Liefde voor zijn land (III) water met tinkelende blokken ijs. Zui vere ananas, zuivere rietsuiker en geen essence. Al die vruchtensiropen maken ze in Indonesië nog even lekker als vroeger. Met de lange aluminium strooplepel (dessin Djokja) vermeng ik de stroop langzaam met het water en geniet met langzame kleine teugen van dit heerlijke vocht! Nauwelijks is mijn glas voor de helft leeg of daar komt Soejati de gendoh weer aan met zo'n hoog glas...en ook dat drink ik achter elkaar leeg. Ongelooflijk wat heb ik een dorst, want normaal in Singapore drink ik lang niet zoveel. Meneer Tan, salesman en agent van de Firma U. in Bandoeng heeft heel Midden Java onder zich en samen met meneer Tjong doet hij Oost Java. Me neer Tan spreekt Engels (hij komt oor spronkelijk van Singapore), gebroken Hollands en uitstekend Javaans; hij zal zo'n beetje onze gids en tolk zijn sa men met de Heer Tjong. Hij gaat nu twee dagen met ons mee. Na een uur tje bijkomen is het weer tijd om op te stappen. Voordat we naar Djokja gaan, rijden we op ons verzoek nog eerst naar de vroeger zo mooie woon buurt Nieuw Tjandi. Weer constateren we dat practisch alles hetzelfde ge bleven is en alle welbekende mooie huizen en villa's er nog staan. Sommi ge zien er verrassend netjes onder houden uit, maar helaas over 't alge meen is deze vroeger zo mooie woon wijk in vervallen en verpauperde staat. Meneer Tan vertelde dat Nieuw Tjandi voor 90% bewoond wordt door militai ren, die het geld niet hebben om de huizen goed en netjes te onderhouden. Oud Semarangers kennen zeker nog wel in Tjandi het clubgebouw van de "Deutscher Verein"? Nu, wat dat ge worden is weet ik niet, maar nu zag ik in de brede raamkozijnen waslijntjes met was hangen en van de luifels bo ven de ramen hingen kooien met per- koetoets er in. Ik weet niet of het nog een club is (militaire) of dat het nu door verschillende families bewoond wordt. Het beste hotel waar je in Se- marang naar toe kunt is Hotel Tjandi Baru (het vroegere Hotel Bellevue). Hotel du Pavilion is nu in heel slech te staat volgens onze begeleiders om te huilen wanneer je dat allemaal zo hoort en ziet. Hotel Bellevue is koel, zei men en geen ratten en wand luizen meer. De heren Tjong en Tan logeren daar geregeld en konden ons overtuigen dat er nu beslist geen on gedierte was zoals in begin 1967. Enfin we stapten het eens zo deftige en mooie hotel binnen, dat nog altijd zo'n prachtig uitzicht heeft over de benedenstad en de zee. Ach, ach wat een vergane glorie...de hoge mooie lobby nu zo donker, hol en ongezellig doordat er geen mooie vloerkleden en gordijnen meer zijn. De oorspronke lijke loper op de trap is er nog maar onherkenbaar geworden door slijtage. En goedkoop Chinees hotel is het nu geworden dat teert op oude glorie en oud Nederlands materiaal. We waren daar om alvast een kamer te bespre ken voor een nacht want straks op onze terugtocht zullen we een nacht in Semarang doorbrengen. De enige oude djongos zonder tanden, goeie oude baas liet ons een zaal van een kamer zien met balkon en uitzicht over de stad. Prachtig..het uitzicht bedoel ik. De bedden en nachtkastjes staan in klamboekamers, zoals vroeger denk ik. De manager, een Chinees, verze kert ons dat hij zal zorgen dat de mandibak goed gevuld is met bad water en dat er karaffen met gekookt drinkwater zullen staan. Dat alles ge zien hebbend was het tijd om naar Djokja te rijden. A. M. J. Blomberg-Peelen wordt vervolgd VERHALEN INZENDEN In verscheidene brieven is mij ge vraagd of er nu weer copy voor Tong Tong genoeg is voor maanden (jaren!). Ik vraag er immers niet meer om? Lol Als ik vaak vraag, zegt men: zeur niet. Als ik niets vraag, geeft men niets! Niet zó daaaan! Ook al wordt er sinds enige tijd weer regelmatig copy gestuurd, be denk goed, dat a. veel