De Breemans nit Brisbane. Vader John (v.l.n.r.), Trevor Hoskins (een vriendAussie), Tilly
Breeman, zoon Max Jan, zoon Frits en een Schotse vriend John McKenzie. Na al baar leuke
artikelen eindelijk ook eens een visuele kennismaking met de schrijfster en haar gezin.
mijn verzoek urgent was en zo kreeg
ik op een dag de sleutel van dit huis
in de Crowley Street. We gingen na
tuurlijk direct kijken. Een gloednieuw
huis, vers in de verf. Daaromheen een
meterhoge rimboe van onkruid. Toen
ik in de keuken stond, met het heel
mooie uitzicht, sloot ik het huis in mijn
hart. "We wonen weer in een écht
huis" riep de zoon. En zo was het; na
een jaar van heen en weer trekken,
was ons echte leven in Australië be
gonnen. Dit is nu zestien jaar geleden.
We zijn bewust naar dit werelddeel
geëmigreerd. To make the best of it.
Vooral de eerste jaren waren onnoe
melijk zwaar. In Holland was je óver-
cared, verzorgd van "the craddle to
the grave".
De social-services waren en zijn hier
verre van ideaal. Doordat je newcomer
bent, doe je onverstandige dingen of
loop je te hard van stapel. Voor de
rest is emigratie zuiver individueel en
speelt je aard en aanleg toch wel een
TONGGERETS
Als je met de laatste trein van Kedong
Djati naar Ambarawa reisde, hoorde je
in koor door de koffie- en cacao-plan-
tages bij Toentang die kevers zingen,
tongeret-tongeret, de hele nacht door.
We hebben bij de halte Toentang ge
woond, waar mijn vader bij de N.I.S.
werkte.
Het is zo'n heerlijk aangenaam geluid,
als het bruisen van de kali Toentang,
die daar dicht langs stroomt en de
gamelan in de verte.
Als je 's avonds in bed lag kon je dan
heerlijk luisteren naar het orkest van
de natuur en je werd er tevreden en
stil van.
De natuur zwijgt nooit.
Het ruisen van de tjemara's boven op
de Bromo stemt je eveneens stil.
grote rol. Ik heb migrants zien slagen,
die alles eigenlijk tegen hadden. Geen
geld, kleine kinderen. Maar ze zagen
en wilden Australië als hun nieuwe va
derland zien en beten door. Achterom
zien, vergelijkingen treffen met wat je
gehad hebt, kunnen zeer belemmerend
werken op je aanpassing. Wat je ach
terliet krijg je hier zeker niet terug.
Bewaar het als een kostbare herinne
ring. Het is de winst van je mooie en
gemakkelijke jaren. Mijn winst hier is,
dat ik geleerd heb sober te leven, de
kleine geluksschakels, die ik vroeger
"just for granted" aanvaardde, vol
dankbaarheid te onderkennnen: het
"little things mean a lot".
In Holland en Indonesië stond je niet
stil bij die little things. Die waren er
vanzelfsprekend. Hier moet je ervoor
vechten. En je vecht alleen.
In this "wide open space: Australia.
To make the most of it".
T. F. Breeman-Obdeyn
't Is het roepen van de bruid, de doch
ter van de God van de Bromo naar
Raksasa, haar geliefde die onder de
Goenoeng Batok bedolven ligt.
Oude Oma
FRESH KILLED
Gelezen in een Engels blad de ad
vertentie: "Fresh killed Meat for your
Pets!" Oftewel: vers gedood vlees
voor Uw lievelingen!
O lievelingen! Alle lievelingen ter
wereld! Hoe duur wordt Uw liefheid
betaald!
SLANGEN
Wij, 6 kinderen en onze ouders logeer
den eens in een pasangrahan in Se-
kendil, op de top van de Oengaran,
M.Java. Ons logies was een huis, dat
gedeeltelijk als opslagplaats voor kina
bast diende. Een kamer lag vol met
kinabast, klaar voor transport.
Van alle dingen mis ik de bergen het
meest, die prachtige beboste hellingen
met bossen waarin wilde rododen
drons, balsemientjes (hier zegt men
"vlijtige Liesje"), tjepaka gondok etc.,
hun watervallen en klaterende berg
stroompjes. Heerlijk koud was het in
Sekendil (hier haten wij de kou, is dat
niet gek?). In het huis stond maar een
bed, in de enige beschikbare slaap
kamer, die natuurlijk voor onze ou
ders werd gereserveerd. Wij kinderen
sliepen in de binnengalerij, op 2 grote
kapokmatrassen en het duurde altijd
een hele poos voordat wij in slaap
waren, want we hadden veel indrukken
te verwerken en te bepraten.
Er slopen daar nog tijgers rond en we
moesten altijd uiterlijk 6 uur 's avonds
binnen zijn. Dan werd gevraagd "wie
moet er nog naar de plee, ajo, de deur
gaat dicht, hoor". En dan was het een
run naar die plaats van heb-ik-jou-daar.
Voordat we insliepen hoorden we wel
eens gamelan in de verte en honden
geblaf, geluiden, die ik hier ook zo
zeer mis. Tropennachten, wie kent ze
hier?...
Op een avond dat we al op onze ma
trassen lagen en bijna indommelden,
hoorden wij de koperen knop van de
voordeur, die de slaapgalerij afsloot,
rammelen en we zagen de knop heen
en weer gaan. Consternatie natuurlijk.
Vader, erbij gehaald opende heel voor
zichtig de voordeur, maar zag niets.
Er stond niemand, hoe kan het ook
daarboven op die gunung. Alle dessa's
sliepen. "Het is niets", zei mijn vader,
"ga maar weer slapen".
Nauwelijks lagen we echter een paar
minuten, of daar begon de knop weer
heen en weer te rammelen. Weer va
der geroepen, die het zelf ook zag.
Deze keer nam hij zijn zaklantaarn
mee, opende weer voorzichtig de voor
deur, zag weer niemand. Raadsel, hoe
kan dat nu? Tot vader op het idee
kwam de knop aan de voorkant te
belichten. En wat zag hij? Een slang
had zich om de deurknop gekronkeld
en zat er het kopergroen van op te
likken. Bah, later bleek het een gif
slang, oeler welang te zijn. Wij hebben
het ondier naar zijn eeuwige jachtvel
den gezonden.
Een slang heeft toch altijd gifvorming
in zijn lichaam?
Ik heb me er altijd over verwonderd,,
dat deze slang ook gif van buitenaf in
zich opnam!
F. E. B. Retel Helmrich
|lCp'MMs.% cp
13