Kleinlandbouwer
Na het artikel van F. A. Krajenbrink,
"Kleinlandbouwer", in TT No. 7 van 15
oktober, kregen we nog enkele aanvul
lende gegevens uit dit kleinlandbou-
wersleven, die wij hier laten volgen.
Verder stuurde abonnee Galstaun ons
een snapshot uit die tijd, waarop we
de heer Krajenbrink gedjongkokt zien
tegen de asemboom met zijn dochtertje
op de arm. Geheel rechts staat ook
nog een dochtertje. De andere perso
nen zijn gasten.
Woonden in Kroetjil erg primitief. Ons
huisje stond op de blote grond, niet
gecementeerd, gebouwd van planken
en gedèk. Bestond slechts uit twee
kamertjes, een kleine zit- en eetkamer.
Door een timmerman uit de desa onze
imboedel gemaakt, zoals houten divan
bedden, kast, eettafel en bank en pri
mitieve stoelen, dus slechts het hoog
nodige, voor de eerste moeilijke tijdenl
Achter 't huisje werd een gebouwtje
van gedèk opgetrokken voor keuken,
bediendenkamer en badkamer en w.c.
In de regentijd werd in drums water op
gevangen voor drink- en badwater en
in de Oostmoesson uit de bron voor
drink- en keukengebruik, en baden de
den we in de kalie die achter ons huis
je stroomde. Heerlijk koel en geen ge-
kijk hoor
Met de tijd troffen we het beter, want
konden een groter huis bouwen na
maanden houtwerk enz. opgezameld te
hebben. Alles moest zoetjesaan opge
bouwd worden, want geld speelde een
grote rol.
Wat doe je ten slotte met 20,on
derstand hè?
Begonnen pas en 't beetje dat je bij
verdiende, 5,'s maands ging op in
de huishouding en was net genoeg
In Kraksaan woonde een gep. A.R. die
veel voor de armen deed. Van hem
kregen we ook in de eerste tijd veel
hulp, eens in de maand een mand vol
levensmiddelen, tot medicijnen toe, en
dat we daarmee dolgelukkig waren
kunt U wel begrijpen.
Het was weer een zorg minder. Nader
hand hulp van links en rechts. De kin
deren konden naar school en zo bleven
alleen de twee kleinsten thuis. Wij had
den er vijf. Mijn man werkte slechts
met één koelie en die kreeg twee gul
den in de maand; de meid die me hielp
en haar man 4,50 met eten en vrij
woning en dit betekende veel voor hen!
Ze zorgden alleen voor wat kleding en
die kregen ze ook zo nu en dan van
ons. Ze waren best tevreden hoor!
Van de bevolking helemaal geen last
gehad. Jaloezie? Ze waren min of meer
onverschillig! Als we eens een wande
ling door de kampongs maakten, zou
den ze je steeds vragen een kopje kof
fie te drinken of met hen mee te eten,
al was 't slechts witte rijst, zo van het
vuur met kokos gemengd en een stukje
vis! Ja, zo waren zij, arm, maar erg
hartelijk. Te allen tijde konden ze van
ons hulp krijgen, bij ziekten en zo.
Medicijnen kregen we vaak van een
vriend van ons, die dokter in Malang
was.
Moord- en vechtpartijen kwamen vaak
onder de Madoerezen voor, en als mijn
man toevallig in de buurt was, ver
leende hij de eerste hulp.
Ze waren ons dus heel goed gezind,
niet te vergeten ook door de jacht op
de varkens, die hun djagoengvelden
vernielden, een reden te meer om de
jager dankbaar te zijn.
In de jaren '32 en '33 woonden in
Kroetjil nog niet veel Europeanen, een
werkbaas van de B.O.W. en wij! Zo nu
en dan kwam de Hr. A. bij ons logeren
om te jagen. Hij woonde in Proboling-
go, het was dus een komen en gaan.
Schoot hij iets, dan transporteerde hij
de buit per bus naar de stad, om die
in z'n geheel te verkopen.
