Een Indisch Beeld BIJ DE VOORPLAAT Deze foto heeft een hele tijd bij ons op oe reaactie gelegen, lai van De- zoeKers neooen we gevraaga: Vvat siert ait voort Veien moesten enigs zins oearemmeld oeKennen: ik weet net niet. Anderen wisien posinet: uat is een boedonaoeeio natuurlijk! iviaar uan vroegen we: Weet je uat wel zekert hoon dit oeeld niet in het hindoeïsme tnuist bteit net niet Bran- rna voort Ut Krisnat tn dan raakte men de kluts kwijt. Van de karakteris tieken van net beeld zelf of boeoonis- me in net algemeen wist men veeiai practisch niets. loon neett net Westen altijd veel belangstelling voor het boeodnisme genad. Zon Doek als tdwin Arnolds Light or Asia heeft in de engels sprekende landen niet minder dan '16U rierdrukken nerieetd. tr zijn westerse vormen van boeddhisme geweest en b.v. het denken in de 'Ineosofische Vereniging is ervan doortrokken. Ver houdingsgewijs weet de Indischman er veel minder van, hoewel hij zijn leven lang met diverse facetten van het boeddhistische leven en denken ver trouwd geleefd heeft, ja menig onder zoeker zou bij vele Indischgasten ele menten van boeddhistisch denken le vend aantreffen. Zegt zo n beeld ons dan helemaal nietsY O ja, toch wel! 999 van de 1000 Indischgasten b.v. zouden zo'n beeld (.als ze het voor het kiezen haddenj direct prefereren boven welke beroem de westerse beeldhouwcreatie ook. En toch staat dit beeld volslagen buiten alle westerse vormgevings-ideeën ook. Alle westerse karakteristieken en "stij len1' ontbreken in dit beeld ten enen male. En nochtans spreekt het ook "doorgefourneerde" westerlingen diep aan. Waarom? Ook al weten wij niets van Boed dhisme, beeldhouwkunst of symboliek af, bij de aanblik van dit beeld onder gaan we iets. Want zeggen doet dit beeld ons niets. Boeddha lacht noch weent. Hij is vorst noch bedelaar, meester noch knecht. Hij schijnt vér buiten elk normaal leven te staan, en nochtans is hij er middenin. Méér dan dit: wij voelen dat hij "somehow" ook in onszelf is. Méér dan dat: Boed dha in ons is in alle mensen, 2000 jaren geleden en 2000 jaren in de toe komst. Hij is even tijdloos als de Na tuur. En daarbij tijdloos MENSELIJK. Voor ons uit Indië zijn deze woor den geen lege frasen. Wij hebben in ons leven ontelbare malen een Indone siër zo zien zitten: "als een Boeddha beeld", zeggen wij dan. In de "silo"- houding. Geheel losgemaakt van zijn burgerlijke status (want een achtbaar regent kan zo zitten maar ook een oetjavoerderJ, los ook van zijn omge ving (want hij kan zo zitten in de pen- dopo van de kraton, maar ook op een matje helemaai achter in de bijgebou wen van een turopees huis; of ergens onaer een boom buiten); hij is zelfs los van stands- en welvaartsbepaling (want hij kan zo zitten in het volle or naat van rijksbestierder en ook alleen in een lenaendoek); hij is zelfs los van alle leeftijd (want een jongeman van zestien kan zo zitten en ook een oude man van tachtig en niets aandoen- lijkers is er dan een dreumesje van arie jaar zo te zien zitten, in wijsheid verzonken, terwijl hij "niet eens her sens genoeg heeft om te denken"!); hij is wonderlijk genoeg ook los van sexe (want vrouwen kunnen net zo goed zo worden aangetroffen als man nen); en zélfs los van ras of andere "toeroenan". Want we hebben ook Europeanen zo zien zitten, zowel 'lo- toks als Indo's. Ook al zaten ze dan in een stoel. Maar dan rechtop, los van de leuning. Dit is namelijk één van de meest in houdsvolle karakteristieken van deze Boeddha: hij heeft geen leuning (geen steun, geen materiele afhankelijkheid) nodig. Het is ook dezelfde wezenlijk heid, die we terugvinden in de naam "Pithecanthropos ERECTUS": de hou ding waarin de Mens zich onderscheidt van het dier: de houding die Rede aan wezig acht. Echter niet door een be paalde stand dienstbaar gemaakt aan een bepaalde activiteit