zich al dadelijk niet gehouden. Toen hij met majoor Cleerens in gesprek was, was zijn troep reeds tot 700 man ge stegen, en bij zijn overgave werden 832 pieken en 87 geweren in beslag genomen van de Javanen, die hun heer tot voor het residentiehuis van Magelang hadden vergezeld, dus in totaal 919 wapenen. In zijn legerplaats te Matésih zullen er echter nog wel meer geweest zijn. Zo overtrad Dipa- Negara reeds dadelijk de bepalingen van de overeenkomst, wat uiteraard Cleerens van de belofte om de rebel eventueel vrije aftocht te verlenen, ont sloeg. Ook weigerde deze, op Cleerens' verzoek, zijn voorwaarden op schrift te stellen, zich verbergende achter al lerlei uitvluchten. Toch was Cleerens ervan overtuigd, dat Dipa-Negara wilde capituleren, en de Koek zou hier even min aan twijfelen. Deze kwam op 28 febr. 1830 in Ma gelang terug, nadat hij de nieuwe G.G. Van den Bosch te Batavia was wezen begroeten. Van onderhandelen kon toch echter geen sprake zijn, omdat intussen de Vastenmaand was begon nen in welke een vrome Moslim als Dipa-Negara zich niet met staatszaken bezig mocht houden. Wel was hij be reid, generaal de Koek een beleefd heidsbezoek te brengen. Dit vond plaats op 8 maart 1830. Op die dag schreef de Koek naar Batavia, dat Dipa-Negara zich feitelijk had overge geven, doch over zijn wensen, voor waarden of verlangens was nog niets bekend. De Koek had hem toen reeds kun nen arresteren, doch liet dit na ten einde de zaken zo vlot mogelijk en liefst zonder schokkende gebeurtenis sen af te wikkelen. Van een plotselinge arrestatie vreesde de generaal moei lijkheden of ongeregeldheden. Intussen liet hij gouden bruggen bouwen, ten DE STRIJDER, KSATRYA Mijn volgelingen worden bevreesd en huiverend en verwijtend vragen zij: ,,ls dit Ardjuna, de onversaagde held, de schone strijder uit het roemruchtig geslacht der Pandawa's?" ,,ls dit Prins Ardjoena, de lieveling der vrouwen, de gunsteling der goden?" Raden Mas Notosoeroto. einde Dipa-Negara's verblijf in Mage lang zo aangenaam mogelijk en de overgave aantrekkelijk te maken. Wel werden de muiteling op zijn onbe schaamd verzoek 10.000 aan geld en laken, om zijn pradjoerits te kleden, geweigerd, doch voor het onderhoud van hem zelf en de zijnen werd be hoorlijk gezorgd. Er waren pondoks ge bouwd voor hun onderdak en geld werd verstrekt voor hun dagelijks on derhoud. In de nu volgende weken tot het einde van de poewasa op 27 maart, vervolgden de Nederlanders de pangé- ran met attenties: hij kreeg een mooie, donkere schimmel, nog eens twee paarden en f 5000 voor zijn volk. Zijn gevangen genomen familieleden, oud ste zoon, dochter en moeder, vrouwen en verdere kinderen mochten naar Ma gelang overkomen en kregen laken om zich te kleden. Bij het einde der vasten volgde weer een geschenk in geld. Bovendien leek de persoonlijke ver houding allerhartelijkst. Twee tot drie malen 's weeks bezocht de resident van Magelang het verblijf van de mui teling, die zijn bezoeker daarbij in het laag-Javaans toesprak. Ook de Koek ontmoette hij enige malen, één keer 's morgens vroeg, waarbij Dipa-Negara met gevolg te paard reed en de gene raal in slaapbroek en kebaja een och tendwandeling maakte. Het toen ge voerde gesprek zou volgens Dipa-Ne- gara's mémoires zelfs een wat piquant karakter gedragen hebben. Onderwijl werd er heimelijk bij Dipa-Negara op aangedrongen, zijn eisen vooral te ma tigen. Doch al deze vriendelijkheden, al de ze goede raadgevingen waren ver geefs, ofschoon Dipa-Negara toch bij zijn eerste gesprek met de Koek een ernstige waarschuwing ontving. Hij werd toen n.l. niet meer met Sultan aangesproken, zoals Cleerens gedaan had, doch doodgewoon met pangéran. Dit had hem er op moeten wijzen, dat het Gouvernement zeker niet zou in gaan op een eis van Dipa-Negara, om hem als sultan te erkennen. Toch heb ben het betere leven, zijn herstelde ge zondheidstoestand, de hem door de Koek bewezen gunsten zijn zelfvertrou wen versterkt, ja zelfs overspannen. Zijn mémoires, de Babad Dipa-Negara, bewijzen dit. Hoe kon hij met de pan- géranstitel genoegen nemen, als hij zelf reeds zijn zoon pangéran Dipa- Negara had genoemd? Een oud aan hanger van hem, die naderhand rijks bestuurder van Djokja-Karta is gewor den, verzekerde vele jaren later dat Dipa-Negara te maloe was geweest, om de aanspraak op de sultanstitel te laten vallen. Hij moest zijn heldenrol tot het einde toe doorspelen, tot zijn ongeluk, én tot zijn eeuwige roem. Eindelijk was de Vastenmaand ten einde en de Koek liet Dipa-Negara aan zeggen, dat hij bereid was hem op 28 maart te ontvangen, ten einde zijn be doelingen te vernemen. Daar hij hier omtrent niets zekers wist, nam de ge neraal voorzorgsmaatregelen. Alle troe pen kwamen onder de wapenen, het geen zonder opzien kon gebeuren, daar het net zondag was, de dag van de parade. Te half acht verscheen de prins te paard, met enigen zijner kinderen, veel hoofden en honderd gewapende man- Reproduclie van het schilderij van Pieneman door Raden Sateh. 6

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1968 | | pagina 6