Een Benoeming I J. M. VAN EXEL's Met een schrijftafel vol persknipsels over de geruchtmakende burgemees tersbenoeming voor Den Haag, waarbij uiteindelijk de ministerraad over de politieke en sociale wensen van de stad zelf heen Mr. V. G. M. Marijnen prefereerde boven Drs. A. Th. Bo- gaardt, vallen bij aandachtige bestu dering van al die persstemmen vier zaken op: 1. Zowel de linkse als de rechtse pers (en dat is zeldzaam!) waren het erover eens dat drs. Bogaardt de meest geschikte candidaat was. 2. De niet-politieke argumenten té gen de benoeming ("te oud" en "niet representatief genoeg") werden "doek jes voor het bloeden" geacht, maar men legde zich er toch verder zonder veel morren bij neer. 3. Alle bladen spraken min of meer verhuld van "politieke touwtrekkerij" en "stoelendans", maar accepteerden dit schijnbaar onvermijdelijke gedoe als een niet ongewoon verschijnsel bij vele burgemeestersbenoemingen. 4. Met uitzondering van één blad vroeg niemand zich serieus af wat nu eigenlijk de Haagse burgerij zélf zou willen en welk Indisch aspect de af faire after all toch óók wel had. Buiten elke politiek opgegroeid in het oude Indië, en in het vaderland nog steeds politiek onervaren (en in elk geval schuw van alle touwtrekkerijen) heeft zelfs de vrij grote Indische sa menleving in Den Haag zich inderdaad nauwlijks druk gemaakt om de burge meestersbenoeming, althans buiten de gezapige huiskamer. Politiek wordt, ook in Den Haag, bedreven bij ons, over ons en zónder ons. Nochtans zal de benoeming van een Indischman als burgemeester van een "Indische stad" wel een Indisch aspect (althans een zij-aspect) gehad hebben, eventueel belangrijk of niet belangrijk, eventueel juist of onjuist belicht. En eventueel tóch ook wel "naar Neder lands patroon". Zoals wij in punt 4 al zeiden: slechts één blad had er enige aandacht voor: "Vrij Nederland" in het nummer van 20 juli, in een overigens goed opgezet artikel van J. van Tijn. In twee fragmenten brengt van Tijn naar voren een eigen waarneming en een aan de ministerraad toegeschre ven mening: a. (Burgemeester Bogaardt) "geniet om duistere redenen een geweldige populariteit in en om Den Haag", en b. (In de ministerraad kwam opposi tie) "ook vanwege zijn (Bogaardt's Red. TT) Indonesische verleden, waar uit minder tactvolle contacten met In donesiërs en Indische Nederlanders bekend waren. Een man als Bogaardt aan het hoofd van een gemeente waar 60.000 tot 70.000 Indische Nederlan ders wonen, zou een groot risico in houden". Wat punt a. betreft: wat voor een niet-Hagenaar als b.v. de Amsterdam mer Van Tijn "duister" is (terzijde ge laten of met dit woord "verdacht" of "onduidelijk" bedoeld wordt) is voor iedere Hagenaar zo klaar als een klontje. Jaren achtereen hebben Hage naars "vlak voor hun neus" Rijswijk onder de dynamische hand van drs. Bogaardt en diens eendrachtige ge meenteraad van een onbeduidend pol derdorpje zien uitgroeien tot een eco nomisch sterke en architectonisch aan trekkelijk stad van bijzondere allure. Terwijl Den Haag maar bleef peuteren en meer en meer achterop kwam, groeide Rijswijk als een waringin. Is het dan wonderlijk of duister dat Bo gaardt zo'n enorme populariteit won? Het is Hollands nuchter en logisch! En natuurlijk is iedere Indischman met een beetje verstand en waardigheid daar dubbel mee ingenomen. Wat punt b. betreft: de heer Van Tijn beschikt blijkbaar over "inside in formation" en nu weten we dus wat er in het Kabinet omgegaan zou zijn bij het "banting stir" t.a.v. de burge meestersbenoeming. Twee factoren vragen de aandacht: 1. het "risico" van een Indische burgemeester in een stad met een flinke Indische burgerij, 2. de "minder tactvolle contacten" in het verleden. 