Visserslatijn uit de tropen Door: M. Soetjahjo INLEIDING. Schrijver logeerde eens bij een zeer gastvrije familie in Amsterdam en als tegenprestatie wilde hij een neefje van de gastheer een pleziertje doen. Er werd een stuk nylonsnoer gekocht, een loodje, een haakje, en de hengel was gereed. Maar, zoals bij jongetjes te doen gebruikelijk, hij kon niet wachten en was meteen naar één van de vele vijvers van het Vondelpark gestapt. Met een stuk brood kreeg hij onmiddel lijk beet en haalde een ondermaats visje op. Niet lang daarna had hij weer beet, maar deze keer een flinke uit brander van een politieagent. Heel gelukkig maar, (ook voor de logé), geen bekeuring, want het was een erg vriendelijke smeris, die er mee reke ning hield, dat het neefje ook nog "on dermaats" was. Jaren later kreeg Schr. het boekje van Vrijling over "Hengelsport" in han den en bij het lezen van het hoofdstuk: "Dit mag en dat mag niet!", kreeg hij rilling op rilling. Dus in zijn zalige on wetendheid heeft hij dat neefje, dat onschuldige joch tot allerhande wets overtredingen en/oftewel misdrijven aangezet en/oftewel is medeplichtig ge weest aan de misdrijven voornoemd. Bij deze eerste "hengelies" heeft neefje voornoemd dus velerlei artike len uit het Wetboek van Strafrecht met de bijbehorende Staatsbladen met voe ten getreden. Ten overvloede was verdachte op he terdaad betrapt, in het bezit zijnde van 'n opgetuigde hengel niet gedekt door een hengelbewijs of Visakte. Voorts werd het als bewezen geacht, dat ver dachte de kennelijke bedoeling had, te vissen in een water, niet behorende tot de vlotbare en bevaarbare wateren, zonder schriftelijke vergunning van de rechthebbende, goedgekeurd door de Kamer van Binnenvisserij. Als laatste wandaad, met voorbedachten rade een vis van zijn vrijheid beroven en hem niet weder loslaten, alhoewel verdach te voldoende redenen had om aan te nemen dat de vis voornoemd beneden de minimummaat was. Deze naargeestige gebeurtenis in een vreemd land, waarbij Schr. amper aan een veroordeling ontliep en mis schien zelfs aan een uitzetting als per sona non grata, heeft hem aanleiding gegeven, dit artikeltje te plegen. Te vens kan de Nederlandse hengelaar hierin in het kort vinden, wat hier mag en niet mag, waarbij Schr. gaarne de hoop uitspreekt dat menig Nederlandse collega hengelaar eens de gelegenheid zal hebben, hier zijn aas te mogen uit gooien. HENGELEN IN INDONESIë. A priori, om de spanning niet on nodig te verhogen, wat betreft restric ties voor hengelaars: "HIER MAG AL LES, EN NIETS MOET!" Natuurlijk mag men niet in iemands viskwekerij hengelen, net zo zeer als het gappen van andermans appels ver boden is. Wij willen hiermee alleen maar zeg gen, geen hengelbewijs, noch een gro te, middelmatige of kleine hengelakte. Gaat met Uw hengels (desnoods tien exemplaren) zo maar gewoon naar de waterkant, zoekt of koopt aas en U mag hengelen zoveel als U wilt, 24 uur van een etmaal, twaalf maanden van het jaar. Ook mag de hele vangst mee naar huis genomen worden, want ondermaatse visjes bestaan niet. Mocht een diender U aanspreken, dan is hij zeker ook hengelaar en doet U de stereotiepe vragen: "Heeft U veel gevangen?" "Wat voor aas gebruikt U?" Deze vragen kunt U even stereo tiep beantwoorden en verder hoeft U niets te vrezen. Mocht een verwoede hengelaar in Hol land door de strenge restricties en mis schien door enkele bekeuringen iets gefokt hebben, wat verdrongen com plexen benadert, dan kan Schr. als Bijzonder gaarne laten we hier een Indonesiër uit Indonesië aan het woord, een visser in hart en nieren en vissen kent geen ras of stand, geen politiek of geloof), die tijdens een kort verblijf in Holland één vis-ervaring had, maar vele vis-vrienden ontdekte, die bij nu via Tong Tong gaat vertellen van vis sen in Indonesië. Helaas is zijn eerste verhaal al direkt zó lang, dat wij het moeten hakken in drie moten, te verdelen over drie vol gende nummers (wat hengelaars alleen maar op prijs zullen stellen, dunkt ons!), maar wij hopen dat "Pah Tjahjo" aan het schrijven blijft, want uit zijn vriendelijke, vlotte pen waait ons de adem van Indonesië rechtstreeks toe. Blijf nog lang waaien, goede adem, en als het kan van nóg meer zijden! Motto: "Ikan ada radai, manusia ada akal"(Oud Indonesisch gezegde Zeer vrije vertaling van de schrijver: De vis heeft vinnen, wat de mens niet heeft, de mens heeft moett hebben, schr.) rede of vernuft (wat de vis niet moest hebben). De schrijver van dit artikel "in volledig vis serstenue" (vissen in de tropen is HELEMAAL vrij zijn!), op het punt zijn snoer uit te wer pen. Waarom spitst hij zijn lippen zo toe Misschien omdat hij nét het laatste woord van een "bezweringsformule" uitspreekt: "Tjoeh!" (Foto: Gebr. IMAM) zeer afdoend middel een tijdje vissen in Indonesië aanbevelen. Er is plaats genoeg, er is vis genoeg! Dit eilandenrijk met zijn meer dan drie duizend eilanden en eilandjes waarvan er één 22 maal zo groot is als Neder land moet toch wel een kuststrook hebben van tienduizenden mijlen. Daar bij de boorden van rivieren, die min stens even lang en breed zijn als Rijn en Maas (in hun geheel). Vergeet daarbij niet de duizenden vier kante mijlen zee-oppervlakte zowel binnen als buiten de territoriale wate ren. Gesteld, dat de hele bevolking, bestaande uit ruim 100 miljoen zielen, man, vrouw, grijsaard tot pasgeboren baby met een hengel in de hand ver spreid zou staan aan of op bedoelde Vlotbare en bevaarbare wateren, dan zou er zeker nog lang niet die samen scholing (vergeef ons het woord) ont staan, zoals Schr. dat meegemaakt heeft bij de opening van het seizoen bij de Bosbaan. Zelfs niet als die groep hengelaars op het titelplaatje van het boekje van Vrijling. Er zou zelfs nog genoeg plaats zijn voor menige Neder landse hengelaar, om een deel van de "fun" te genieten en naar wij hopen dé vis van zijn leven te vangen. Ter illustratie van de overvloedigheid van vissen, er zijn hier nog vele brood- of beter gezegd rijsthengelaars. Dat zijn geen hengelaars, die brood of rijst als aas gebruiken, maar zij, die met een paar handlijnen nog een aardig bordje rijst kunnen verdienen. Dus niet met een beug, maar met 'n paar dood gewone handlijnen. De beugvissers met hun 3-400 haken vervallen hier al in het "grootbedrijf" en komen vaak met kwintalen vis thuis. DE HENGEL (en verdere uitrusting). Wat de waarde van de hengeluitrus- 9

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1968 | | pagina 9