Geloof
van tijd en ruimte brieven van tijd en ruimtebrieven van tijd
Al dat gebazel over "God is dood" is
volgens mij niets anders dan dat wijzelf van
binnen dood zijn. Dat geloof, of welk geloof
ooi, heeft niet gefaald, WIJ ZELF FALEN,
we kunnen niet "live up to it"het is niet
haalbaarwe kunnen het niet naleven. Gevolg
is dat iedereen nu maar alles laat waaien,
geloof, oude waarden die de maatschappij
overeind houden, druk met sex..Mijn hemel,
waar gaat het met die Westerse beschaving
naar toe, behalve tot verstikking van alles
wat eens natuurlijk was? Ik ben helemaal niet
kerks, maar religieus, ik geloof vast dat me
nig dominee bij mij in de schaduw zou staan.
Je moet jezelf als mens alleen niet te belang
rijk vinden. God is er niet alleen voor ons,
maar voor de hele natuur, en wat zijn wij
daar nu in, niets meer dan een roofdier of
nog erger. Maar om nu te zeggen: ik heb
gefaald, daarom bestaat God niet, neen!
R.C.A.
Eigenlijk is al dat God-is-dood"-gedoe al
leen maar een nieuw geloof in een primitief
stadium: heidenen bekeren of vernietigen, an
dere geloven belachelijk maken of "ontzenu
wen"discriminerend oordelen, zich als een
kanker in gelovige maatschappijen indringen
en ze vernietigen zonder wérkelijk een nieuw
heil te brengen. E.W.
Ook uit andere brieven over dit on
derwerp (we hebben er tientallen ont
vangen) blijkt dat "God is dood" een
facet is van de moderne westerse be
schaving, waar de Indischman zich
ernstig door verstoord voelt. We heb
ben er twee uitgepikt, die gedachten
uitspreken die wij vrij algemeen bij
anderen terugvonden: 1. Zij die gelo
ven dat God dood is, hebben eigenlijk
geen kans te zien hun ontwikkeling "in
te passen" in hun geloof, 2. "God is
dood" is alleen maar hard en onver
draagzaam. In de bespreking van bei
de brieven zullen vele lezers hun eigen
gedachten over dit onderwerp ook te
rug vinden. Ik schrijf "met mijn lezers
mee".
Inderdaad hoort het geloof (elk ge
loof) zowel met mensen als met be
schavingen mee te groeien. Ons be
wustzijn verruimt zich, wij verwerven
steeds meer kennis, maar (om een
oude geloofswaarheid te citeren)
"Godzelf verandert niet", omdat Hij
immers "onmetelijk" is, m.a.w. alle ge
dachten omvatten kan, hóe zij zich ook
uitbreiden. Veel mensen zijn in hun
geloof aan het wankelen gebracht om
dat hun "Godsbegrip" niet mee ge
groeid is: alle nieuwe denkbeelden
"passen er niet meer in", God is
"steeds kleiner geworden" en op het
laatst maar afgeschaft.
Eigenlijk is de groei van onze "ont
wrichting" heel ongemerkt gegaan.
Toen we heel klein waren geloofden
we in God als in een soort Oude Man
ergens boven in de hemel, met een
lange baard en zo. Zoals we misschien
wel afgebeeld zagen in illustraties in
boeken voor kleine kinderen. Of in
symbolische voorstellingen voor vol
wassenen. Ach, we waren pas vijf,
zes jaar. Véél kon er in dit kleine nog
maar net wakker wordende hoofdje
tóch niet.
Naarmate we ouder werden groeide
ons wereldbesef en daarmee ook ons
Godsbesef, dat we b.v. "uitgebreider"
leerden kennen door godsdienstlessen
op school of in de kerk. Of van ge
lovige ouders en familieleden. Wie tij
dens deze groei omging met wérkelijk
gelovige mensen, bofte. De groei ging
geleidelijk en bleef zuiver: kennis van
de bijbel of van "dagelijkse dingen
óók van God uit bezien" groeide "in
gepast" met de toenemende "wereld
kennis" mee.
Maar deze groei werd steeds moei
lijker. Ook al door de techniek van
het leren, waarbij we geloof meer en
meer gingen "leren" als les naast
rekenlessen, taallessen, aardrijkskun
delessen, enz. compleet met uit het
hoofd leren en opzeggen erbij. Hier
gingen we ongemerkt al op de ver
keerde weg omdat dit geloven "gera
tionaliseerd" werd en tot overmaat van
ramp "bijvak" was, waarbij we gerust
nullen konden halen, maar nochtans
slagen als succesvol en voorbeeldig
"mens".