copy van een soort kan zijn dat we al zó vaak ge bracht hebben, dat dit soort niet meer boeit, b. dat veel copy toch werkelijk niet goed genoeg geschreven is. Dit laatste nemen wij natuurlijk niemand kwalijk. Zijn gedachten in de juiste woorden uitdrukken valt werkelijk niet mee. Veel inzenders draaien veel te lang om een onderwerp'heen. Een on derwerp dat soms inderdaad niet veel te betekenen heeft. Maar juist dan maken duizend woorden niet goed, wat eigenlijk met twintig gezegd had kun nen worden! Ook moet men niet te gauw denken, dat ik neerkijk op minder zuiver Ne derlands. Dat weet men wel beter. En b.v. de regelmatige bijdragen van Si Klaas bewijzen wel, dat ook in "on literair" Nederlands bijzonder boeien de dingen verteld kunnen worden. Wat veel mensen ontbreekt is dood gewone OEFENING. Men beseft niet dat ook schrijvers als b.v. Tjalie of Johan Fabricius lang en heel geduldig oefenen. Dat menig verhaal ettelijke malen vernietigd en herschreven wordt. Wees minder gauw tevreden. Leg wat U geschreven hebt een week weg en herlees het dan nóg eens. Dan merkt U zelf wel, dat u het beter kunt. En als U schrijft uit impuls, uit be wogenheid .schrijf juist dan snel en zonder veel uit te wijden, want dan verzwakt U Uw geladenheid. Tjoba te- roes, anak-anak koe! Poekoel teroes. Onderschat Uzelf niet en overschat Uzelf niet. Maar DOE! Ajo! T.R. Zoveel hoofden, zoveel zinnen. Twee meisjes uit Indië brachten hun ziens wijze over Holland en Indië naar voren. Ik ben het met Maggie eens. Toen ik in 1946 naar Holland kwam, was ik 21. Drie maanden later ging ik met mijn familie voor 4 maanden naar Zwitserland. We werden onderge bracht in 'n hotel met nog andere Ind. mensen om op te knappen van de kamp-ellende. Wat een fijne tijd heb ben we daar als Indo's onder elkaar gehad. Niemand wilde meer naar Hol land terug! Zwitserland deed met z'n bergen en warme klimaat veel aan Indië denken. We hebben ook onder leiding van een Zwitserse gids veel uitstapjes gemaakt. Kortom, alles was daar djempol! En toch, tijdens een tochtje op het meer van Genève, zei een dokter, ook uit Indië, "er gaat niets boven Indië", waar wij allen mee instemden. Maar het is waar, dat je je overal ter wereld gelukkig kunt voelen, als je niet alleen bent. We zitten nu al weer 22 jaar in Holland. Ben intussen ge trouwd. En nu komt het. Als je ge zonde kinderen hebt, kun je ze overal mee naar toe nemen. Ben je evenwel in het bezit van twee geestelijk ge handicapte kinderen, dan is thuisblij ven de boodschap. Ik ben in geen vijf tien jaar met vacantie geweest en ik vind toch al, dat je het in Holland meer nodig hebt dan in Indië. Mijn moeder zegt: "In Indië had ik nooit behoefte aan vakantie, omdat je daar zoveel hulp van je bedienden hebt". Zoals in mijn geval, zou ik het in In dië niet zo zwaar hebben als hier. Hulp is hier niet te betalen. Soedah lah, niets aan te doen. Maar "tjapè" ben ik wel. Overigens mijn hulde aan Tong Tong, waar Indische mensen zo hun wel en wee met elkaar kunnen uitwisselen. N. In Amerika kende ik een bestuurslid van de Indonesian-American Society. Goede positie in 't onvergelijkelijk rijke San Francisco, levend in een luxe die voor ons gewoonweg onvoorstelbaar is. Hij was vroeger lang in Indië ge weest en rustte niet voor hij Indonesië terug kon zien. Van daar schreef hij één kort briefkaartje: "Paradise..for a dollar a day!" En toch was dat het in middels "beroerd geworden Indone sië"! En hij bedoelde NIET dat hij er zo goedkoop leven kon, maar dat hij voor maar één dollar per dag (levend als een eenvoudig mens in de kampong) rijker was dan met zijn dikke bank saldo in Amerika. Je moet het alleen maar kunnen. Je moet een ander soort mens zijn... T.R. 17

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1968 | | pagina 17