NEBUKADNEZAR IN JOHANNESBURG I Jos. van Arcken j In de dagen vóór de oorlog waren de meningen der Europeanen in Indië over het inheemse nationalisme vaak verdeeld. Sommige progressieven overschatten de "Inlandse beweging" tot in het onzinnige; anderen, meer conservatief, beschouwden al dat na tionalistische gedoe louter als klink klare onzin. Hoe zou de eenvoudige desaman iets kunnen snappen van dergelijke Europese zaken als demo cratie, zelfbeschikking, nationalisme enz. Als die kinderlijke tani's maar elke dag hun bordje rijst hadden, zou den ze al lang tevreden zijn en kon hun de rest niets meer schelen! Ik heb daartegen wel eens aangevoerd, dat die simpele desalieden als het er op aan kwam geen vinger voor óns, westerlingen, zouden uitsteken, doch van deze sombere prognose werd des tijds geen nota genomen. Dergelijke tegenstrijdige, naar beide zijden extreme opvattingen, vindt men natuurlijk ook in het huidige Zuid- Afrika. De Regering poogt daartussen een veilige middenkoers te varen, tot nut van de zwarten, tot geruststelling der blanken, welke koers helaas en kele pijnlijke bij-verschijnselen ver toont, die althans voorlopig onvermij delijk schijnen te zijn. Zo heb ik tijdens mijn kort verblijf in Zuid-Afrika (in 1962) enige, overigens goedhartige mensen ontmoet, die de negers bijna als een heel afwijkend soort van menselijke wezens be schouwden, terwijl mij tevens ter ore kwam, dat sommige zendelingen van hun zwarte bekeerlingen geen kwaad wilden horen. Anderen, meer bezadigd, twijfelden toch aan de intellectuele ca paciteiten der Bantoe's. Gekleurde leerlingen leerden n.l. alles uit het hoofd. Dit herinnerde mij er aan, dat hetzelfde indertijd de Indonesische scholieren en studenten voor de voe ten geworpen werd, terwijl deze uit-het-hoofd-leerderij vermoedelijk slechts 'n overgangsverschijnsel was, voortvloeiende uit zeker minderwaar digheidscomplex. De verhouding tussen blank en zwart in Zuid-Afrika vertoont dus wel énige overeenkomst met die tussen blank en bruin in het vroegere Neder lands Indië, zij het, dat er ook opval lende verschillen bestaan. Dat er onder een schijnbaar rustige inheemse bevolking toch iets woelt, zoals dat eertijds in Indonesië het ge val was, bleek mij reeds een uur, na dat ik bij Johannesburg uit het vlieg tuig was gestapt. Het is te aardig, om het niet te vertellen. Vlak bij het spoorwegstation stootte ik al dadelijk op de "apartheid". Ik wilde n.l. in een niet voor mij (blanke) bestemde autobus stappen, dat de hi lariteit van enige "niet-blankes" uit lokte. Zij vonden mij nog erg groen en wezen door gebaren en kreten op mijn vergissing. Enfin, hierna beter! Daarop werd mijn aandacht in een krantenkiosk getrokken door enige in gelijste prentjes. Vooreerst portretten van beroemde kafferkoningen als Din- gaan, en dgl., nagedrukt uit oude hand boeken der Zuid-Afrikaanse geschie denis. Hieruit trok ik de conclusie, dat deze uitstalling voor de z.g. "naturel len" bedoeld was. In deze mening werd ik nog meer gesterkt door een ander plaatje, voor stellende: Nebukadnezar in zijn verne dering. Onze Bijbelvaste lezers ken nen de dramatische historie uit het boek Daniël, hoofdstuk IV, vers 32 vlg. Nebukadnezar, de machtigste vorst ter wereld, roept trots uit: Is dit niet het grote Babyion, dat ik gebouwd heb! Dan weerklinkt een stem uit de Hemel en de fiere Vorst wordt uit de mensengemeenschap verbannen. Hij woont tussen het gedierte des velds. Net als het vee voedt hij zich met gras. Zijn haren en nagels groeien als de veren der vogels. Hij wordt vastge ketend. Zo gaan zeven jaren van ver nedering voorbij. Waarom wordt deze afbeelding van Nebukadnezar's vernedering hier ten