oeken
Radio
BOLLAND
VOETSTAPPEN IN 'N ANDERE WERELD
Vervolg van pag. 10
Hier in deze kali, wordt er verteld,
heeft menig wanhopige melaatse zijn
levenseinde gevonden. En dan hoor ik
een jongetje, zittend op zijn karbouw,
in de stille bloedrode avondschemer
het liedje neurieën, dat begint met de
ze woorden: "Air mata mengalir di
Tjisadané" (Tranen vloeien er in de
Tjisadané). Ja, ook mijn tranen vloeiden
toen ik stond voor de lijkbaar van mijn
eigen misdienaar, die, na een heftige
ruzie met zijn zus en omdat hij niet
naar huis mocht, de hand aan zichzelf
geslagen had. Air mata mengalir di
Tjisadané. En die tranen kunt U dro
gen, geachte lezers en lezeressen, en
wegwissen van de mismaakte gezich
ten van mijn melaatsen. Ik weet, dat er
onder U zijn, die veel ,zo niet alles
verloren hebben in Indonesië. Maar
Holland heeft U weer volledig opgeno
men, niet waar, en ofschoon niet rijk,
lijdt U hier toch geen gebrek. U kunt
zeker iets missen voor Uw landge
noten in mijn Opvangcentrum, die niet
zo gelukkig zijn.
Stuurt dan Uw gift, hoe klein ook,
per postwissel of per giro naar de
Zeereerwaarde Pater L. van der Drift,
Graafseweg 7, Nijmegen (giro 828228
St. Claverbond; tel. 08800-23400) met
deze vermelding: Voor de melaatsen
van Pastoor WIM Kr. van EEDEN
Stationsweg 143
tel. 070 - 60.17.03
Stationsweg 77
tel. 070- 60.15.12
DEN HAAG
Herenstraat 157
tel. 070 - 86.32.01
VOORBURG
Nieuwe L.P.: Goy Pareira op gitaar,
Indische liedjes prijs: 11,90.
Binnenkort Nieuwe L.P. Hr. Valk
Speciale aanbieding: 3 singles voor
2,50. L.P.'s vanaf 5,95
Wegens vacantie geen correspon
dentie.
GEVRAAGD
door Mr. Moh. Rum, p/a Indonesische
ambassade, Tobias Asserlaan,
Den Haag.
Het fiasco van Romme door F. W.
Michels en J. W. E. Riemens uit
gegeven door C. Hafkamp,
Amsterdam 1949.
AANGEBODEN
door Mevr. J. Weintré, Warninckhof 6,
Zutphen.
"Cultureel Indië" 7e Jaargang 1945
(ingebonden).
Wij hadden onze kamers in elkaar lo
pend, mijn zuster en ik. Zij achter, en
ik aan de voorkant van 't huis.
Ik was de slaapwandelaarster, in de
familie, maar niemand lette er meer
op. Ze waren er aan gewend, dat ik
's-nachts meermalen door 't huis dren
telde. Wel sloot mijn moeder de deu
ren naar buiten af, om de sleutels op
een plek neer te leggen, die ik niet
kende. Er op vertrouwend, dat ik de
ramen niet uit zou klimmen.
Op een nacht droomde ik; ik dacht
dat ik droomde. Dat er iemand buiten
aan 't raam stond, die mij dwong, 't
te openen. Ik kon me niet verzetten
tegen die dwang, hoewel ik 't probeer
de. En zó bang werd ik, dat ik niet
kon blijven staan, zodat ik me op mijn
knieën moest laten zakken, ,om naar 't
raam te kruipen.
Daar kwam ik tot me zelf, badende in
't zweet; door mijn zuster die naast
me stond en haar hand op mijn schou
der legde.
Wie haar wakker had gemaakt, of wat,
dat wisten we niet. Wij sloten altijd de
tussendeur, omdat zij eerder ging sla
pen, terwijl ik nog wel eens een plaatje
draaide. Waarschijnlijk hoorde ze roe
pen of stommelen, in elk geval kwam
ze naar mijn kamer en zag me liggen
op de vloer voor 't raam. Natuurlijk
dacht ze dat ik weer eens in een nacht
merrie lag. Ze hielp me overeind en
kwam in bed naast me liggen, omdat
ik vertelde, dat er iets was geweest,
dat me vreselijk bang had gemaakt.
Van andere nachtelijke escapades her
innerde ik me nooit iets.
De volgende morgen wilde ik niet als
gewoonlijk de ramen op de windhaken
zetten. Van allebei de ramen zag ik,
TE VERKRIJGEN BIJ TONG TONG
Staatkundig beleid en bestuurszorg in
Ned. Indië (2 dln) 20,—
door: A. de Kat Angelino
Kun je nog zingen, zing dan mee I
4,uitg. 1906.
Zoo zingt Holland Liederenbundel
voor den Nederlandschen volkszang
uitg. 1916.
dat die verbogen waren tot grote haar
spelden. Grote voetstappen hadden de
melatti's onder 't raam helemaal plat
getrapt en gekneust.
Waart er een engel om ons heen? Ik
ben overtuigd, van wel.
Eens lag ik weken lang met een ge
mene kaakontsteking in 't Darmo-zie-
kenhuis. Ofschoon ik twee operaties
had ondergaan, viel nog niet de minste
verbetering waar te nemen.
De pijnen die ik leed, waren haast on
dragelijk. Dertig jaar geleden beschik
ten we nog niet over de medicijnen,
waarbij we nu in dergelijke gevallen
misschien dadelijk baat hadden gevon
den.
Geslapen had ik niet meer, sedert de
dag, dat de ziekte begon. Als op een
nacht, de verpleegster me had ver
zorgd en 't gebruikelijke spuitje had
gegeven om tenminste een beetje uit
te kunnen rusten, smeekte ik wanho
pig:
"Lieve Heertje, laat me toch één nacht
je eens goed slapen, ik ben zó moe".
Dan gleed ik weg in mijn doezel.
En toen voelde ik ze, ik voelde ze
niet alleen, ik zag twee handen, mooie
slanke handen die zich om mijn slapen
legden en zachtjes hoorde ik een stem
aan mijn oren: Ga zó maar liggen, dan
kan je slapen".
Ik sliep heerlijk, de hele lange nacht
en vanaf dat ogenblik voelde ik, dat ik
beter werd, langzaam maar zeker,
't Geluid van brekend glas doet me
pijn. Vooral als 't komt van een voor
werp, waar ik veel waarde aan hecht.
Ik ben dol op mooi glaswerk. Toch ga
ik nooit overdreven voorzichtig om met
mijn breekbare lievelingen. Ik maak
zelden ongelukken en dat is in de fa
milie al zó bekend, dat, als ze horen,
dat ik iets laat vallen, ze zeggen: "O,
't is mamma maar; niets gebeurd".
Laatst liet ik een mooie vaas uit mijn
handen glippen. Met een klap in de
gootsteen. Ik sloot mijn ogen, daar kon
geen stukje van heel blijven.
Geen schilfertje ontbrak er aan en ik
betrapte me er op, dat ik uit de vol
heid van mijn hart uit riep:
"Ik dank u, goede Genius".
PLANTERSVROUW
15