lets over Indon. textielversieringen In het bijzonder Batikpatronen Tienduizenden bezoekers van de jongste Pasar Malam in Den Haag hebben met genoegen de stand van batiks bezocht, die door het Rotterdamse Museum voor Land- en Volkenkunde met grote deskundigheid en fijne smaak werd in gericht tegenover de Tropische Tuin. Dat was hoofdzakelijk het werk van Mej. Alit Djajasoebrata, die wij verder over dit onderwerp gaarne aan het woord laten: De plaats van deze weefseluitstal ling is door de organisatoren van de Pasar Malam naar mij voorkomt goed gekozen: ontlenen niet vele siermotie ven de inspiratie die leidde tot hun ontstaan aan de rijke tropennatuur? Omzweeft niet de batiks de geur van malam, bijenwas, en zijn de kleur stoffen waarmee de doeken geverfd zijn niet vaak uit natuurlijke grondstof fen als indigo en soga of mengkudu gewonnen? De stevige zelfgeweven katoenen ikats van eigen verbouwde en gesponnen katoen uit het oostelijk deel van Indonesië brengt ons behalve esthetisch genot ook lichte melancho lie: het scheppend bezig zijn en het genoegen van zelf maken dat inhaerent is aan huisvlijt is in onze comfortabele samenleving die gegrond is op fa brieksmatig produceren immers bijna geheel teloor gegaan! DE ONBEKENDE MAAKSTER. Bekijk eens aandachtig een batikpa troon, voel eens aan het rulle weefsel van een ikat, en u zult het gevoel krij gen een glimpje opgevangen te hebben van de persoonlijkheid van de maak ster. Het is waar, dat we de meeste tradi tionele siermotieven die op Indonesi sche gebruiksvoorwerpen waaronder textiel toegepast zijn, kunnen ordenen en classificeren naar aard en vorm. Maar juist in de gevallen waarin bij wijze van spreken in één van de hoe ken van een doek de signatuur zou kunnen staan van de kunstenares zo mogen we de maakster vaak wel be titelen geldt het onlangs in Tong Tong gelezen Malaysische spreek woord: bagaimana tjetak, bagitulah kuwénja (zoals de vorm is, zo is de koek; d.w.z. de waarde van elke arbeid wordt bepaald door zijn maker). Anders dan in de kunst met een grote K zoals wij die b.v. tegenwoordig hier in het Westen kennen, maar ook in het moderne Oosten waarbij de naam van de maker onlosmakelijk verbonden is aan het product (architekten, schilders, ook wel pottenbakkers en dessinont werpers) blijft in de traditionele kunst nijverheid die een dienende vorm van kunstbeoefening is de maker of maak ster, op uitzonderingen na, anoniem. Dat onbekend blijven van de burger lijke identiteit hoeft geen beletsel te zijn voor de waardering van het pro duct, de artistieke kwaliteiten van b.v. de batikster of ikatster spreken voor zichzelf uit wat zij maakt. Willen we meer te weten komen om trent de maakster, dan zijn er andere wegen te bewandelen. Uit de door haar gebruikte motieven kunnen we de land streek herleiden vanwaar zij afkom stig is, en weten we eenmaal de land streek, dan kunnen we ons oriënteren op de daar heersende opvattingen en gebruiken die o.m. in de terplaatse geliefde soorten siermotieven tot uiting kom. En zo weten we dan iets meer van de denkwereld waartoe de maakster van een doek die ons interesseert be hoort. DE MOTIEVEN. In de traditie gewortelde siermotieven hebben veel te vertellen. De betekenis van een siermotief is niet gemakkelijk in een enkel woord weer te geven dikwijls is die betekenis zelfs niet hele maal zeker. De kunstenaar (of in ons geval kunnen we beter spreken van: de kunstenares) die een bepaald mo tief gebruikt doet dit soms zonder de betekenis te kennen, alleen omdat hij (zij) het zo van zijn (haar) leermeesters (essen) geleerd heeft. Zou men die betekenis willen onder zoeken, dan zal men dikwijls diep in de geschiedenis en zelfs in de préhis torie moeten teruggrijpen. In Indonesië, met zijn vele verscheiden eilanden en culturen zijn naast onder o.m. Hindoe-invloed hoog ontwikkelde kunstvormen de kunst van meer "pri mitieve" volkeren en van de préhis torie te vinden. Nadere beschouwing zal vaak het ver rassend inzicht opleveren, dat dikwijls in die "primitieve" kunst een innerlijke kracht en een geestelijke achtergrond te ontwaren is die bij de meer ontwik kelde kunstvormen geneigd is te ont breken. In die "primitieve" kunst is de betekenis van het motief dikwijls be langrijker dan in verfijnder kunststijlen, waarin de ornamentiek meer naar vo ren treedt. Bij het lezen van bovenstaande regels zult u, lezer, misschien denken aan de verschillen tussen enerzijds de cultu ren en in het bijzonder de sierkunst zoals die aangetroffen wordt op Java, Bali en Sumatra, en anderzijds die van b.v. Sumba, Timor, Flores en andere Oostindonesische eilanden. Aan de ene kant culturen die aanspreken door verfijning en "sophisticatedness", die soms van een zeker kosmopolitisme getuigen, aan de andere kant culturen die op een heel andere manier de aan dacht trekken: door hun betrekkelijke simpelheid, hun markante, zo eigen kenmerken die zich ook in de kunst weerspiegelt. Kain simbut. De motieven zijn eerst met een stokje gedoopt in stijf selpap aangebracht, daar na is het doek in een mengkudu-bad rood geverfd. Vervaardigd in 1911. Kg. Tjadas- malang, dorp Bangbajang, Preanger, li' Java. Afm.: 170 x 122 cm. Soms echter vinden we de bewerke lijke verfijning en de sprekende een voud slechts door enige honderden kilometers van elkaar gescheiden op één eiland: hiervan getuigen de (op de expositie te bezichtigen) elegante ba tiks op glad katoen met hun ingehou den organische kleuren en hun ge- styleerde motieven uit de Javaanse vorstenlanden en daartegenover de "kain simbut" uit West-Java: de laatste een ruig weefsel van zelfgesponnen katoen waarop met een gewoon stokje inplaats van met de precieuze tjanting direct aansprekende, een voudige motieven zoals driehoekjes, draaiende zonnetjes zijn gebatikt. "Kain simbut" werden vroeger bij be paalde ceremonies tegen de wand van een huis gehangen of als afschutting gebruikt, hen werd een kwaadweren- de, magische uitstraling toegedacht. Kleurmotieven zijn simpel en kernach tig. Het ging hier immers om de be tekenis, en niet om het sieraspect van de motieven. HET ONTSTAAN VAN DE MOTIEVEN; ENIGE DER BELANGRIJKSTE BATIK PATRONEN. Is het ontstaan van de meeste zeer oude motieven niet aan een bepaalde persoon toe te schrijven, in de ge avanceerde Vorstenlandse batikkunst zijn de ontwerpers van een zeker mo tief soms met name onder het volk be kend. Of het historisch zeker vaststaat is niet altijd precies na te gaan, het is op zichzelf echter een ineressant ver schijnsel dat een bestaand motief qua herkomst met iemand wordt geasso- ciëerd. Zo wordt het bekende "parang rusak"- patroon de schepping geacht te zijn 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1968 | | pagina 4