of dynamiek (staan; lopen), maar door het ZITTEN een andere (en hier verwaarloosde) kwaliteit van de Rede tot uitdrukking brengend: die van de streefLOOSheid: de contemplatie: het met de geest verkeren op terreinen die niet door de beperkte strevingen beheerst worden. M.a.w.: RUST als hoogste menselijke goed. Alweer lopen wij de kans door het diep onderzoeken terecht te komen in lege frasen, in getheoretiseer en mooi- praterij. En toch is de geest van dit beeld heel simpelweg in onze lezers kring aanwezig. Ik weet niet of het gekomen is om dat wij in de loop der jaren in vele beproevingen en verliezen ongemerkt op een ander niveau gekomen zijn. Maar zeker spreekt uit de vele brie ven die wij op de redactie ontvangen een heel andere geest dan die wij op TV waarnemen of in kranten of bios copen constateren. De Indischman maakt zich "niet druk". Zich laten meeslepen door politieke, sociale of culturele twisten en oorlogen doet hij niet. Op kleinburgerlijke meningen of geroddel let hij niet. Ja, hij schijnt zelfs meer en meer uit te stijgen boven de "rechtvaardigheidsoorlogen tussen het Goed en Kwaad". Van "standpunten" en "stromingen" distancieert hij zich (evenals het Boed dhabeeld staat of loopt hij niet, maar hij ZIT). Op een haast onwerkelijke manier schijnt hij ook nauwlijks be roerd te zijn door de vele bittere te leurstellingen en verliezen die hij ge leden heeft. Hij is niet geknakt, maar zit rechtop. Ook hecht hij nauwlijks waarde aan zekerheden en beloften: hij heeft geen leuning nodig. Hij zit "uit zichzelf" recht. Armoede deert hem niet en rijkdom en macht zoekt hij niet zij het alleen om anderen te helpen. Af en toe treft deze aanblik van on ze lezerskring me als het aanschouwen van een Boroboedoer; alle lezers lij ken als beelden op elkaar; ik zie geen grote of kleine boeng meer, geen to tok of Indo, geen pientere kandjeng besar en geen ongeschoolde "dom oor". Vele beelden zitten in de stoe- pa's van hun onbekendheid en verbor genheid. En ze zijn allemaal grijs en verweerd met het patine van eeuwen beproeving Ai, Tjalie, wat doe je hier op deze dode Boroboedoer? Waarom zit je niet in een modern zakenpaleis van alumi nium en glas? Op een merkwaardige manier vind ik dat zakenpaleis juist dood en leeg. Maar kan ik uren lang wandelen op gaanderij na gaanderij tussen de "Boeddha's van mijn le zers. Die mij zoveel zeggen met zo weinig woorden. Met een enkel arm- of handgebaar zelfs. En vind ik in deze eenvoud en ver stilling méér rijkdom en geluk dan in al die ideologieën van de moderne tijd, die de mensen eindeloos voortzwepen in begeerten, oorlogen en ondergan gen. Daarom: beloof me niets anders in de wereld. Geef me het Boroboe- doertje van mijn lezerskring en ik ben tevreden. T.R. ONAFH. IND. TIJDSCHR. 13e JAARG. No. 1 Pr. Mauritsl. 36, Den Haag - Telegramadres: Tong Tong DenHaag - Tel. 070-54.55.00/54.55.01 - Giro 6685 Uitgave: Publ. en Handel Mij Tong Tong N.V. Directie en Hoofdredactie: Tjalie Robinson. Verschijnt de 15de en 30ste van iedere maand. Prijs per nummer f 0,90. Abt. Nederl.: kwart, f 4,50; halfj. f 9,Jaar f 18,Abt. Europa: jaar f 23. Abt. buitenl. (p. jaar en p. luchtp.): Australië en Nw. Zeeland f 63,Indonesië f 58,Z.-Afrika en Z.-Amerika f 48,Canada en V.S. f 39, Suriname en Antillen f 33,Abt. buitenl. (p. Jaar en p. zeepost): voor alle landen f 28, ZOEKT OP BASIS VAN DE NUTTIGE ERVARIN GEN IN DE GORDEL VAN SMARAGD NIEUWE INTERESSEN IN NEDERLAND TE WEKKEN VOOR DE TROPENGORDEL. De directie behoudt zich het recht voor hen die schadelijk geacht worden voor het welzijn van Tong Tong als abonnee te weigeren of af te voeren. ALLE ABONNEMENTSGELDEN ZIJN BIJ VOORUITBETALING VERSCHULDIGD. ADVERTENTIES KUNNEN ZONDER OPGAAF VAN REDENEN GEWEIGERD WORDEN 2

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1968 | | pagina 2