In Kroetjil had hij geen vaste woon
plaats, "De zoete inval" werd ons huis
genoemd, want naderhand kregen we
veel bezoek van heren, die voor hun
genoegen of sport aan varkensjacht
deden.
Voor stadslui zwaar terrein. Er tussen
door vertel ik dit maar, anders wordt
't zo saai! Voor we in de belangstel
ling kwamen, hadden we 't erg moeilijk
gehad. Voedselpaketten kregen we
toen toch niet, pas in oorlogstijd. Van
waar moesten ze komen? Heus, als je
't niet zelf meegemaakt en ondervon
den hebt, is het moeilijk om je in onze
situatie te verplaatsen. Het leven was
erg goedkoop, maar als je de centen
er niet voor had, kwam je er niet!
Eieren kosten 2 st. voor 21/2 ct., jonge
kippetjes 6 a 71/2 ct. en hennen 15 ct.
Rijst per vingerkom 21/2 ct. Dit zijn
maar enkele dingen die ik noem, groen
ten en vruchten (bananen) hadden we
uit onze eigen tuin, maar vóór je zo
ver bent duurt wel enige tijd.
We hadden een jonge aanplant, veel
bracht 't niet op en toen het met de
jaren beter en beter werd, kwam de
oorlog!
KEEP GOING KEEP GOING
De vele lezers wier brieven ik nauw-
lijks beantwoord, wier ingezonden stuk
ken schijnbaar voorgoed vergeten zijn,
en die zich misschien steeds vergete-
ner en voorbijer gaan voelen, roep ik
met de grootste aandrang toe:
"Keep going, keep going! Madjoe
teroes!"
In Tong Tong kan helaas niet méér
mee dan onze beperkte plaatsruimte
toestaat. Velen van U moeten lang
"op hun beurt wachten". En die kleine
kop van mij en het beperkte aantal
werkuren per dag staan mij niet toe
met U contact te maken zoals U ver
dient. Maar wat U maakt, sterft niet.
U weet het niet, maar vaker dan U
denkt staan in Tong Tong bijdragen van
"adiks" die (soms al lang geleden)
overleden zijn. Hun woord leeft nóg, is
nóg mousserend en levend en schenkt
de levenden vreugde. En mocht Tong
Tong sterven, ons hele archief gaat
naar het Instituut voor Taal, Land en
Volkenkunde, waar het wel andere be
stemmingen vinden zal.
Ook tijdens 't "toenggoe mati" kun
nen zaden geplant worden die vér na
ons vruchten zullen dragen.
Pak altijd weer die pen. En schrijf!
Keep going!
PASTOOR VEBRAAK EN
DOMINEE THENU
Als vroeger ten tijde van de krijg het
Atjehtrammetje ergens stopte, dan was
het niet verstandig om uit een der
raampjes te gaan hangen. Je liep kans
van een Atjeher een haal te krijgen
met een peudhang of een prik met een
naaldscherpe rentjeung om maar te
zwijgen van de prachtige schietschijf
die men bood.
Het was pastoor Verbraak opgevallen
dat dominee Thenu met wie hij eens
samen reisde, steeds naar de W.C.
ging tijdens een stop.
"Waarom doe je dat toch dominee?
"Ach pastoor, ik heb verantwoorde
lijkheid. Ik heb frou en keend. U bent
niet getrouwd. U hebt er nog geen
kaas van geproefd. G. H. Bartman
REÜNIE KNIL PARE-PARE
Het ligt in het voornemen om een ré-
unie te houden van degenen die in de
periode 1946-1950 gediend hebben bij
het 50e Bataljon Infanterie te Paré-Paré
en de daaronder ressorterende onder
delen te Tjipagalung, Pinrang, Rapang
en Madjene.
De oud-KNIL'ers die deze réunie mee
willen maken worden verzocht zich
vóór 1 maart a.s. op te geven bij één
der ondervolgende adressen:
W. L. Th. Halkema, Schrijverslaantje
11, Gorinchem, tel. 01830-45 47.
G. van Nistelrooy, Torenstraat 100,
's-Gravenhage, tel. 070- 11 31 22.
9