mm i it De Overgave van Dipa-Negara lo «e1 - m ,._-i door: Dr. H. J. de Graaf De Overgave van Pangeran Dipa Negara naar de weergave van Nicolaas Pieneman. Een belangrijk twistpunt tussen hen, die zich met pangéran Dipa-Negara's boeiende loopbaan hebben bezig gehouden, is zijn z.g. overgave. Heeft hij werkelijk gecapituleerd of is hij op bevel van zijn tegenstander, generaal de Koek, wederrechtelijk gearresteerd en weggevoerd? Hierbij stelt men zich op het standpunt, dat de grote rebel naar het Neder landse hoofdkwartier te Magelang is gekomen, ten einde over de beëindiging der bijkans vijf jaren lang slepende oorlog te onderhandelen, en dat hij, toen zijn voorwaarden de Koek niet aanstonden, niet weer vrij mocht heengaan om de strijd te hervatten, doch kortweg is gevangen genomen, in een rijtuig gezet en op transport naar Batavia gesteld, vanwaar hij zijn eerste ballingsoord, Menado, zou bereiken. Gewoonlijk wordt hierbij uit het oog, verloren, dat aan zijn komst te Mage lang een en ander is vooraf gegaan. Wat heeft n.l. Dipa-Negara bewogen zich daarheen te begeven? Vooreerst zijn wanhopige toestand omstreeks de jaarwisseling 1829-30. Zijn voornaamste aanhangers hadden hem verlaten of stonden op het punt dit te doen, n.l. de jonge, vermetele Sentot, zijn geestelijke raadsman Kjai Madja en zelfs raden adipati Danu- Redja, door de Koek in een zijner brie ven spottend zijn ministers van oorlog, eredienst en binnen- en buitenlandse zaken genoemd. Slechts weinige aan zienlijken waren hem trouw gebleven, Deze maand is het 138 jaren geleden dat een eind kwam aan de Java Oorlog 1823- 1830waarvan wij het eerste leerden in de Indische geschiedenis hoekjes van de lagere school. Uit die boekjes herinneren wij ons nog steeds het portret van de grote opstandleider Dipa Negara en van één zijner geduchte vechtjassen Sentot. Van het einde dezer oorlog met de gevangenneming van Dipa Negara bestaan in Nederland twee grote schilderijen en daarom hebben wij onze historische medewerker Dr. H. ie Graaf uitgenodigd hierover wat meer te schrijven voor ons blad. en dezen waren tot onderhandelen ge negen. In zijn onmiddellijke omgeving bevonden zich nog slechts 450 pra- djoerits. Arm, berooid en hongerig zwierf dit troepje door de bossen en leed gebrek. Slechts de regentijd ver hinderde een intensieve vervolging door de koloniale troepen. Daar de oorlog kostbaar was en de inlandse hulpbenden naar huis verlangden, werd ook van Nederlandse zijde onders hands gepoogd de rebel tot onder handelen te bewegen. Dit had ten slotte succes. Door af gezanten liet Dipa-Negara weten tot een bespreking bereid te zijn. Daarbij schijnt hij te hebben laten doorsche meren de strijd wel te willen staken, mits hem en zijn pradjoerits levenson derhoud in de toekomst gegarandeerd werd b.v. door toekenning van lande rijen. Hij heeft dit echter niet nadruk kelijk gezegd. Kolonel Cleerens, met wie Dipa-Negara bij afwezigheid van generaal de Koek onderhandelde, kreeg echter de stellige indruk, dat de grote rebel zich wilde onderwerpen. Hij was hierover zo verheugd, dat hij, om de onderhandelingen niet te laten afbre ken, pangéran Dipa-Negara bij zijn ge- usurpeerde sultanstitel noemde, het geen onjuist was, en hem vrije aftocht toezegde, als de onderhandelingen mochten mislukken. Hieraan was ech ter één voorwaarde verbenden, n.l. dat Dipa-Negara zijn troepen niet zou ver meerderen. Hieraan heeft de pangéran

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1968 | | pagina 5