Krontjong Een manifestatie van typisch indonesische muziek Overgenomen uit The Djakarta Times van 2 aug. 1967 Kort geleden werd een concertavond gegeven door de Stichting voor Indo nesische Kunst en Cultuur in het ge bouw van het Departement van Mijn bouw aan de Djalan Menteng Raya 3. Het programma omvatte een lezing en een krontjong concert door Briga dier-Generaal Rudy Pirngadie en zijn „Tetap Segar" orkest. Onder traditionele krontjong ver staan we een populair soort Indonesi sche muziek met een langzaam ritme. Dit is volksmuziek, daar het afkom stig is van het gewone volk. De zachte en melancholieke melodie van de krontjong komt voort uit droefheid en de ellende van het arme volk. De eenvoudigste vorm van een krontjong orkest bestaat uit twee of drie spelers die om hun brood te ver dienen, zingende van de ene plaats naar de andere trekken. Deze vorm ontwikkelde zich later tot een groter orkest bestaande uit zes leden die als basis instrument guitaar, ukelele, ban jo, viool, cello en bas bespelen. Elk van deze instrumenten vertegenwoor digen een Javaans muziekinstrument. De guitaar vertegenwoordigt de „si- ter ketjapi" (Indonesische citer), de ukelele en banjo een soort lichte drum, de viool de Javaanse „rebab" (een tweesnarige viool), de cello de „ken- dang" (een kleine drumbas) en de bas de Javaanse „gong". Brigadier-Generaal Rudy Pirngadie is degene, die een gemoderniseerde krontjong melodie heeft geïntrodu ceerd, genaamd de krontjong-beat, het geen Indonesische muziek is, geba seerd op het krontjong ritme, maar met gebruik van moderne muziekinstrumen ten en muziektheorieën. Deze kront jong-beat is geschikt om zowel Wes terse als Indonesische liederen of me lodie te begeleiden. Opgericht in 1964 en rechtspersoon verkregen hebbend op 11 mei 1965, telt het „Tetap Segar" orkest thans onge veer 40 leden waaronder twaalf violis ten en negen zangers. Eddy Braseros, de jongste violist van deze groep, is een 22-jarige Phi- lippino. Hij sloot zich twee jaar gele den bij het orkest aan en heeft een grote stap voorwaarts gedaan bij het maken van zijn loopbaan. Behalve de basis instrumenten heeft dit orkest ook een trombone, trompet, clarinet, harp en vibrafoon, welke in strumenten aan de traditionele kront jong onbekend waren. Eenmaal per week maakt dit orkest een grammofoonplaat en geeft iedere week een uitvoering waaivan een bandopname wordt gemaakt. Intussen is „Tetap Segar" bezig met de voorbe reiding van nieuwe'grammofoonplaten over verschillende onderwetoen zoals In de reeks van artikelen die Tong-Tong wijdt aan krontjong kan o.i. bijgaand artikel niet ont breken, dat wij vertalen uit „The Djakarta Times". Hieruit lezen we dat onze „voorbije" krontjong nog steeds een bron van inspira tie en nieuwe vormgeving vormt ook voor de nieuwste muzikale opvattingen. Generaal Pirngadie is voor Tong-Tong geen onbe kende (noch wij voor hem) en we wensen hem veel succes toe bij zijn werk. In het bijzonder zijn wij hem erkentelijk voor de naam van zijn muziekgroep: „Tetap segar". Krontjong is wérkelijk niet melancholisch al leen, maar betoél: „Altijd fris" dus onsterfelijk). steden, rivieren, de maan, meisjes, liefde etc. Sajekti bereidt haar gram mofoonplaat voor over de voornaamste rivieren in Indonesië genaamd „Down the Riversides", Upit Sarimanah, de bekende Soendanese zangeres is bijna gereed met haar plaat over verschil lende steden in Indonesië, genaamd „From Djakarta to Ambon", en Isnarti is bezig met een plaat over een lief desgeschiedenis, genaamd „The Story of Love". Rivani, Darmanto en