In deze periode ging het geloof min
der en minder het algemene leven
"dekken". Ging er op het laatst hele
maal naast staan: we leerden b.v. nog
steeds plichtsgetrouw het scheppings
verhaal uit Genesis, maar de Darwi
nistische beschouwing van het leven
was after all de "enige juiste" en bij
het nóg ouder worden werd het ver
haal van Adam en Eva doodgewoon
een sprookje, een farce. Werd ver
wezen naar de "onjuiste historische
voorstellingen". De Idee "Scheppen"
(onafhankelijk van tijd en ruimte, van
meetbaarheid en "wetten van oorzaak
en gevolg") raakten we kwijt. En zo
raakten we met al die andere vakken
steeds meer en meer kwijt van de
samenhang tussen het (vaak symboli
sche) Godsverhaal IN ALLE GODS
DIENSTEN en het meetbare leven op
aarde. Via doodgewoon rekenen
(sommen moeten uitkomen of niet,
zijn dus "goed" of "fout" en "DUS"
is leven ook te verdelen in meetbare
goedheden of foutheden), biologie,
cosmografie, integraalrekening, meta
fysica, astronomie, nucleaire weten
schappen, enz. enz. nam onze kennis
van meetbaarheden ontzaglijk toe. En
verloren we meer en meer de "On
meetbaarheid Gods", dus de Ziel van
elk leven, dat op het laatst totaal on
bezield was, zielloos: God stierf meer
en meer en is nu "helemaal dood". En
de wereld dient maar gelukzaliger te
leven op wetenschap en techniek, die
wij immers heten te "beheersen".
We hebben onze tot enorme propor
ties uitgegroeide hersenpan niet meer
kunnen wringen in de klein gebleven
Godsvoorstelling. God is, zoals R.C.A.
zegt, "niet meer haalbaar".
Ongemerkt is de Boom der Kennis
in ons kinderparadijs uitgegroeid tot
een waringin als een atoomwolk en
wij eten ongelimiteerd zijn vruchten,
die we op een vernuftige manier in
aangenaam accoord gebracht hebben
met de "paradijsvloek" van het "in het
zweet ons aansch'ijns" arbeiden. Bo-
leh bilang tevreden met goedbetaalde
arbeid en sociale zorg, betaalde va-
canties, enz. En het paradijs (inclusief
God) is niet meer nodig...???
Merkwaardig is dat ieder mens met
een normale dosis intelligentie en mo
raal, hoe knap ook, de Bijbel nog
steeds kan lezen en God ervaren niet
als een buiten, maar in het leven vige
rende topwaarde; zich helemaal niet
achterlijk of "uit de tijd" of onzakelijk
vindt. Dat laatste zou een vloekend
adjectief zijn als het begrip niet ge
dragen werd door een kalm inzicht
dat ook alle "logica" alleen maar
"Gods-aspect" is, "penninkske van de
weduwe", beperkte meetbaarheid,
geen nevenwaarde.
Het is ongeveer hetzelfde om in de
ze tijd van muziekontwikkelingen en
ontaardingen nog steeds rustig te kun
nen luisteren naar een Palestrina of
een Bach, de noten en composities
vergetend, zich gedragen voelend door
'n soort openbaring. Want inderdaad:
waar God zich zuiver openbaart, ver
oudert niets. Zo kan dus ook een
astronoom, een physicus, een wiskun
dige, met het volle behoud van "de
macht van zijn schedelpan" eenvoudig
gelovig zijn.
Gelovig als Christen, Moslem of
welk ander geloof ook, zonder de min
ste behoefte te voelen zich superieur
of uitverkoren te voelen, maar mede-
belever van Tijd en Ruimte, die samen
doodgewoon twee andere woorden zijn
voor "God". Een merkwaardige ziels
toestand (is het niet vreemd dat ook
het woord "ziel" meer en meer ver
dwijnt?), waarin men zich rijk en groot
voelt en toch nietig. Maar de nietig
heid van het ontzaglijke vermogen van
het atoom. Hier komen wij echter he
laas al op een gebied waar geen
God-is-dood-mens ons volgen kan.
En komen wij tot een enigszins te
leurstellend inzicht dat God en God-
is-dood niet "aan elkaar te lijmen zijn",
zich bewegen in twee andere werel
den, waarvan alleen de ene de andere
omvatten kan en in rust blijven, maar
de andere God niet kan "opnemen"
en Hem dus verstoot. Voor een mens
die gelooft, is het een "klein kunstje"
om zijn God zonder enige strijd of
verwarring overal in terug te vinden.
Ook in de Brieven van Tijd en Ruimte,
al heten die "onchristelijk", ook in het
Pa-Kua teken der "goddeloze" Chine
zen: de achthoek met gebroken en
9