1. Een Indische gemeenschap van 60.000 tot 70.000 klinkt machtig veel, maar vormt toch slechts een onnozele minderheid van 10% van de totale Haagse burgerij. En daar zit dan een "groot risico" in! Wélk risico wordt natuurlijk nóóit gezegd t.a.v. welke In dische groepering ook, en kan ook nooit gezegd worden, omdat dat risico doodeenvoudig niet bestaat! Maar dat is toch wel (zoals wij boven zeiden) een typisch Nederlands denkpatroon: een vrees voor alles wat "Volksfremd" is, ingebeeld of niet. Men hoeft alleen maar te zeggen: "Een Indischman aan het hoofd van 60.000 Indischgasten, sjonge-sjonge, dat is niet zo best!", of iedereen schudt bezorgd het hoofd mee, onderzoekt niets verder en het gevaar is "afdoende gesignaleerd". Die Indische Nederlanders zouden im mers "amok" kunnen maken? Of met "goena-goena" kunnen werken?! De enige twee "Indische gevaren" die men goed kent. Hoewel men óók drom mels goed weet dat de Indische groep politiek en sociaal "zo mak als 'n hondje" is en door gebrek aan eens gezindheid zelfs op onschuldig sociaal of cultureel (laat staan politiek!) terrein nooit iets noemenswaardigs gepres teerd heeft. Dit is dus een doodge wone kleinburgerlijke verdachtmaking. 2. "Minder tactvolle contacten". We spreken nu over de vooroorlogse en de direct-naoorlogse jaren, toen én in Indië én in Nederland onder de on draaglijke internationale spanningen en de nerveuze politieke onzekerheden, aan de lopende band en bij toerbeurt "tactloosheden" werden begaan. Wie gaat er nog steeds helemaal vrijuit van veroordelingen door diverse volks groeperingen? Zelfs Welter en Meyer Ranneft niet. Zelfs Schermerhorn en Beel niet. Zelfs Roem en Sjahrir niet. Zelfs Dick de Hoog niet. En nu we al vijftien jaren in Neder land zitten, hebben we zoveel variëtei ten boter in zoveel gevarieerde porties op de hoofden van vele prominen ten gedeponeerd gezien, dat we de kluts al lang kwijt zijn. Want al naar men het wil kan men in het ene geval onchristelijk hard en inhumaan on barmhartig "straffen" en in een ander geval farizeisch lief met "compromis figuren" genoegen nemen. Hier raakt elk gezond verstand of vooruitstreven de actie verloren in het drijfzand van "duistere machinaties" of "koehandel". En ook dat past niet in de waardigheid van een ministerraad... als het waar is wat men deze ministerraad toeschrijft. Maar wie weet nog wat waar is of niet? En als er dingen waar zijn, hoe ernstig zijn ze of hoe 'roddelerig?" Zeker is dat menig persoon en menige tastbare bekwaamheid hierdoor verloren gaan voor de samenleving. En bij dat besef kunnen ook de besten onder ons al leen maar machteloos de schouders ophalen. Terugkerend tot de persknipsels op onze tafel, lezen wij óf direct uitge sproken óf tussen de regels door, dat met de afwijzing van drs. Bogaardt verre van tactvol gehandeld is. Dat wil zeggen: gebaseerd op echte of vermeende tactloosheden in een ver verleden is een nieuwe tactloosheid begaan, die onherroepelijk de basis zal leggen voor tactloosheden in de toekomst! Een bekwaam burgemees terschap komt er niet eens aan te pas! En zo scharrelen we maar verder... Eén tastbare werkelijkheid staat nochtans als een letterlijk huizenhoge paal boven het gekabbel van het ge babbel. En dat is de stad Rijswijk die nog na honderd jaren zal getuigen van een dynamische en intelligente arbeid, als alle babbelaars al lang dood en vergeten zullen zijn. T.R. IIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIItlIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIMNIlilt Schoenhandel alleen Reinkenstraat 29 Den Haag - Tel. 33 21 17 j Specialist in exclusieve dames- schoenen met hoge of lage hak in de allerkleinste maten. vanaf maat 32 I Nog enkele restanten tegen lage prijzen. UlllllllllllllllllllllllllllillllllllllHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIlIHHIIJIIHIIMIIIIIIIIIIIIHIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIinillinMIli 20

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1968 | | pagina 20