Visserslatijn uit de tropen (slot) door Dr. M. Soeijahjo De hengelaar hier leeft in het heden, maar beleeft de toekomst en vooral het verleden veel en veel intensiever. Om dit te begrijpen, laten we hem stap voor stap volgen. Het klaarmaken van zijn tuig is "toe komst" voor hem, want er is een hen- gelpartijtje in zicht. Het zichtbare van deze handeling is een vent die uren bezig is met touw tjes, haakjes en loodjes te peuteren, voor de huisgenoten om er soms ture luurs van te worden. Maar, hetgeen niet zichtbaar is, zou een spannende "thriller" in de schaduw stellen. Want het zijn wilde fantasiën en schone illu sies met als hoofdthema grote vissen, die opgehaald worden, manden en nog eens manden vol, de ene vis al groter en mooier dan de ander. Gevechten met zeemonsters worden er geleverd waar bij natuurlijk de hengelaar altijd wint, weet U nog wel dat onbeteke nende mannetje, dat daar zo zoet met zijn haakjes speelt? Deze meer dan levendige voorstellingen, die hem nu al in verrukking brengen worden te voorschijn geroepen, doordat hij met veel overleg een haakje vastmaakt of een Kunstaas zo smakelijk mogelijk op tuigt, tenminste zoals hij zich de smaak van een vis voorstelt. Daarom laat hij zich deze bezigheid noch door een liefhebbende echtgenote (hoe teerbe mind ook), noch door een ijverige be diende afnemen, want het is een be langrijk brok van zijn "stukje geluk". Hij doet het zelf, hoor! De tocht naar de hengelplaats is toekomst en heden bij elkaar. Of de tocht te voet is, op de fiets of in een slee, hetzij in zijn dooie eentje dan wel in gezelschap, het blijde vooruit zicht brengt hoop in het hart, waardoor de fantasiën nog levendiger worden. Toch maakt de bekoorlijke werkelijk heid zich langzamerhand van hem meester. In de ochtend de koele frisse wind, de harmonie van ochtendgeuren met nodige dissonanten hier en daar, de strakke rose hemel waartegen dé silhouette van een vermoeide "kalong" zich scherp afstekend langzaam voort- wiekt. Dan in de verte de lithanie van de bilal", die de gelovigen tot hun ochtendgebed oproept, die de henge laar ondervindt als een plechtige be kende melodie maar, waarvan hij zich, o zondaar niets van aantrekt. Toch zou het onheus zijn om te be weren, dat alle hengelaars zo profaan zijn. Er staan ons geen statistieken ter beschikking hierover, maar wij dur ven wel aan te nemen, dat minstens de helft van de hengelaars zijn gods- diensplichten volvoert alvorens ten strijde te trekken. Is het 's nachts op zee, een beetje griezelend, want 's nachts kan de zee er echt angstaanjagend uitzien, de gol ven lijken veel groter dan overdag en het bootje lijkt veel erger te schom melen. Is het anker gevallen en de lamp op zij van de boot gehangen, dan vergeet men alle angst, want het is zo boeiend om naar het gewriemel van zeediertjes en visjes onder het licht te kijken. Men kan er uren naar turen zonder zich te vervelen. Komen op een gegeven ogenblik de inktvissen te voorschijn, dan kan men ze zo opscheppen, om als aas te dienen of mee naar huis te nemen voor eigen consumptie. Het aantrekken en verzamelen van vis door kunstlicht heet met een geleerd woord "fototaxis". Dit werkt nog doel matiger en sneller dan de voerplaats en is heel gemakkelijk in zijn toepas sing. Een gewone stormking is schit terend bruikbaar. Wie wat meer over deze "fototaxis" wil weten, hoeft niet zo ver te zoeken. In Utrecht wordt in het Laboratorium van vergelijkende Physiologie door de heer Verheyen veel researchwerk hierover verricht. Dus het heden wordt ook genoten, meestal in veel bescheidener kwaliteit en kwantiteit dan de fantasiën in het "voorspel". Toch kan het genot een top bereiken, als "de vissen zich ver dringen". Wordt er overdag gehengeld, dan zijn Dit is het derde en laatste deel van 1 1 het lange verhaal van dr. Soetjahjo 1 over vissen in Indonesië. Dr. Soetjahjo heeft natuurlijk veel meer interessen in i zijn leven en we hopen dat hij nog 1 J vaker over allerlei onderwerpen schrij- 1 s ven zal. After all zit hij nog steeds in 1 "ons" tropische vaderland en via zijn 1 brieven krijgen we dan copy uit de 1 eerste hand. En nu maar uitkijken! het bepaalde plaatsen, die bekend staan om hun visrijkdom waarheen men zich begeeft. Van een elkaar ver dringen is dan nog lang geen sprake, want meestal liggen de bootjes op minstens 100 M. van elkaar verwijderd en vaak meer. Ligt er een groepje bo ten dicht bij elkaar, dan doen ze dat voor de gezelligheid en er klinken dan over en weer allerlei kwinkslagen, die helaas niet altijd gedrukt kunnen wor den, vooral juist de geestigste, zodat van een of ander citaat hier maar af gezien wordt. Is de tijd bijna om en de vangst nog te klein geacht, dan valt men terug op plaatsen, waar men "zonder nieten" kan hengelen om niet helemaal met lege handen thuis te komen. Dit zijn meestal koraalplaten, die een opper vlak hebben van ettelijke vierkante ki lometers, dus ook hier genoeg plaats voor iedereen. Een waardig en batig slot voor een hengelaar waarbij het plaatsen van het aas en het uitgooien van de hengel langer duurt dan het Wie vist voor de rede van Pasuruan, zal regelmatig deze majangprauwen met volle zeilen zien aanko men. Zijn aandacht op de merkwaardige voorsteven gericht, vraagt dr. Soetjah jo zich af: "Zou hier ooit eens een Vikinger ver dwaald zijn geweest Foto GeEr. IMAM) 5

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1968 | | pagina 5