoemd tot radja van Moena. Hij voldeed als zodanig zo goed, dat toen enige jaren daarna de sultan van Boeton kwam te overlijden, Laodé Afi oe tot sultan van Boeton werd gekozen. Hoger kon hij niet klimmen, maar op de hoogste top gekomen achtervolgde hem het noodlot. De gezaghebber van den Berge was zo tevreden over het werk van Laodé Afioe, dat hij hem een parabellum pistool ten geschenke gaf. Uitvoerig en nauwkeurig toonde de kapt. de sultan hoe dit wapen geladen en ontladen moest worden. Een paar maanden later had er een grote koem- poelan plaats van districtshoofden te Boeton. Laodé Afioe toonde op die vergadering zijn nieuw wapen, dat de bewondering van allen had. Geheel on verwacht klonk er een schot en de beste ondergeschikte en vriend van Laodé Afioe viel dodelijk getroffen neer. Algemene consternatie volgde. Laodé Afioe laadde de parabellum op nieuw, ging naar zijn kamer, een schot klonk en de sultan van Boeton en Moe na was niet meer. Als westerling past het ons niet om deze zelfmoord te veroordelen. Vast staat dat de gehele bevolking van Boe ton dit gebeuren ziet als een noodlot dat Laodé Afioe onmogelijk heeft kun nen ontlopen. Hoe dan ook, wij weten dat de Schepper van Hemel en aarde de enige is die oordelen zal over zijn schepselen. J.B.H.B. HET SADOPAARD Van "een grijze dame" kregen wij een brief in de bus geschoven. In de envelop zat alleen een kleurenfoto uit een tijdschrift geknipt, voorstellende 'n sado op een kampongweg. Achter op dit knipsel: Onze jaren op deze aarde Vlieden snel, mijn waarde, Doe dus als deze koetsier, Sjok-sjok, plan-plan, poeier plesier. Lieve dame, met dezelfde filosofie van het sadopaardje op het omslag van Tong Tong van 15 oktober jl. gaat het best. Maar aan de zweepslag van het westerse tempo valt niet te ontkomen, evenmin als aan de altijd maar duurder wordende dedek. Ook wordt de sado ouder en wrakker en worden de paar- depoten rheumatischer. Nochtans: als er maar altijd genoeg vriéndelijke pas sagiers blijven (Tong Tong-abonnees) zult U mij vrolijk horen hinniken! Of de sado-bel horen tieng-neng, tieng-neng! Ik logeerde als kind bij een familie met twee dochtertjes op een onder neming. 's Avonds bracht moeder ons naar bed. De twee meisjes deden hun gebed, en Mevrouw vroeg of ik niet moest bidden. Ik zei dat ik niet kon bidden. Nou, dan zal ik je een gebedje leren. "Lieve Heer, bewaar Papa, Mama, zus je, broertje en Opa en Oma en alle andere mensen, Amen". Nu, dat was gauw geleerd, maar de volgende dag hoorde ik die twee meis jes na hun "Amen" nóg wat zeggen, en hun voorhoofd, schouders, en borst aanraakten! Ik dacht, "dat moet ik ook doen, goed luisteren wat ze zeggen, "en ik hoorde "Naar de soos (handje aan 't hoofd) op de dijk (handje op de linker schou der) in de regen (handje op rechter schouder) Amen (handje op borst). Nadien heb ik jaren lang gezegd: "Lieve Heer, bewaar Papa, Mama, Opa, Oma, broertje, zusje, en alle andere mensen, Amen. Naar de soos, op de dijk, in de regen, Amen" (met kruis- slaan). De klanken a, o, ij, e hoorde ik waarschijnlijk in "in de naam des Va ders, des Zoons, en des Heilige Gees ten, Amen" waarbij het kruis door de kinderen geslagen werd. Mevr. J. Oostwald-Stada 8

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1968 | | pagina 8