Sujudi zijn bezig met de laatste opnamen voor platen resp. genaamd „Rindu" (smachtend verlangen) „Bintang Bin- tang dari Indonesia" (de sterren van Indonesië) en „Bulan dari Indonesia (De maan van Indonesië). Verder is Koes Hendratmo, een ta lentvolle jonge zanger uit Jogjakarta, bezig met zijn plaat over meisjes ge heten „Gadis Gadis Impianku" (Meis jes van mijn dromen), terwijl Prana- djaja met zijn diepe stem bijna klaar is met zijn plaat van enige Japanse lie deren genaamd „Irama Krontjong di negeri Sakura" (Krontjong-beat in Sa- kura Land), daar hij gedurende vijf jaar in Japan zangles heeft gehad. Dit krantenbericht heeft enige tijd in onze kennissenkring gerouleerd en nogal wat deining veroorzaakt op twee punten: 1. krontjong is NIET Indone sisch, maar „van ons"; 2. „Beat" (en trouwens elke andere muziekinvloed) VLOEKT bij krontjong en moet ernstig veroordeeld worden. 1. Wat is „van ons"? Verreweg de meeste liefhebbers van krontjongmu- ziek hebben een schromelijk tekort aan objectieve historische feitenkennis. En zelfs bij kennisname van historische feiten kiest men uit, wat men het liefst prefereert en beschouwt andere ele menten als bijkomstig of alleen van ondergeschikte zijdelingse invloed. Am- bonnezen b.v. kunnen met het volste recht een belangrijk brok Ambonse cultuur (zowel sociologisch als muzi kaal) in de krontjong beschouwen als maatgevend. Als we alleen maar den ken aan het feit dat het de Ambonse „arombai's" (prauwen) waren die op de Bataviase grachten musiceerden bij maanlicht en Portugees-Ambonse In do's domineerden in de muziekgezel schappen, kunnen we hiervoor wel be grip opbrengen. Aan de andere kant is b.v. het instrument alleen al beslist van Portugese afkomst, immers ook voor komend bij diverse Iberische en Z. Amerikaanse volken. Schardijn b.v. schaart zich aan de zijde van de his torici die overtuigd zijn dat krontjong afkomstig is van de kleine 5-snarige guitaar die „charango" heet. Ook is het dominerende specifieke melancho lische element in krontjong ongetwij feld identiek met de Purtugese „sau- dade". En tenslotte zijn ettelijke Indo nesische (lees: Maleise) invloeden, b.v. de pantoen-opzet van vele liede ren, ook onafwijsbaar. Als we de kron tjong echter zien als levende muziek, dan is zij even weinig „in-stukken-hak- baar" als welke Indo ook, die desge wenst indeelbaar zou kunnen zijn bij Europeanen, Indonesiëers of Chinezen, maar bij geen van alle 100% hoort, omdat hij immers alleen maar 100% Indo kan zijn 2. Ongetwijfeld heeft ook de Beat positief eigen karakteristieken, die op andere wijze muzikaal geïnterpreteerd kunnen worden. André Previn en Kos- tellanetz hebben beatmuziek voor vol ledige orchestraties gebracht in „klas sieke stijl". Enige tijd terug in „House of Lords" in Den Haag presenteerde het orkestje in het bijzonder goed ver zorgde repertoire ook „Bengawan So lo," kennelijk als aparte hormat voor ons bruine Indische gezelschap. Wer kelijk goede muziek kan geen eigen dom zijn van een groep of een stijl en dus belemmerd worden in zijn natuur lijke groei. Laat ons niet twisten over histori sche oorsprong of cultureel „bezit". Krontjong LEEFT INDISCHE WIJSHEID Haagse ambtenaar. Een bezoeker kwam de kamer van 'n P.B.O. ambtenaar binnen en zei: „Er zijn hier ook veel vliegen," „Ja," antwoordde hij, „zeven en veer tig". De Telegraaf. Haagse ambtenaar. „O, en weet u, waarom een ambte naar De Telegraaf 's morgens leest? Dan kan hij 's middags uit het raam kijken." De Telegraaf.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1968 | | pagina 5