verkoop aangeboden? Waarom zou de gewiekste verkoper bij zijn "niet-blan- ke" klanten juist voor déze Bijbelse figuur belangstelling veronderstellen? M.i. kan het moeilijk anders zijn, omdat zij in de vernedering van de hoogmoedige koning van Babyion nu net het lot zien, dat zij hun blanke medebewoners van zonnig Zuid-Afrika zo gaarne toewensen. Bovendien kan geen enkele politie-agent bezwaar ma ken tegen het afbeelden en verkopen van een figuur uit de Bijbel, wélke ook. Men kan zo dus straffeloos de spot drijven met de "blankes". Overigens doet mij deze geschiede nis denken aan een ondeugende streek van jonge Indonesische nationalisten. Die zongen wel eens het bekende, maar niet zo echt populaire school versje: 't Is de plicht dat iedre jongen Voor d'onafhanklijkheid Van zijn geliefde vaderland Zijn beste krachten wijdt. Indertijd moet dit versje gemaakt zijn voor de Nederlandse volksweerbaar heid ,naar ik meen tijdens de mislukte mobilisatie van 1870 tijdens de Frans- Duitse oorlog. Maar de Indonesiërs bedoelden er natuurlijk iets heel an ders mee. Toch kon de politie er niets aan doen, ,en de jongelui hadden de lachers aan hun zijde. Dr. H. J. de Graaff Gelukkig zegt de schrijver hier "vermoe delijk" al is het verbazingwekkend hoe gauw minderwaardigheidscomplexen bij andere ras sen verondersteld worden! Wie veel in het buitenland reist weet dat er ettelijke Neder landse boekjes bestaan, waaruit men een vreemde taal kan leren UIT VOLZINNEN. Het is gewoon efficiency: men kan snel en goed opbrengen wat gevraagd wordt, en men leert zichzelf veel "zins-idioom"woorden in een goede samenhang. Indonesische leerlingen op een Nederland se school en Bantoe's op een Z.-Afrikaanse school) moeten "op volle toeren meedraaien" dus wat men geleerd heeft IN EEN VREEM DE TAAL snel en goed "reproduceren"Dan is uit het hoofd leren de beste methode. Ge lukkig was ons onderwijs typisch "inpomp- onderwijs" en is dus "terugspuit-leerderij" de juiste reactie. Ook werden jongelui die hun gedachten in eigen woorden wilden uitdrukken, te vaak uitgelachen. Of kregen slechte cijfers omdat niet op juiste wijze gereageerd werd. Menige ijverige en goedwillende Indo en Indonesiër heeft zodoende op pijnlijke wijze geleerd dat "uit het hoofd leren" de snelste en meest pijnloze manier was om vooruit te komen. Wie veel zinnen uit het hoofd leert, gaat zinsINHOUDEN op den duur onthouden in de meest juiste zinsconstructie. Nederlanders op een Indonesische school (of Boeren op een Bantoe-school) zouden óók veel uit het hoofd leren. Al was het alleen om op de goede manier "poekoel pakoe sama kepalla" (spij kers met koppen te slaan). Vergelijk hoe massa's Indonesiërs en een voudige Indo's zó perfect Nederlands spreken dat zelfs Nederlanders ervan verbaasd zijn en toch zijn zij met "uit hoofd leren" be gonnen. Niet uit MINDERwaardigheid, maar uit koppige EVENwaardigheid. En denk dan aan de massds Indische Nederlanders die stuntelig Indonesisch spreken omdat zij nooit uit het hoofd hoefden te leren. Wat is beter: "Nat. Afblijven!" of "blijf met je kasitangan van de baroe tjèt? T.R. j Voor Omega, Zenith en vele f andere goede merk-horloges t f naar I f Laan van Meerdervoort 520 i Den Haag - Telef. 33 64 41 J SPREEKWOORDEN VAN MALAYSIA Hilang djasa beliong, iimboel djasa rim- bas. Het werk van de dissel wordt ver geten; het werk van de schaaf wordt opgemerkt (baanbrekers en pioniers worden altijd vergeten - zij die 't werk afmaken, worden geprezen). Bagaimana tjetak, bagitoélali koewe- nja. Zoals de vorm is, zo is de koek (de waarde van elke arbeid wordt bepaald door zijn maker). 5

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1968 | | pagina 5